vrijdag 27 februari 2015

LOOTJE TREKKEN

De dag na mijn negende verjaardag heb ik nog steeds die vijftig meerkleuren knikkers. Daarbij heb ik ook nog twintig knikkers met één kleur. Mijn bedoeling is om er aan het einde van de dag in totaal honderd knikkers te hebben. Mijn kleine buurmeisje van zes, Suus, heeft een heleboel knikkers, dus ik denk: ’Ik ga die dertig knikkers winnen van Suus, makkelijk zat.’ Ik wil er niet zo lang mee bezig zijn, dus roep ik:
 ’10 op’.
‘Neen, da’s te veel’ zegt Suus, ‘vijf op!’
‘Tien op!’ zeg ik bazig.
‘Neen, zes op, anders ga ik naar huis,’ zegt Suus
‘Oké dan,’ zeg ik, ‘zes op.’

Suus kan veel beter knikkeren dan ik en na drie potjes ben ik al achttien knikkers kwijt.
‘Ik stop er mee Suus, jij bent veel te goed,’ zeg ik.
‘Jij kan niet tegen je verlies,’ zegt Suus. ’Je mag wel blij wezen dat we geen ‘tien op’ gespeeld hebben, wat je zo graag wilde, want dan was je nou zowat blut geweest.’

Ik heb nog wel een ideetje om makkelijk knikkers te winnen: een knikkerloterij! Op mijn kamertje, ga ik lootjes maken. Ik schrijf op een tekenblad dertig nulletjes en één keer één tot en met tien. Al die cijfertjes knip ik uit en dan heb ik veertig lootjes. Die lootjes vouw ik één voor één goed samen en doe ik in ‘de pot’ (een oud koffieblik). Met deze knikkerloterij moet ik toch wel aan de honderd knikkers komen of misschien wel meer. Want hoe werkt het? Wie een lootje wil trekken uit de pot moet eerst een knikker aan mij betalen. Staat er ‘nul’ op het lootje, dan win je nul knikkers; staat er tien op het lootje dat win je tien knikkers. Na elke trekking moet het lootje weer terug in de pot.
Ik heb expres dertig lootjes met ‘nul’ er op gemaakt, zodat ik veel winst zal maken en in het begin gaat het ook erg goed. Ik moet wel eens 1,2 of drie knikkers uitbetalen maar er waren zeker al vijftien nullen getrokken.
Een van de oudere gasten uit de straat, Alfred, trok het lootje met de tien uit de pot. Dat was een groot verlies. Maar ja de honderd halen was nog niet onmogelijk. Ik maak weer een klein beetje winst door een paar nul-lootjes maar dan slaat Ed, de broer van Alfred toe: weer tien knikkers verlies.
Ik voel me niet zo lekker door die verliezen en wat ik heel vreemd vind is dat Alfred, Ed en hun grote zus Paula (van twaalf) een beetje staan te smoezen en te giechelen. Ik denk ‘o, mijn gulp staat open’ maar dat is niet zo.
‘Ik wil nu ook een lootje trekken, zegt Paula en ze betaalt een knikker. Ze stopt haar hand in de pot en trekt wèèr het lot met nummer tien. Dan komen Alfred en Ed nog een keer en ja het wordt eentonig allebei natuurlijk tienen. Ik ben blut.
Alfred, Ed en Paula hebben lol. Ik kan wel janken.
‘Je bent ook echt een uilskuiken, hè,’ zegt Paula. ‘Snappie nou hoe dat kan, elke keer dat lootje ‘tien’trekken’?’
‘Nee, dat snap ik niet,’ zeg ik.
‘Gewoon,’ zegt Paula,’ik doe net of ik dat lootje ‘tien’ terug stop in de pot maar ik houd het in mijn hand en bij mijn volgende beurt doe ik net alsof ik een lootje trek maar het lootje (met 10) zit dus al in mijn hand.
Ik vind het heel gemeen van ze maar ze verdommen het om me die knikkers terug te geven.
‘Moet je maar niet zo stom zijn!’

Ik was nog wel zo trots op die meerkleuren knikkers. Met een leeg koffieblik en een lege knikkerzak stampvoet ik naar huis. Thuisgekomen moet ik heel erg hard huilen. Mijn moeder ziet de lege knikkerzak, ze troost me en denkt dat ze weet wat er gebeurd is. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten