Hij had het benauwd. Daar
werd hij wakker van. Van zijn eigen gekuch. Het was nog donker … nacht. Hij wilde
het schemerlampje op zijn nachtkastje aan doen maar zowel zijn arm als zijn rug
kreeg hij zowat niet in beweging.
‘Alice,’ riep hij, ‘help
me eens ik stik er zowat in … Alice.’ Alice reageerde niet. Heel voorzichtig
probeerde hij zijn rug in beweging te krijgen. Met veel pijn en moeite lukte
het hem om bij de schakelaar van de schemerlamp te komen. Hij moest alsmaar erg
hoesten en schrok erg toen hij zag dat door zijn gehoest bloedspetters op de
lamp vlogen. Er zat volop bloed in zijn mond. Zijn armen waren flink opgezet,
blauwig; er zaten verschillende diepe bloederige krabbels in. Hij stierf van de
koppijn. Bovenop zijn kop, daar waar nog een beetje haar zat, was een
plakkerige bloedende wond. Op zijn rug kon hij niet kijken het voelde of er een
paar ribben gebroken waren.
‘Alice, Alice,’ roept
hij,’ geen reactie,’Alice!’ Als hij het dekbed van Alice openslaat schrikt hij zich rot. Haar laken is besmeurd
met bloed en naast haar bed ligt een kapotte fles wijn. Er gaat een bloedspoor
naar de slaapkamerdeur. Alles doet hem vreselijk pijn. Maar hij moet naar
Alice.
Het bloedspoor gaat naar
de badkamer. Daar ligt, aan flarden gescheurd, de pyjama van Alice. De douche
staat nog aan. Naar de kamers van de kinderen nu … het spoor gaat door …. de
kinderen, Arjan en Tomas zijn godzijdank nog in diepe slaap. Naar beneden. Daar,
tussen de salontafel en de driezitsbank ligt Alice. Het lijkt alsof hier in de
woonkamer, in alle hoekjes en gaatjes, ergens naar gezocht is. Letterlijk alles
is overhoop gehaald. Hij snelt zich naar
Alice; schreeuwt haar naam en probeert haar wakker te schudden. Ze is dood. Ze is hard op haar gezicht
geslagen … op haar schedel ook. Op de
tafel staat een 25 kilo halter van zijn fitness … besmeurd met bloed. Dan pakt
hij de halter en beukt in op Alice’s lijf, krampachtig wreedaardig, van boven
naar beneden. Ook pijnigt hij zichzelf met de halter, vooral zijn hoofd. Er
begint hem weer iets te dagen. Hij loopt weer naar boven naar de slaapkamer van
de jongens; beukt zichzelf op zijn ribbenkast; gaat hun slaapkamer in. Ze
slapen nog steeds lekker. Zelfs slapen ze door als hij ineens hard begint te
huilen en naar de badkamer gaat. Hij zet de
hevig bloedende Alice onder de kokend hete douche. Rukt de pyjama van
haar lijf. Gillend van de pijn rent ze de trap af naar de woonkamer. Hij rent
achter haar aan en dondert in zijn haast van de trap.
Hij en Alice liggen in
bed; drinken een wijntje. Ze praten gezellig maar krijgen opeens heftig ruzie. Hij
weet niet meer waarover. Sex? Geld? Kinderen? Hij slaat haar in haar gezicht.
Alice krabbelt hem in zijn armen, tot bloedens toe. Woedend is hij. De fles
wijn staat aan Alice’s kant van hun bed. Daar loopt hij heen. Hij slaat de fles
kapot op Alice’s hoofd. Dan vlucht ze de slaapkamer uit, naar de douche. Hij
gaat achter haar aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten