Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken
krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop
‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.
Deel 37: Een roofmoord.
Wat voorafging.
Maria is zwanger na een verkrachting. Ze baart Kareltje. Dan
gaat ze bij rijke mensen (in ’t Hout) wonen en werken. Dat bevalt haar. Ze
wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … verwarrend ...
Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw in ’t Hout
houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te ontroeren … maar het is schúldgevoel,
dat haar beroert. In een droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.
Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn
ledikantje. Maria slaapt diep. Meneer in ’t Hout is het zat: ’Dit moet
afgelopen zijn.’
Joop rijdt Maria naar haar moeder in Brabant. Er wordt geroddeld over Joop. Hij zou
pedofiel zijn. Joop kent de roddel. Twee
gassies hebben gelogen.
Maria’s moeder herinnert zich verplaatsingen van dieren
thuis. Lijkt op wat er nu met Kareltje gebeurt. Maria is steeds dichtbij. Het
knulletje ligt alwèèr niet in zijn bedje.
Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en die ‘verplaatsingen’?
Maria gaat voor haar slaapwandelprobleem naar de huisarts.
Ze krijgt medicijnen en een
verwijsbriefje voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze
wordt energieker; wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Samenwonen met een leuke man is
haar droom.
Joop wordt elkaar geslagen.
Buurman Klaas weet dat de twee gebroeders van Ooijen Joop mishandeld
hebben. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar
zijn huis. De misbruikte kinderen hebben
een verklaring afgelegd ... getuigen mogen ze echter niet. Klaas was er getuige
van dat Joop werd afgerost.
Joop wordt vrijgesproken. Ten onrechte. Dat wéét hij. Één
ding is zeker: Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan verwezenlijkt worden. Joop
doet Maria in de poffertjeskraam een aanzoek om te gaan samenwonen.
Hun huisje moet opgeknapt worden. Ze krijgen veel hulp.
Maria zorgt goed voor de helpers. Tè goed volgens jaloerse Joop.
Maria raakt zwanger van Joop. Háár tweede … hùn eerste.
De trouwdag is gezellig. Joop wordt herinnerd aan de
rechtszaak. Oom Bert’s kinderen t dollen
met Joop. De familie van Joop lijkt niet erg blij met dit huwelijk.
Een kennis van Joop betrapt de van Ooijens op ruiten
ingooien. Joop jent de van Ooijens en
hij vertelt Maria het droeve relaas van Oom Bert.
Tot de 6e maand was het voor Maria een fijne dracht. Ze
deelde veel van haar gevoelens met Joop. Ze sprak vaak met Engeltje, haar
ongeboren kind. In die 6e maand eindigde haar zwangerschap bruut.
Maria en Joop krijgen nog 4 dochters. Het is oorlog.
Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en Joop akkederen niet.
Joop zet hem het huis uit.
Joop treft het in de Arbeidseinsatz in Duitsland. Beter dan
zijn gezin. Hij verbleef bij een Joods muzikantengezin. De Joden in de straat in
Schiedam zijn allemaal afgevoerd.
De Kikkerds gaan shoppen. Koffie drinken bij de Hema. Een
heer van de Arbeidseinsatz fluistert Joop wat in. Joop verschiet van kleur. Hij
moet binnenkort komen praten.
Joop misdraagt zich naar zijn dochters. Karel pleegt
zelfmoord. Joop weet met zijn gevoel
geen raad.
37. Een roofmoord.
Joop wordt om 10 uur ’s ochtends verwacht op het Voorwater.
Daar is het politiebureau en dus niet ‘de Arbeidseinsatz’. Niemand hoeft te
weten, dat hij op het politiebureau moet komen en waarom. Inspecteur Vrolijk
heet hem hartelijk welkom. Joop heeft het vermoeden dat hij hier moet komen
opdraven voor de roofmoord op de muzikale Joodse familie Mendels, waarbij hij
in Duitsland in de kost is geweest. Dat klopte precies. Inspecteur Vrolijk zegt Joop wat hij dus al
weet, dat een week na het einde van de oorlog het gezin Mendels op lugubere
wijze is vermoord. Alle gezinsleden onthoofd, ledematen afgehakt. Violen in mootjes gehakt, over hun lijken
uitgestrooid en … de kluis was opengebroken.
Joop is drie dagen nadat de vrede getekend was vertrokken
uit Gelsenkirchen. Op dat moment heerste er een uitgelaten stemming bij de
familie Mendels. De oorlog was voorbij, weg met al die angsten, bedreigingen en
voorzichtigheid. De nazi’s hadden verloren en ze konden weer een normaal,
menswaardig bestaan gaan opbouwen; die sfeer heerste er.
Dat was nog niet alles, volgens inspecteur Vrolijk, er wordt
ook nog eens 50.000 D-mark vermist. Mevrouw Mendels was een zeer accurate
boekhoudster; 100.000 D-mark zou er volgens haar boekhouding in de kluis moeten
zitten. Moordenaar en dief zouden hier dus best wel eens een en dezelfde
persoon kunnen zijn.
Dat ze zo snel bij hem terecht zijn gekomen, verontrust Joop
danig. Moord en beroving met als dader één persoon, denken ze dus bij de
politie. Met de moorden heeft Joop helemaal niks te maken. Hij gruwt alleen al
bij de beschrijving van de moordpartij.
Van die beroving weet Joop wel iets af, al gaat hij daar nu niks over bekennen.
Hij had 10.000 D-Mark weggenomen uit hun kluis. Mevrouw Mendels is te goed van
vertrouwen en laat de kluis in zijn nabijheid even openstaan. Die 40.000 D-Mark
zal waarschijnlijk ingepikt zijn door de moordenaar.
Inspecteur Vrolijk grijnst richting Joop: ’Zo, dus meneer
Joop Kikkerds, u weet zeker dat u geen geld van de Familie Mendels in uw zak heeft
gestoke?’
‘Zeker weten.’
‘Ik vraag het u nog eens, omdat op 20 oktober 1945 jl. door
de heer J. Kikkerds, in Rotterdam 10.000
D-Mark is omgewisseld in Nederlandse
guldens.’
Joop beaamt dat hij 10.000 D-mark omgewisseld heeft in
Nederlandse guldens, maar dat het eigen gespaard geld was, geld voor zijn gezin
dat vijf jaar in armoede geleefd had.
Neen, meneer Kikkerds, stop alsjeblieft met uw leugens. De
door u gestolen biljetten waren door mevrouw Mendels allemaal genummerd. De
biljetten, die u aanbood aan de
Rotterdamse Bank, waren door mevrouw
Mendels genummerde biljetten.
Joop beseft nu dat hij er gloeiend bij is.
‘Okee, van dat geld, die 10.000 D-Mark geef ik toe maar met
die moorden heb ik echt helemaal niks te maken, meneer Vrolijk.’
‘Dat moet ik nu zeker maar gelijk op uw woord geloven?’
‘Neen, meneer Vrolijk, heus, moorden zal ik nooit, ik word
zoals ik al zei al misselijk van uw beschrijving van de gedode mensen.’
‘Mooie praatjes, die had u net ook toen we het over dat geld
hadden. U was alsmaar aan het ontkennen, net als nu. Weet u, meneer Kikkerds,
dat hele huis in Gelsenkirchen zit vol met uw vingerafdrukken. Waarom zou u dat
gezin niet vermoord kunnen hebben?’
‘Het is toch logisch, meneer Vrolijk, dat mijn
vingerafdrukken veel voorkomen in dat huis; ik heb er wel vijf jaar gewoond!’
‘Tot slot van dit gesprek wil ik graag nog iets van u weten, meneer Kikkerds. Er was
geen 10.000 maar 50.000 D-Mark verdwenen. Wat heeft u met de rest, met die
40.000 D-Mark, gedaan?’
‘Wat ik al zei: ik heb niet meer dan die 10.000 D-Mark meegenomen.
‘Goed, meneer Kikkerd, U zult begrijpen, dat ik u gezien uw
bekentenis, niet naar huis kan laten gaan. Ik neem u in voorlopige hechtenis.
Een politieagent zal ik langs sturen bij uw vrouw om haar zeggen waar u de
nacht doorbrengt en waarom.’
Morgen: Deel 38. Veroordeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten