donderdag 22 januari 2015

ECO

Van de door de mens geproduceerde afvalberg, maken verpakkingen een groot deel uit. Hoe deden we dat nou vroeger met de verpakkingen? Ik probeer me dan voor de geest te halen, hoe dat ging in de jaren 50, mijn prille jeugd.
De melkboer kwam aan huis. ‘DE MELKBOER!!’schreeuwde hij van onder aan de trap. Dan liep ik, zes jaar oud, met een regiment pannen (onder andere de melkkoker) de trap af om de bestelling van m’n moeder bij de melkboer op te halen. Boter werd door de melkboer in een stukje papier verpakt; eieren deed hij in een pannetje. Super eco. Ik moest alleen wel drie keer en soms meer die trap op en af.

De groenteboer  gooide vrijwel alles in oude kranten; ik zie hem nog die bloemkool in een krant verpakken. Maar als je een boodschappentas bij je had liet de groenteboer het gekochte gewoon zo  in je tas glijden of rollen, tenzij de producten elkaar in de weg zaten. Bijvoorbeeld losse zuurkool en verse spinazie; dat zou heibel worden.
Rond 1955 was er nauwelijks sprake van verkoop van kant-en-klare producten zoals rode kool (met appeltjes), gekookte bietjes à la crême. Ook van gesneden andijvie of gesneden boerenkool  was nog geen sprake. Rauwe bieten,  rode kool, kroppen andijvie en een hele boerenkool, die werden verkocht!  Die gaan ook  makkelijk de groentetas in naast de aardappelen, de knolrapen, de spruiten en de prei. Die doen daar niet moeilijk over. Het enige benodigde verpakkingsmateriaal voor zoveel boodschappen hier was dus de boodschappentas.

Was de kruidenier ook een beetje eco? Potjes waren er al destijds, dat is prima. Ik kan me niet herinneren ooit een ontbijttafel gezien te hebben zonder potje pindakaas. De hagelslag, muisjes, suiker, schepte de kruidenier in een bruine puntzak waar een pond in kon. Koffie, was destijds steeds in karton verpakt; thee in papier. De kruidenier had wel snoep in voorraad maar niet in zulke grote hoeveelheden als de waterstoker. Snoep ging per stuk, per drie of per vijf. Niks geen zakje of papiertje d’r omheen maar hupsa, zo in het handje: die trekdrop, duimdrop, toverballen, zuurballen, zoethout, salmiakdrop, schuine drop, laurierdrop, roomknotsen, zuurstokken, stroopsoldaatjes,  lolly’s, toffees, winegums, lolly’s, schuimpies.
Die waterstoker dus, ik heb hem nog net meegemaakt in de zestiger jaren is die uitgestorven. Ze verkochten onder andere warm water. Mijn moede heeft  daar nooit warm water gekocht. Ze maakte het zelf. Grote pannen op het gas voor ons badje, in het zinken teiltje. De waterstoker verkocht ook kolen. Papieren zakjes kolen. Eierkolen en antraciet. Die moest ik van me moeder kopen als het kolenhok bijna leeg was. Als m’n moeder geld had, moest ik bij de kolenboer(Kitje Kool op het Marconiplein) nieuwe voorraad bestellen, bijvoorbeeld 3 mud antraciet, dat is 300 liter. Een paar dagen later sjouwden dan de knechten van de kolenboer, de zakken kolen, op hun rug naar onze zolder. Ze stortten de zakken in ons kolenhok leeg. Heel zwaar werk was dat voor die mensen. Heel ongezond  werk ook; hun gezichten waren helemaal zwart van het kolengruis. Die lege kolenzakken namen ze weer mee naar hun baas. Dus dat was een heel eco manier van verpakken; alleen die kolen waren weer niet zo eco.

Tegenwoordig is vrijwel alle brood in plastic zakken verpakt. In mijn jeugd kwam de bakker dagelijks aan de deur. Hij verkocht wit brood, bruin brood en tijger brood. Ik betaalde de bakker en hij schoof de gekochte broden onverpakt in de tas, die ik bij me had. Dat moet nu toch ook  kunnen? Schoon tasje mee naar de bakker en hup de onverpakte broodjes er in, want het onverteerbare plastic berokkent wel erg veel schade aan de natuur.

Lees o.a. ook op de volgende link


http://www.duurzaamnieuws.nl/milieuschade-plastic-kost-jaarlijks-75-miljard-dollar/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten