Voorgaande delen van de
serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook
gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel
1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal
Deel 32: Uit huis gezet.
Wat voorafging.
Maria is zwanger na
verkracht te zijn. Ze baart Kareltje. Dan gaat ze bij een rijke familie (in ’t
Hout) wonen en werken. Dat bevalt haar goed. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t
Hout … verwarrend ...
Ene Joop Kikkerd komt
drukwerk afleveren. Mevrouw in ’t Hout houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te
ontroeren … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert. In een nare droom
worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.
Kareltje brult iedereen
wakker; hij is niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t
Hout is het zat: ’Dit moet afgelopen zijn.’
Joop rijdt Maria naar haar
moeder in Den Bosch. Er wordt geroddeld
over Joop. Hij zou pedofiel zijn. Maria
betwijfelt dat. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop struikelt over
zijn woorden. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De
politie was al bij Joop; bewijs is er niet.
Maria’s moeder herinnert
zich raadselachtige verplaatsingen van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er n
u met Kareltje gebeurt. En steeds is Maria vlakbij. Maria onthult Joop, dat die
verkrachter tevens Kareltjes vader is.
Het knulletje ligt alwèèr niet in zijn bedje. Zou er soms een verband zijn tussen de
verkrachting en die ‘verplaatsingen’?
Maria gaat naar de
huisarts voor haar slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria
reageert goed op de medicatie. Ze wordt energieker, wil ‘haar vleugels’
uitslaan. Samenwonen met een leuke man in een huisje is haar droom.
Joop wordt elkaar
geslagen. Buurman Klaas weet dat de twee
gebroeders van Ooijen Joop mishandeld hebben. ‘Volgende keer ga je er aan’,
roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Joop likt zijn wonden en
steekt de hand in eigen boezem. Hij is aangeklaagd voor seksueel
grensoverschrijdend gedrag. Ook de misbruikte
kinderen hebben een verklaring afgelegd ... getuigen mogen ze echter
niet. Klaas was wèl getuige van het afrossen van Joop.
Joop wordt vrijgesproken.
Ten onrechte. Dat wéét hij. Zijn gedachten schieten alle kanten op. Één ding is
zeker: Maria vertrouwt hem. Haar woonwens wordt verwezenlijkt.
In de poffertjeskraam laat
het trio het zich smaken. Joop doet Maria daar een aanzoek om te gaan
samenwonen.
Het huisje moet opgeknapt
worden. Ze krijgen hulp. Maria zorgt goed voor de helpers. Tè goed volgens
Joop.
Maria raakt ondanks haar
afkeer van Joops avances zwanger van hem. Haar tweede … hun eerste.
De trouwdag is gezellig.
Dissonanten zijn de afwezigheid van Joop ’s vader en de trieste aanwezigheid
van zijn moeder. Ook wordt Joop herinnerd aan die rechtszaak. De kinderen van oom Bert dollen met Joop. De
familie van Joop lijkt niet blij met dit huwelijk.
Een kennis van Joop
betrapt de van Ooijens op ruiten ingooien.
Joop jent de van Ooijens en vertelt Maria het droeve relaas van Oom
Bert.
Tot de 6e maand
was het voor Maria een fijne dracht. Ze deelde veel met Joop en sprak vaak met
haar ongeboren kind, dat ze Engeltje
noemde. In die 6e maand eindigde de zwangerschap bruut.
Deel 32: Uit huis gezet.
Na de dood van Engeltje gaat het een stuk voorspoediger in
huize Kikkerds, qua kinderen krijgen althans. Vijf gezonde meiden brengt Maria
ter wereld in de twintiger jaren. Vele
jaren gaat het goed totdat er wrijving ontstaat tussen Karel, die inmiddels 18
jaar is en Joop, zijn stiefvader. Karel is echt een moederskindje. Voor vrijwel
alles wat hij nodig heeft of wil weten, gaat hij naar Maria. Zij kan en wil hem
meestal ook wel helpen. Ook discussiëren Maria en Karel vaak met elkaar over de
politiek. Karel haat Hitler, de Duitse
nazi-dictator, die sterk in opkomst is. Zijn stiefvader Joop laat meer zijn oor
hangen naar de woorden van meneer pastoor, die preekt dat Hitler zo kwaad nog
niet is. Volgens hem moeten we Joden altijd en overal scherp in de gaten
houden. Maria vindt Hitler een gevaar en
Joden vindt ze erg zielig in deze tijd. Ze krijgen overal maar de schuld van. Dat
klopt natuurlijk van geen kanten. Dat vindt ze ook oneerlijk. Zo zijn Maria en
Karel nog al eens met elkaar bezig en dat is iets wat Joop niet lekker zit. Dat
uit zich bij Joop in eerste instantie,
door met een stuurs gezicht in zijn makkelijke stoel te gaan zitten en irritant
te gaan trommelen op de stoelleuning. Hij zegt verder niets. Het is alleen
hinderlijk. Later zet hij de radio aan.
Ze hebben distributie-radio. Joop vraagt of liever gezegd: hij commandeert dat
ze moeten stoppen met hun gesprek (‘gezeik’ zegt hij op den duur) omdat hij
anders zijn muziek niet kan horen. Karel en Maria gaven hem zijn zin maar. Tot
nu toe raakt Joop met zijn ergernissen zowel Maria als Karel. Op een dag komt
Joop met de regel, dat Karel zijn schoenen bij de voordeur uit moet trekken,
omdat hij toch wel behoorlijk veel vuil van de straat mee naar binnen brengt. Joop voelt zich tekort gedaan. Voelt zich
verongelijkt, is jaloers.
Het wordt Karel steeds duidelijker dat de Rooms Katholieke
Kerk geen hand uitsteekt om de Joden te helpen. De deportatie van Joden naar
Duitse en Poolse concentratiekampen wordt door het Vaticaan lange tijd met de
mantel der liefde bedekt. Op den duur wordt het nog vele malen erger en
verraadt de Rooms-Katholieke Kerk Joodse
mensen zelfs. Bij Maria in de straat, precies aan de overkant, wordt het Joodse
gezin van de sigarenzaak, vader, moeder en drie jonge kinderen, een nazi truck
ingejaagd.
Karel gaat nog altijd trouw naar de kerk op zondag maar nu
hij zich bewust is van de laffe houding van de Roomsen keert hij de kerk de rug toe. Nooit meer op zondag
naar de kerk. Op de eerste zondag dat
Karel niet naar de kerk gaat, vraagt Joop hem naar het waarom daarvan. Zijn
uitleg is duidelijk maar Joop accepteert hem niet en eist, dat Karel de
volgende zondag gewoon weer naar de kerk gaat. Karel zegt al bij voorbaat, dat
hij dat niet gaat doen. Joop pakt dan de stok waarmee hij Karel kan slaan: ‘dan
wil ik je hier niet meer in huis hebben,
meneer. Je zoekt dan maar wat anders.’ Karel zwijgt. De volgende zondag gaat
hij richting kerk. Hij gaat de kerk niet in maar gaat zitten op een bank in het
plantsoen voor de kerk. Hij rookt een sigaretje. Leest in ‘Puntila’ een boekje
geschreven door Bertold Brecht over de goede en de slechte mens, verenigd in
één persoon. Er komt iemand naast hem zitten.
Joop. ‘Zo jongen,’ zegt hij met een valse grijns, ’jij snapt zeker wel dat
het nu over en uit is, hè?’
Morgen: Deel
33. Arbeitseinsatz