woensdag 6 mei 2015

MANNENCAFÉ

Het is een groezelig café vol oude mannen. Daar ben ik er wel één van, zeg ik er eerlijk bij. Achter de bar staat  een ietwat deftig ogende al wat grijzende dame met hoog opgestoken haar. Ze heeft een wit truitje aan, dat haar toch al rijke natuur ook nog eens accentueert. Ze draagt een zwarte leren rok waarvan ik niet kan zien waar die eindigt. Even later, als ze wat tafeltjes schoonmaakt,  zie ik dat die rok valt tot  op haar kuiten.
‘Zegt het eens jongeman,’ begint ze tegen mij. Best zwaar, haar stem … voor een vrouw dan.
‘Doe maar een kopstoot’ zeg ik. ‘Bier en jonge borrel  wil ik ijs en ijskoud.’
 ‘Kijkt eens jongeman, je kopstootje.’
‘Dank u wel mevrouw.’
‘Zegt nou maar gewoon Greet tegen mijn, dat doet iedereen hier.’
‘Okee, ... nou …  eh … Greet, mijn naam is gewoon Jee.

Als ik hier zo eens even rondkijk, dan is dit overduidelijk een mannencafé. Een grote foto van de allerbeste Feyenoorder aller tijden, Coen Moulijn, hangt prominent aan de wand boven de tafeltjes tegenover de bar. Daaromheen foto’s van Feyenoord – Celtic, de Europa Cupfinale van 1970 gespeeld in Milaan. Feyenoord won als eerste Nederlandse club die Cup met de Grote Oren (2 – 1 na verlenging). Grandioos wat een feest! Samen met het meisje, dat nu mijn vrouw is, stond ik daar te juichen en te springen in het San Sirostadion.

De kopstoot smaakte goed. Ik neem er nog een. Het gaat hard hoor met dat spul. Staat een kerel naast me met een Sparta sjaal. Ik geef hem wat te drinken … een wijntje … tja, dat wil die toch echt zelf.
‘Wat stond die Treytel toen goed te keepen,hè?’
Ik kijk hem niet begrijpend aan.
‘Toen … in Milaan bedoel ik,’legt die Sparta Piet mij uit.
‘Man,’ zeg ik,’ nou sta je toch echt uit je nek te lullen, hoor. Treytel deed helemaal niet mee in Milaan!  Eddie PG, die ouwe lul, stond in de goal ... Kom …  geef maar weer terug dat wijntje, dat gaat zo niet goed met je.’

Leuk café wel .. echt mannencafé. Affiches van schaars geklede, mooie meiden, die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben of inmiddels de pijp uit zijn: Brigitte Bardot, Marilyn Monroe, Audrey Hepburn, Elisabeth Taylor en zelfs die  Patricia Paay  zie ik er tussen hangen.

 Achter in het café vlak bij de toiletten zie ik tot mijn schrik een echte uil staan. Hij is een paar dooie kuikentjes aan het dollen. Greet zag me zeker verschrikt kijken.
‘Je hoeft niet bang te wezen, hoor, das Bram daar. Hij doet niks.  Het is een Siberische oehoe. Die benne heel  tam. Hij eet alleen maar kleine lieve diertjes, hahaha. Bovendien zit ie vast aan de ketting. Hij ken geen kant op. Straks als jullie allemaal benne opgehoepeld, laat ik hem hier effe rondvliegen …  effetjes maar … vindt ie lekker. Die schat hep zo lang niet meer te leven, vrees ik. Hij is al 28 Meestal worden ze niet ouder dan 30. Als ie dalijk uitfladderd is, komp tie op mijn schouder zitten ...  praten we nog effe gezellig na over vanavond en dan zoekt ie uit ze eige zijn ketting weer op, de schat.
Voordat ik de boel hier afsluit en me bed in duikt, zet ik hem in ze kooi en  krijgt ie nog een paar levende kuikentjes van me. Heel soms, met de kerst geeft ik hem een piepklein konijntje …  ja levend natuurlijk. Dan wordt ie ech he-le-maal gek, Jee … hahaha … dat kejje toch wel?’
‘Nog een laatste kopstootje voor we sluiten? Deze hebbie van mijn, hoor.

Die Bram weet ech wel wat lekker is … weet je, Jee, geloof het of niet, ik zou me god niet weten wat ik zonder die schat moest beginnen.’ Greet haar ogen fonkelden.

dinsdag 5 mei 2015

FIT FOR FREE (2)

Lockers vervangen ….waarom??
De vervanging van de lockers verliep nogal chaotisch. De oude lockers werden gewoon nog gebruikt. Waar moest je anders heen met je waardevolle spullen?  Hals-over-kop moesten die lockers leeg en weg. Daar stond je dan met je spulletjes ...  te wachten op de nieuwe kast. Er moest ook nog snel een slotje voor gehuurd of gekocht worden. Kon het omwisselen van die kasten niet vòòr of na openingstijd?

Fit For Free gaat er niet op vooruit. Die oude lockers waren iets moderner én voor de sporter gratis (For Free). Voor die nieuwe kast moet een hangslot gekocht (5 euro) of gehuurd (1 euro per keer) worden.
Fit For Free had van de oude lockers een reservesleutel en kon die, zonodig, altijd openen. Bij die nieuwe kast is dat niet zo en moet Fit For Free minstens het hangslot forceren.

Het zou meer van deze tijd zijn, als de oude locker vervangen was door een digitaal te openen en af te sluiten locker. Er zijn digitale systemen in gebruik voor onder andere het lidmaatschap, toegang, openen en sluiten van lockers. Allemaal vast te leggen op één simpel lidmaatschapskaartje (of sleutelhanger). Ongetwijfeld zal ook Fit For Free te zijner tijd op zo’n systeem overgaan.

De nu door Fit For Free aangeschafte kledingkasten hebben voor mij persoonlijk enige nostalgische waarde. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw waren dat type kasten populair in het bedrijfsleven. Mijn vader werkte in 1958 bij een groot Rotterdams havenbedrijf. Als kleine jongen ging ik hem wel eens ophalen uit zijn werk. Hij kleedde zich dan om en hing zijn kleren in precies zo’n type kast als wij nu hebben bij Fit For Free. Het is voor mij alsof de tijd zestig jaar heeft stil gestaan. Ook mijn vader sloot zijn kast, met een hangslotje af. Soms mocht ik dat voor hem doen.

Toch wil ik iets positiefs over die nieuwe kasten kwijt:
ze zijn prachtig glanzend bruin gelakt (of gespoten). Oogverblindend!

Minder Spinning
Het valt mij nu pas op, dat de spinninglessen van de woensdag- en vrijdagochtend van het rooster verdwenen zijn. Ik heb jarenlang bij Life Line en de Fitnessclub, drie keer in de week gespind. Op maandag-, woensdag- en vrijdagochtend, telkens om 9 uur. De bezetting was niet altijd 100% maar dat is nooit een reden geweest om die spinningsessies te cancelen. Nu blijkbaar dus wel.

Terwijl het aantal uren spinning verminderd wordt, zie ik een prima trainer  bij Fit For Free steeds meer dan voorheen receptiewerk doen, rollen schoonmaakpapier vervangen en flessen met desinfecteermiddel vullen. Natuurlijk … voor een sportschool erg belangrijk werk ... moet ook gedaan worden. Maar toch zeker niet door een trainer? Die moet met sporters aan de slag! Zonde … die onbenutte kwaliteiten.

Uitpuilende vuilnisbakken
Voor mij geheel nieuw in deze nog jonge Fit For Free periode is het verschijnsel van de uitpuilende afvalbak. Voorheen leken er meer schoonmaakuren gemaakt te worden in de sportschool. In de jaren vòòr Fit For Free was het nooit nodig de receptie te melden, dat een afvalbak overvol was.
Maar … toegegeven … vrij kort na zo’n melding was die bak wèl weer geleegd.



Ach, misschien waren Life Line en de Fitnessclub wel een beetje tè goed bezig voor hun leden … en … óók misschien, moet Fit For Free er nog eventjes inkomen. Ze zijn hier in Noord tenslotte nog maar net een half jaartje bezig.

maandag 4 mei 2015

FIT FOR FREE

Koffie was op de sportschool aan de Zomerhofstraat altijd gratis (For Free). Ik kon altijd zoveel koffie drinken als ik wou. Dat was zo bij Life Line, bij de Fitnessclub en tot voor kort ook bij Fit For Free. Maar … per 1 mei 2015 wilde Fit For Free geld zien voor de koffie. Ik betaal nu  één euro voor een bakkie.

Ruim een half jaar geleden werd de Fitnessclub overgenomen door fitnesgigant  Fit For Free. Ik werd lid van die nieuwe organisatie voor 9,95 euro per maand exclusief groepslessen. Voor groepslessen vroeg Fit For Free 6 euro extra. Ik deed alleen Spinning. Om zes euro meer te betalen, alleen voor die spinning, vond ik overdreven.  Bij de Fitnessclub (ook 9,95 euro per maand) hoefde niks extra’s betaald te worden voor groepslessen.

In de Fitnessclub werd de sporter via stickertjes op ramen, wanden en deuren of op een andere manier herinnerd aan sportschoolregeltjes. Zoals bijvoorbeeld:
-          Ramen niet openzetten
-          Geen mobieltjes in de oefenruimte.
-          Meerdere toestellen in gebruik.
Het gebeurt wel eens dat ik mijn oefening niet kan doen  omdat een andere sporter op twee of meer toestellen bezig is: op toestel 1 is die ander aan het oefenen, op toestel 2 ligt zijn handdoek en naast toestel 3  staat zijn bidon. Als ik die ander vraag of ik dat toestel met zijn handdoek er op mag gebruiken, is het antwoord heus niet altijd positief of vriendelijk.
-          iPod- gebruik.
Onlangs kon ik de oefening voor mijn liezen en bovenbenen niet doen. Een dame hield het toestel dat ik nodig had bezet. Ze was druk in de weer was met haar iPad. Nou, dacht ik, dan doe ik toch alvast een ander toestel. Maar ook toen ik daar mee klaar was zat die dame nog druk te tikken op  haar iPad. Mobiel bellen is niet toegestaan. Dat is alle sporters nu wel duidelijk. iPads zijn op deze manier net zo hinderlijk. Kennelijk gedoogd Fit For Free dit.
-          Lezen.
Op de cardio-toestellen zitten sporters(??) kranten, tijdschriften of boeken te lezen. Ze bezorgen weliswaar niemand overlast maar ik zou met liefde dat leesvoer onder hun neus vandaan trekken. Ik vind dat lezen en sporten niet matchen. ‘Doe dat maar ergens anders zou ik zeggen.’
-          Hard praten.
Hard pratende medesporters vind ik hinderlijk. De sfeer op de sportschool hoeft van mij echt niet die van een schaakoefenruimte te zijn. Praten en lol maken horen bij sporten. Sommige sporters maken echter zoveel lawaai dat anderen zich niet verstaanbaar kunnen maken.  

Surveillance
Veel akkefietjes kunnen sporters best met elkaar opknappen. Vaak lukt dat ook niet en moet er iemand van Fit For Free aan te pas komen. Om problemen voor te zijn zou Fit For Free op elke verdieping wat meer (of permanent) moeten surveilleren. Dan zal het  hierboven ongerief zeker afnemen en het plezier in het sporten neemt dan toe.

Douche

Het is alweer enige weken geleden. De mannen konden lange tijd niet douchen. Werk in uitvoering. Die situatie heeft veel te lang geduurd. Waarom? Bij de damesdouches heeft ook zoiets gespeeld, heb ik begrepen.

morgen meer

zondag 3 mei 2015

HAAR VADER

Leuke verschijning  was ik zonder twijfel anno 1970. Dat vond mijn vrouw ook.  Ze vond toen alleen dat ik wat smalle schoudertjes had. Maar tien jaar later, ik werd al kaal en grijs,  had ze toch eigenlijk liever een heel  andere kerel gehad. Een vent met een wat grotere bek, een beetje meer macho (ook weer niet te veel), iemand die wat steviger in zijn schoenen stond, wat daadkrachtiger was, wat assertiever, zelfbewuster, een echte doorzetter. Haar vader was zo iemand! Na die tien jaar realiseerde ze zich dat ze toch liever een man zoals haar vader had gehad. Die man moest dan wel een stuk groter zijn, want haar vader was net een meter zestig.
Peter, Sjaak en niet te vergeten Toon, waren net zulke potige, krachtige kerels als haar vader, alleen stukken groter. Die waren alle drie rond de een meter negentig. Echte stevige jongens waar mijn vrouw verrukt naar opkeek, waar ze overduidelijk voor smolt: stralende ogen, ontwapenende lach en zwoele stem; altijd samen met die typische handbeweging waarmee ze haar haar over haar oor naar achteren zwiept.
 Tientallen jaren later merkte ik het pas, haar vaderfascinatie. Daarvòòr dacht ik alsmaar dat ze gezwicht was voor het hippieachtige, een beetje softe, ietwat bescheidene, nonchalante, niet zo  streberige typje dat ik zelf was.

Onze seksuele relatie was al snel een puinhoop. Te snel klaar, slappe lul, droge kut, schrijnende kut, te veel wijn, ongeschoren kop,  jeukende lul, koude handen, vieze scheten, koude voeten, te moe, te vroeg naar bed, te laat naar bed,stinkende adem, jaloers, meegenietende buren, pil vergeten, pik niet schoon, te hoog, te laag, te zacht, te hard en er falikant naast zitten. Er was altijd wel een stok om mee te slaan.

In feite ben ik me er pas sinds kort van bewust, hoe hinderlijk het is voor een goede band tussen mij en mijn vrouw. Ik ben nu eenmaal niet gezegend met de uitzonderlijke  eigenschappen van haar vader. Nooit zal ik haar ideale echtgenoot zijn. In mijn profiel is goddank nauwelijks plaats voor het autoriteit, geldingsdrang, streberigheid en dwingelandij.

In grote woede wil mijn vrouw onze relatie verbreken. Ze is me beu. Ze wil niet meer door mij aangeraakt worden. Niet meer gewantrouwd, afgestoten, gekleineerd, bekritiseerd, veroordeeld, bang gemaakt worden.
Na veel huilen en denken, komt ze daarop terug. Ze zegt, dat ze in haar hart nog een heel klein beetje de hoop heeft, dat het goed gaat komen met ons.

‘Zouden dan eerst alle lagen kwaad blootgelegd moeten worden?,’ vraagt zij zich af,’voor er echte openheid, mededogen en liefde mogelijk is?’ Ze denkt dat dat haar levensopgave is. Afstand wil ze nemen van het ‘ego’, geen verwachtingen, illusies, strijd, winnen of verliezen.
Mijn vrouw vindt dat ze niets gewonnen, alleen verloren heeft omdat ze het geschenk niet zag. Met dat geschenk bedoelt ze mij:
‘Jee,’  zegt ze, ‘jij bent dat geschenk, het gegeven paard, mijn levensopgave. En ik heb het niet gezien. Worstelend met imperfectie, illusies, ego, heb ik het geschenk niet gezien.’
Ze besluit mij niet te verlaten.

Nu vluchten, vindt ze laf.

zaterdag 2 mei 2015

SLAPPELING

Dolgelukkig was mijn moeder wanneer ze weer zwanger was. Niet alleen om het lieve kleine mensje, dat ze op de wereld ging zetten. Mogelijk nog prettiger vond ze het om weer negen maanden verlost te zijn van die altijd opdringerige stijve van mijn vader. Mijn moeder hield meer van slap. Ze vertelde me dat, toen ik er voor de vijfde keer een broertje of zusje bij zou krijgen.  Elf jaar was ik. Ik hoorde wat ze zei maar begreep het niet … ‘een opdringerige stijve’??? Onvergetelijke woorden. Ik was nog niet eens geslachtsrijp.
Veel later drongen de woorden van mijn moeder tot mij door. Zo’n slap figuur als mijn vader, hoopte ik nooit te worden. Je zou maar zo behandeld worden door je vrouw. Maar helaas, mij overkwam het zelfde. Mijn vrouw is drie keer zwanger geweest. Eén keer werd het een miskraam. Na vijfmaanden. Alle drie de zwangerschappen hield ze me op afstand … meer nog dan normaal ….  En wist ik maar waarom.
Waarom? Ik denk omdat ik een slappeling ben. Een looser. Een looser is nu eenmaal niet aantrekkelijk, niet opwindend, niet hot, als partner.
Opleidingen (leraar Frans, docent drama, onderwijzer, pedagoog, andragoog, controller), ik maakte ze allemaal niet af omdat ik er te stom voor was.
Bij een aantal werkgevers ben ik als een angstig haasje weggelopen, omdat ik de psychische druk niet aan kon. Een keer ben ik ontslagen omdat ik als chauffeur, bijna een oud dametje, dat op een zebrapad overstak  had dood gereden.   Dat soort dingen dus.

Toen mijn vrouw en ik elkaar ontmoetten, waren we allebei ‘spetters’ (heel mooie mensen werden destijds zo genoemd). Ik was 1.90m lang, donkerblond krullend haar tot op mijn schouders, sikje, snorretje. Mijn schouders waren een minpuntje: ietsje te smal. Ik liep voornamelijk rond in t-shirtjes en kleding van spijkerstof. Wie niet toentertijd?
Mijn vrouw was ook van de spijkerstof. Ze was 1.75 lang, had lang, donkerblond, stijl haar tot halverwege haar rug. Ze had een lief, mooi gezichtje, vrolijke ogen. Klein minpuntje: een iets te lange neus.
Ik zat op de theaterschool. Zij deed de school voor de journalistiek. We waren enthousiast over onze opleidingen. Als koppel waren wij mooi, jong en veelbelovend.

De vader van mijn vrouw, een geslaagde selfmade man, zag het totaal niet in mij zitten. Zo’n langharig theaterfiguur. Ik kwam er dan ook niet in bij hem. Liever zag hij  een hoger opgeleide als schoonzoon, bijvoorbeeld een bankier of techneut. En achteraf zeg ik: ’Die man had groot gelijk!’

In het eerste jaar van de toneelschool vroeg ik me af of ik daar wel goed genoeg voor was. Niet dus, vond ik zelf. Ik stopte ermee. Mijn vrouw wilde de journalistiek in. Ze maakte de opleiding af en ging werken bij het Rotterdams Nieuwsblad. Tot aan haar pensioen heeft ze als kunstredactrice gewerkt.

We trouwden, omdat dat moest van onze huisbaas. Die wilde geen ‘hokkers’  in zijn huis. Ik deed wat hij wou en wij trouwden. Zo’n slappeling was ik nou.
Toen we trouwden, waren de ouders van mijn vrouw uit protest thuis gebleven. Met name haar vader moest mij niet. Ik heb die vader van haar toen niet eens voor lul of klootzak uitgemaakt. Ik heb het maar zo gelaten. Zo’n slappeling was ik nou.
 Achteraf zeg ik: de vader van mijn vrouw had groot gelijk.

Als de huisbaas huurverhoging vroeg, betaalde ik gewoon. Zonder te protesteren over de gebreken van ons huis. Zo slap was ik en zo was ik eigenlijk in alles.
Onze benedenbuurman spuugde grote klodders slijm op onze gezamenlijke trap. Mijn vrouw porde me: ’Zeg tegen de buurman dat dat vies is, dat dat niet kan.’ Dat durfde ik al niet. Zo slap was ik en ben ik eigenlijk nog steeds.
Zo zijn er nog wel honderden slappelingendingen.
Zo zullen er nog wel honderden slappelingendingen komen.
Daar kan je als vrouw zijnde niet opgewonden van raken, toch.

Van zo iemand.

vrijdag 1 mei 2015

CLICK

Maar ook vòòrdat in  2001 die bipolaire stoornis zich bij mij openbaarde, was er tussen mijn vrouw en mij al een ander soort stoornis actief: CS-stoornis  (click -  sex – stoornis).
Waarom ze vrijwel nooit met me heeft willen vrijen, heeft mijn vrouw me nog niet laten weten. Ik ben niet vriendelijk genoeg of te lelijk, dacht ik. Te klein geschapen of misschien juist wel te groot? Wie weet, deed ik ‘het’ niet goed? Ik vroeg me af of de wil bij haar überhaupt wel aanwezig was om er samen met mij wat van te maken? Ik wilde immers maar al te graag! Het is toch iets om samen lol aan te beleven?! Of waren er misschien anderen in het spel …in werkelijkheid of in haar fantasie?

Ik opperde op een dag, dat ze misschien wel eens frigide zou kunnen zijn. Ze werd niet boos op mij, o nee, er verscheen een satanisch lachje op haar hoofd. ‘Oh neen’,ze schudde haar hoofd. Met andere woorden zegt ze me dan:
‘Jij Jee, windt me niet meer op. Naar jou toe ben ik inderdaad frigide. Maar IK BEN beslist NIET FRIGIDE. Want van sommige mannen (namen noem ik niet) kan ik vreselijk geil worden. Met hen fantaseer ik om mezelf te bevredigen. Dan word ik wel degelijk nat, hoor!’

M’n vrouw heeft altijd geweigerd, mij te zeggen welke mannen haar opwinden. Het zal 1975 geweest zijn toen ik haarzuiver aanvoelde, dat er een andere man in het spel was. Toen ik haar daarmee confronteerde, ontkende ze het. Pas na een week kwam ze me vertellen, dat het klopte wat ik voelde. Er was een click met haar collega Sjaak. Op een studieweekend discussieerden die twee heftig met elkaar over het thema ‘vreemd gaan’. Ze swingden ook lekker met elkaar. De prille romance was echter voorbij voordat die echt begonnen was. Sneu voor hun partners vonden ze het, wanneer ze met elkaar vreemd zouden gaan. Mijn vrouw en ik hadden zeker drie maanden niet met elkaar gevreeën … en plotsklaps dartelde mijn vrouw verliefd rond met die Sjaak, een tamelijk  onooglijk mannetje. ‘Maar ja, Jee, ik zei al: er was een click!’
Op een enkele uitzondering na, wil mijn vrouw niet praten over haar relatie(s) met en gevoelens voor andere mannen. ‘Ik denk, dat ik je daarmee onnodig pijn doe,’zegt ze.
Ook al doet het misschien pijn, ik vind het wel zo zuiver om hier eerlijk en open over te zijn. Mijn vrouw neemt het mij juist kwalijk, dat ik haar gezegd heb, dat ik vreemd gegaan ben en met wie. Ze had liever van niks geweten. Openheid is echter mijn devies.

Mijn vrouw heeft me lange tijd seksueel genegeerd en omdat nieuwe relaties niet zo één, twee, drie voor het oprapen liggen, masturbeerde ik nogal eens. Openheid is dan wel prima, maar ik ga geen opsomming maken van vrouwen die mijn masturbatie-fantasieën gestimuleerd hebben. Dat vind ik net iets te ver gaan.
Dat mijn vrouw zichzelf bevredigt met in haar verbeelding een andere man, vind ik vreemd.

Hallo schatje, ik ben ook nog, ik ben nooit ver bij je vandaan en ik wil het overal met je doen. Graag zelfs! Nooit zal ze het eens met mij doen. Die vrouw van mij moet toch wel een grote aversie tegen me hebben. Altijd zoekt ze in haar fantasie maar die ander op.

donderdag 30 april 2015

ANGST

Door mijn gespit, gescheld en gefit, voelt mijn vrouw zich gedwongen uit ons huis te vertrekken. Anders gezegd: onze relatie te verbreken.
Ik zeg tegen haar: ‘Zoek nou maar snel een ander huis, je hoeft er niet op te rekenen dat ìk hier weg ga!
Mijn vrouw vraagt zich hardop af waarom ze me niet veel eerder verlaten heeft. Al die jaren, ruim vijfenveertig jaren, had ze de valse hoop, dat het wel goed zou komen tussen ons, terwijl haar lichaam, haar iets heel anders vertelde.
Ik heb daarentegen al die jaren, tot en met vandaag, goede hoop,  dat het allemaal goed komt. Valse hoop heb ik niet. Ben hooguit een beetje naïef. Verdrietig word ik  als je me zegt, dat het je lichaam was, dat me verstootte. Hoe dan ook, lieve vrouw van me: ìk hou nog steeds van je, bewonder je, ben trots op je. Al ben je zevenenzestig, ook lichamelijk vind ik je nog altijd een aantrekkelijke vrouw. Dat gaat nooit mee over. De tijd van de ‘love’-click tussen ons beiden is vrees ik definitief voorbij.
Op ons zelf gemaakte lila trouwkaartje, gedateerd 6 april 1970, staat rondom wat bloemetjes, de tekst:
 Jee & Cee gaan trouwen, want zij houden echt van elkaar.
 ‘Hoe kan je zeggen, dat je veel van me houdt,’ vraagt mijn vrouw, ‘als je me toch steeds weer wantrouwt, afstoot, kleineert, bekritiseert, bang maakt en (vals) veroordeelt. Of is dit juist vragen om aandacht, om  liefde? Zeg je nu, dat je veel van me houdt, omdat je bang bent alleen te komen staan? Zou die angst nu het enige zijn dat ons nog bindt? ‘Woede’ is eigenlijk angst. Zou dat het zijn in ons chagrijn tegenover elkaar? Angst is een slechte raadgever. Scheidingsangst, verlatingsangst, doodsangst, verliesangst …. Bestaan daar therapieën voor?’
Nadat zich bij mij de bipolaire stoornis openbaarde, vijftien jaar terug, is er een verwijdering tussen mijn vrouw en mij ontstaan. Ze werd bang van me en creëerde afstand tussen ons. Sindsdien slapen we ook niet meer in één bed.
Mijn vrouw zei:’In dat jaar, 2001, brak er iets in me: ik kon niet meer van je houden’.
Toen ik drie jaar terug, in 2012,  psychotisch werd, door mijn eigen stomme schuld  (‘medicijn-ontrouw’) werd de kloof tussen ons nog breder. M’n vrouw was razend. Ze wilde me zo snel mogelijk de deur uit hebben. Toch woon ik vandaag nog steeds bij haar. Hoe dat komt? Omdat ik zo vreselijk zielig stond te doen:
‘Ik heb zo weinig geld,’ zei ik,’ op mezelf wonen kan ik gewoon niet betalen.’  Toen heeft ze het er maar bij laten zitten.    

Maar ook vòòrdat in  2001 die bipolaire stoornis zich bij mij openbaarde, was er tussen mijn vrouw en mij al een ander soort stoornis actief, waarover later meer.