dinsdag 5 december 2023

SERIE 'OMA &OPA' DEEL 32 UIT HUIS GEZET.


Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal

 

Deel 32: Uit huis gezet.

Wat voorafging.

Maria is zwanger na verkracht te zijn. Ze baart Kareltje. Dan gaat ze bij een rijke familie (in ’t Hout) wonen en werken. Dat bevalt haar goed. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … verwarrend ...

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw in ’t Hout houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te ontroeren … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is het zat: ’Dit moet afgelopen zijn.’

Joop rijdt Maria naar haar moeder in Den Bosch.  Er wordt geroddeld over Joop. Hij zou pedofiel  zijn. Maria betwijfelt dat. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop struikelt over zijn woorden. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop; bewijs is er niet.

Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er n u met Kareltje gebeurt. En steeds is Maria vlakbij. Maria onthult Joop, dat die verkrachter tevens Kareltjes vader is.  Het knulletje ligt alwèèr niet in zijn bedje.  Zou er soms een verband zijn tussen de verkrachting en die ‘verplaatsingen’?

Maria gaat naar de huisarts voor haar slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze wordt energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Samenwonen met een leuke man in een huisje is haar droom.

Joop wordt elkaar geslagen.  Buurman Klaas weet dat de twee gebroeders van Ooijen Joop mishandeld hebben. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Joop likt zijn wonden en steekt de hand in eigen boezem. Hij is aangeklaagd voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook de misbruikte  kinderen hebben een verklaring afgelegd ... getuigen mogen ze echter niet. Klaas was wèl getuige van het afrossen van Joop.

Joop wordt vrijgesproken. Ten onrechte. Dat wéét hij. Zijn gedachten schieten alle kanten op. Één ding is zeker: Maria vertrouwt hem. Haar woonwens wordt verwezenlijkt.

In de poffertjeskraam laat het trio het zich smaken. Joop doet Maria daar een aanzoek om te gaan samenwonen.

Het huisje moet opgeknapt worden. Ze krijgen hulp. Maria zorgt goed voor de helpers. Tè goed volgens Joop.

Maria raakt ondanks haar afkeer van Joops avances zwanger van hem. Haar tweede … hun eerste.

De trouwdag is gezellig. Dissonanten zijn de afwezigheid van Joop ’s vader en de trieste aanwezigheid van zijn moeder. Ook wordt Joop herinnerd aan die rechtszaak.  De kinderen van oom Bert dollen met Joop. De familie van Joop lijkt niet blij met dit huwelijk. 

Een kennis van Joop betrapt de van Ooijens op ruiten ingooien.  Joop jent de van Ooijens en vertelt Maria het droeve relaas van Oom Bert.

Tot de 6e maand was het voor Maria een fijne dracht. Ze deelde veel met Joop en sprak vaak met haar  ongeboren kind, dat ze Engeltje noemde. In die 6e maand eindigde de zwangerschap bruut.

Deel 32: Uit huis gezet.

Na de dood van Engeltje gaat het een stuk voorspoediger in huize Kikkerds, qua kinderen krijgen althans. Vijf gezonde meiden brengt Maria ter wereld  in de twintiger jaren. Vele jaren gaat het goed totdat er wrijving ontstaat tussen Karel, die inmiddels 18 jaar is en Joop, zijn stiefvader. Karel is echt een moederskindje. Voor vrijwel alles wat hij nodig heeft of wil weten, gaat hij naar Maria. Zij kan en wil hem meestal ook wel helpen. Ook discussiëren Maria en Karel vaak met elkaar over de politiek. Karel haat Hitler, de  Duitse nazi-dictator, die sterk in opkomst is. Zijn stiefvader Joop laat meer zijn oor hangen naar de woorden van meneer pastoor, die preekt dat Hitler zo kwaad nog niet is. Volgens hem moeten we Joden altijd en overal scherp in de gaten houden.  Maria vindt Hitler een gevaar en Joden vindt ze erg zielig in deze tijd. Ze krijgen overal maar de schuld van. Dat klopt natuurlijk van geen kanten. Dat vindt ze ook oneerlijk. Zo zijn Maria en Karel nog al eens met elkaar bezig en dat is iets wat Joop niet lekker zit. Dat uit zich bij Joop  in eerste instantie, door met een stuurs gezicht in zijn makkelijke stoel te gaan zitten en irritant te gaan trommelen op de stoelleuning. Hij zegt verder niets. Het is alleen hinderlijk.  Later zet hij de radio aan. Ze hebben distributie-radio. Joop vraagt of liever gezegd: hij commandeert dat ze moeten stoppen met hun gesprek (‘gezeik’ zegt hij op den duur) omdat hij anders zijn muziek niet kan horen. Karel en Maria gaven hem zijn zin maar. Tot nu toe raakt Joop met zijn ergernissen zowel Maria als Karel. Op een dag komt Joop met de regel, dat Karel zijn schoenen bij de voordeur uit moet trekken, omdat hij toch wel behoorlijk veel vuil van de straat mee naar binnen brengt.  Joop voelt zich tekort gedaan. Voelt zich verongelijkt, is  jaloers.

 

Het wordt Karel steeds duidelijker dat de Rooms Katholieke Kerk geen hand uitsteekt om de Joden te helpen. De deportatie van Joden naar Duitse en Poolse concentratiekampen wordt door het Vaticaan lange tijd met de mantel der liefde bedekt. Op den duur wordt het nog vele malen erger en verraadt de Rooms-Katholieke Kerk  Joodse mensen zelfs. Bij Maria in de straat, precies aan de overkant, wordt het Joodse gezin van de sigarenzaak, vader, moeder en drie jonge kinderen, een nazi truck ingejaagd. 

Karel gaat nog altijd trouw naar de kerk op zondag maar nu hij zich bewust is van de laffe houding van de Roomsen keert  hij de kerk de rug toe. Nooit meer op zondag naar de kerk.  Op de eerste zondag dat Karel niet naar de kerk gaat, vraagt Joop hem naar het waarom daarvan. Zijn uitleg is duidelijk maar Joop accepteert hem niet en eist, dat Karel de volgende zondag gewoon weer naar de kerk gaat. Karel zegt al bij voorbaat, dat hij dat niet gaat doen. Joop pakt dan de stok waarmee hij Karel kan slaan: ‘dan wil ik je hier niet meer  in huis hebben, meneer. Je zoekt dan maar wat anders.’ Karel zwijgt. De volgende zondag gaat hij richting kerk. Hij gaat de kerk niet in maar gaat zitten op een bank in het plantsoen voor de kerk. Hij rookt een sigaretje. Leest in ‘Puntila’ een boekje geschreven door Bertold Brecht over de goede en de slechte mens, verenigd in één persoon. Er komt iemand naast hem zitten.  Joop. ‘Zo jongen,’ zegt hij met een valse grijns, ’jij snapt zeker wel dat het nu over en uit is, hè?’

Morgen:  Deel 33.  Arbeitseinsatz

Geen opmerkingen:

Een reactie posten