Vanochtend ben ik om acht
uur opgestaan. Vroeg voor mijn doen, tegenwoordig. Ik moet de wekker zetten
want uit mezelf word ik niet wakker om die tijd. Zeven uurtjes slaap heb ik dan
gehad. Ik heb om tien uur een afspraak met de Poolse Anita. Ze krijgt Nederlandse
les van mij in de bibliotheek. Voorlopig moet ik eerst nog even ontbijten. Ik
eet mijn zelfgebakken boterhammetjes, met banaan en honing. En een kop thee. Ja, tegenwoordig
drink ik thee. Sinds een week of zes heb ik de koffie afgezworen. Ik las in ergens
op internet een artikel, dat koffie heel slecht is voor de lever en dat
geloofde ik zomaar. (Google maar op
‘koffie’ en ‘lever’ als je hierover meer wilt weten.) Aangezien ik
zogenaamd ‘voor mijn gezondheid’ al genoeg pillen moet slikken die slecht zijn
voor mijn lever, dacht ik: ‘koffie, weg ermee!’.
Thee is ook goed binnen te
houden: een heerlijk dampende pot Earl Grey thee is niet te versmaden.
Bij een goed ontbijtje
hoort voor mij ook een goede ochtendkrant. Na een slechte bezorgperiode rond de
jaarwisseling, ligt die krant nu elke ochtend weer keurig netjes op tijd in de
bus. Wat me in de krant van vanochtend vooral opvalt is de hopeloze triestheid
van Oost-Oekraïne. Zowel van de Oekraïnse militairen als van de burgers in dat kleine
dorpje Debaltseve. Als ratten zitten ze in de val. Ze worden bestookt door
separatisten en door Rusland gesteunde milities. Nota bene is drie dagen geleden
een bestand afgekondigd. ‘Maar over Debaltseve zijn geen afspraken gemaakt,’
huichelt Poetin. Die Russische president gaat over lijken.
Ik heb zin om te wandelen
dus ik ga te voet naar de bibliotheek. Het is niet zo’n sensationele wandeling.
Er valt niet veel over te zeggen. Behalve dan misschien over slagerij de Groene
Weg waar ik langs loop. Dit is de duurste en meest élitaire slagerij van
Rotterdam. Voor slechts 25 euro koop je maar liefst drie ons biologisch
dynamisch rundgehakt koopt en voor nog geen 5 euro heb je al een onsje paardenrookvlees.
Maar goed … ik ben te voet op weg naar de bieb.
De afspraak is om tien
uur. Anita is er nog niet. Als ze er om kwart over tien nog niet is, ga ik
twijfelen aan onze afspraak. Ik ben zo stom geweest om mijn mobieltje weer eens
thuis te laten dus ik weet niet of zij iets gesmst heeft. Ik kan ook geen contact
opnemen met haar. Om de tijd te overbruggen tussen nu en mijn volgende afspraak,
besluit in wat te gaan lezen in de bieb. Ik ben hier nu toch.
Ik pak een boek van een
onbekende schrijfster, een francaise, die een Franse prijs heeft gewonnen voor
schrijfsters onder de 25 jaar. Ik neem me voor om dit boek, ondanks alles, te blijven lezen tot
ik weg moest naar de volgende afspraak.
Het boek speelt zich af in
Zürich en gaat over een kapper, die de belangrijke taak heeft, ervoor te zorgen,
dat de president er goed geknipt en geschoren uit ziet. Hij is zowel zijn
kapper als zijn schoonheidsspecialist. Ook zijn neus- en oorharen knipt hij en
gezien de sterke baardgroei van de president moet hij zeker twee keer per dag
geschoren worden.
Op een dag dringen twee
terroristen de kapsalon van het presidentieel paleis binnen. De terroristen
knevelen en blinddoeken de kapper en de president en voeren ze in een
gereedstaande auto naar een hoger gelegen gebied.
Wat ben ik blij, dat ik niet
verder hoef te lezen in dit boek. Ik ben inmiddels al drie keer in slaap
gevallen.
Het is nu half één, tijd
om, te voet, naar de Libyer, Abdul, te
gaan om hem Nederlandse les te geven. Om één uur heb ik met hem afgesproken bij
hem thuis op de Schiekade.
Ik ben heel erg benieuwd
waarom Anita vanmorgen niet is komen opdagen … ik denk dat ze me wel gesmst zal
hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten