zondag 3 december 2023

SERIE 'OMA & OPA' DEEL 30. INGEKINKELDE RUITEN.

 

Serie ‘Oma en Opa’

Deel 30: Ingekinkelde ruiten.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal

 

Deel 30: Ingekinkelde ruiten.

Wat voorafging.

Maria is zwanger na verkracht te zijn. Ze baart Kareltje. Dan gaat ze bij een rijke familie (in ’t Hout) wonen en werken. De familie is goed voor haar. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … tegelijk raakt ze ook in verwarring ...

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw in ’t Hout houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te ontroeren … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is het zat: ’Dit moet afgelopen zijn.’  Maria’s liefde voor die man is gelijk over.

Joop brengt Maria met de auto haar moeder in Den Bosch.  Er wordt geroddeld over Joopr hij zou een pedo zijn. Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop raakt een beetje van slag. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop maar ze kunnen niks bewijzen.

Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van dieren bij haar thuis, net zoals nu met Kareltje gebeurt. En steeds is Maria in de buurt. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’? 

Kareltje ligt alwèèr niet in zijn bedje. Maria heeft, doordat hij door haar verkrachter verwekt is, wisselende gevoelens voor haar zoontje.

Maria gaat naar haar huisarts voor slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze wordt energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Haar droom: samen met een leuke man in een klein huisje.

Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen.  Buurman Klaas weet dat de gebroeders van Ooijen Joop mishandeld hebben. ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Joop likt zijn wonden en steekt de hand in eigen boezem. Hij is aangeklaagd voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook de misbruikte  kinderen hebben voor de rechtbank hun zegje gezegd ... getuigen mogen echter ze niet. Klaas was wèl getuige van het afrossen van Joop.

Joop wordt vrijgesproken. Ten onrechte. Dat weet hij. Zijn gedachten schieten alle kanten op. Één ding is zeker: Maria vertrouwt hem. Inmiddels lijkt haar woonwens  verwezenlijkt te worden.

In de poffertjeskraamlaat het trio zich de poffertjes goed smaken. Joop doet Maria daar een aanzoek om te gaan samenwonen.

Er moet nogal wat opgeknapt worden in het kleine huisje van Joop en Maria. Ze krijgen veel hulp. Maria zorgt goed voor de ‘inwendige mens’. Tè goed volgens Joop.

Maria raakt ondanks haar afkeer van Joops avances zwanger van hem. Haar tweede … hun eerste.

De trouwdag is voornamelijk gezellig. Dissonanten zijn de afwezigheid van Joop ’s vader en de trieste aanwezigheid van zijn moeder. Ook wordt Joop nog herinnerd aan die rechtszaak.  De kinderen van oom Bert dollen met Joop. De familie van Joop lijkt niet zo happy met dit huwelijk.

30. Ingekinkelde ruiten.

Zo gewelddadig als die avond, dat Joop vòòr zijn huis in elkaar werd geslagen, zijn de van Ooijens niet meer geweest. Ze stonden daar dan wel stoer te doen destijds bij zijn trouwen, met dat spandoek: ‘Joop, we krijgen je nog wel’ maar dat deed Joop niks. Ze hadden een flinke tijd vastgezeten, die van Ooijens. Joop wist zeker dat ze hun vingers geen tweede keer aan hem zouden branden.

Waar ze blijkbaar wel wat in zien, is stenen door de ruiten gooien bij Joop. Meestal een uurtje nadat Joop en Maria naar bed waren. De van Ooijens handelen snel: ze gooien een paar stenen door de ruiten en nemen daarna razendsnel de benen. Ze betrappen is haast niet mogelijk. Er is dus nooit een getuige. Die kapotte ruiten waren heel vervelend. Ze werden uit hun eerste slaap gewekt. Heel zuur was het ook dat Kareltje door het lawaai helemaal uit zijn doen was. Het eerste uur slaapt hij dan zeker niet meer. Als die ruiten zo’n tien keer zijn ingegooid, vindt Joop een kennis bereid, om in zijn huis te posten. De eerste avond blijft het rustig, de tweede avond ook maar de derde avond is het raak. De kennis van Joop heeft de gebroeders van Ooijen ‘op heterdaad betrapt’ van het ingooien van de ruiten. Een flinke boete zullen ze krijgen, tevens zullen ze een fikse schadevergoeding moeten neertellen voor de hele serie ingegooide ruiten.

Nadien hoorden Joop en Maria nooit meer van de actiegroep ‘Joop, wij krijgen je nog wel.’ Ze komen de van Ooijens nog wel eens tegen. Die twee zijn altijd samen, het lijkt wel of ze bang zijn om alleen over straat te gaan. Opzichtig kijken ze een andere kant op als ze Joop, Maria en hun kind tegenkomen. Joop zoekt beslist geen heibel met die jongens. Hij kan het ook weer niet laten om dan even, heel erg hard, nergens om te lachen  … alleen om die van Ooijens een beetje te jennen.

Maria maakt met grote verwondering kennis met Joops oom Bert. Maria omschrijft hem als een wanhopige zuurpruim. Hoe kunnen kinderen met zo’n zure vader, zo’n gelukkige uitstraling hebben. Het moet de moeder zijn, die via haar genen haar blijmoedigheid moet hebben doorgegeven. Maar Tante Aal, zonder enige overdrijving ‘het zonnetje in huis’, was  vier jaar geleden, ten gevolge van complicaties bij de (vroegtijdige) geboorte van Harm, overleden. Sindsdien verbittert oom Bert zienderoog. Hij staat dan van het ene op het andere moment vrijwel overal alleen voor. Via de katholieke kerk kan hij bij gods gratie, vier uurtjes hulp per week krijgen.  Deze hulp doet wekelijks de was, op voorwaarde, dat die was door oom Bert opgehangen, gestreken, opgevouwen en opgeborgen wordt. Oom Bert gaat daarmee accoord. Verder is die hulp, Anna,  jammer genoeg iemand, die je voor je verdriet nog niet in huis wil hebben. Als het Anna tegenzit, scheldt ze gerust, zo katholiek als is, de Here Jezus van het kruis.  Maar beter iets dan niets, moet oom Bert gedacht hebben.  Nicht Doortje, zijn oudste dochter, neemt naarmate ze wat ouder wordt, steeds meer werk uit handen van haar vader.  Het mag helaas niet baten; oom Bert wordt er niet vrolijker op. 

 

Morgen: Deel 31. Dood geboren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten