Posts tonen met het label onderhand. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onderhand. Alle posts tonen

maandag 27 november 2023

SERIE 'OMA & OPA' DEEL 24. OPGEWONDEN.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

Deel 24: Opgewonden.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes. Maria verlangt naar haar baby’tje.   Ephraïm, een non, ‘ontfermt’ zich over haar. Samen kopen ze babykleertjes.

Maria baart Kareltje en gaat bij een rijke familie (in ’t Hout) wonen en werken. De familie is goed voor haar. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … tegelijk raakt ze ook in verwarring ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw speelt met Kareltje. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert. Ze verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje en Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is boos: ’Dit moet afgelopen zijn.’  Haar liefde voor die man is gelijk over.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Hij gaat Maria met de auto naar haar moeder in Den Bosch brengen.  Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria de roddel over Joop: ’Hij is niet te vertrouwen met kinderen’. Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat dan sneller als anders, stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop maar ze kunnen niks bewijzen.

Maria’s oudere zus, Rika, is een ouwe vrijster. Ze flirt met Joop. Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van dieren in haar huis, net zoals nu met Kareltje gebeurt. En steeds was Maria in de buurt. Zij en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter de vader van Kareltje  is. Is er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’? 

Kareltje ligt alwèèr niet in zijn bedje. Dit zijn angstige gebeurtenis voor Maria. Ze heeft, doordat hij door haar verkrachter verwekt is, wisselende gevoelens voor haar zoontje.

Maria gaat naar haar huisarts voor slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater.

Maria reageert goed reageren op de medicatie. Ze wordt energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Samen met een leuke man in een klein huisje, daar droomt ze van.

Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen.  Buurman Klaas weet dat de gebroeders van Ooijen Joop mishandeld hebben. ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Joop likt zijn wonden en steekt de hand in eigen boezem. Hij is aangeklaagd voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook de misbruikte  kinderen hebben hun zegje gezegd. Er zijn alleen geen getuigen. Minderjarigen mogen niet getuigen. Klaas was wèl getuige van het afrossen van Joop.

Joop is vrijgesproken. Ten onrechte, dat weet hij. Zijn gedachten schieten alle kanten op. Één ding is zeker: hij heeft het vertrouwen van Maria. Inmiddels lijkt de woonwens van haar verwezenlijkt te worden.

24. Opgewonden.

Maria en Kareltje zijn door Joop uitgenodigd om poffertjes te gaan eten in Rotterdam. Hij komt die twee op zondag rond twee uur thuis ophalen. Joop is mooi op tijd en Maria en haar zoontje staan al klaar. Meneer in ‘t Hout en Lidwien staan in het halletje van hun huis om hen uit te zwaaien. In zekere zin is meneer in ‘t  Houten wel opgelucht over het aanstaande vertrek van Maria. Daarom ook heeft hij zich bijzonder ingespannen om die woning in de Wattstraat voor haar te regelen. Hij heeft het nauwelijks weten te verbergen maar telkens als Maria in zijn buurt is of zelfs als hij maar even aan haar denkt raakt hij opgewonden.  Bijzonder moeilijk heeft meneer in ‘t Hout het, gedurende de vrij korte periode, waarin Maria zich, als het ware, gedraagt als een krolse kat. Dan moet hij vaak tegen zichzelf  zeggen: ‘Anton, jongen: tong tussen je tanden en hard bijten.’ Meestal verdwijnt zijn opwinding dan snel.  Hij kan zijn geilheid óók heel makkelijk laten wegebben door aan zijn vrouw te denken. Niet omdat zijn vrouw onaantrekkelijk zou zijn. Maar als hij denkt aan zijn vrouw dan weet hij, hoe verdrietig zij zou zijn  als hij haar zou bedriegen.  Hij zou het er ook heel moeilijk mee hebben als zijn vrouw vreemd zou gaan.  Meneer in ‘t Hout was er, terwijl hij nog steeds Maria uitzwaaide,  trots op, dat hij al die maanden Maria heeft kunnen weerstaan. Slechts een luttel aan malen in die hele periode, heeft hij zichzelf bevredigd … en daarop was hij heel fier.

Het is hooguit een half uurtje rijden vanuit Schiedam. Naar de poffertjeskraam in Rotterdam.

Maria had nu eens mooi de kans om Joop ‘en profile’ te bekijken. Zijn ogen ziet ze nu wel niet maar die kent ze onderhand wel: zacht, vriendelijk, niet groot, niet klein en bruin-groenig. Zijn hoofd is nog steeds kaal maar dat staat hem goed. De vieze puisten van toen zijn gelukkig verdwenen. Zijn neus en oren passen goed bij zijn formaat hoofd. Maria vindt zijn lippen alleen een beetje te smal voor het mooie. Hij heeft stevige spierballen maar ook al een buikje … en dat voor zo’n jonge vent. De broek, die hij aan heeft, is morsig en nu ze toch in die richting kijkt: ter hoogte van zijn kruis ziet ze een ‘fiere bobbel’. Al met al toch wel een lekker ventje concludeert ze ... dat ventje begint, zomaar ineens, in de auto een vrolijk deuntje te fluiten.

Kareltje, dat andere lekkere ventje, vindt het wel wat, hier in de auto. Hij is klaarwakker en hij wil alles, waar hij in de auto bij kan, pakken. Op het dashboard ligt een doos sigaren en de wegenkaart van Nederland voor het grijpen.

‘Neen Kareltje, dat is niet voor jou, dat is de kaart van ome Joop’. Als door een adder gebeten reageerde Joop: ’Wil je me nòòit meer òme Joop noemen Maria, als ik ergens een rothekel aan heb, dan is het aan die sssstomme gewoonte, om alle loslopende mannen maar ‘ome’ te noemen. Jóóp heet ik! Noem me dan ook zo!’

’Okee,’ Maria zag hem voor het eerst een beetje pissig.  Hij stottert en krijgt heel even een rood hoofd. Grappig. Ondertussen heeft Kareltje de doos sigaren bemachtigd. Acht sigaren liggen op de bodemplaat van de auto en één sigaar is Kareltje aan het verkruimelen.

‘O, Joop je sigaren!’

‘Godgloeiendegodverdomme! Kan dat rotjoch nou helemáál nergens vvvvvvanaf blijven? Weet je wat ,Maria ik stop gewoon zo’n sssssigaar in zijn bakkus, dan blijft hij er vvvvoortaan wèl vanaf.’ 

Eindelijk zijn ze aangekomen bij de poffertjeskraam.

‘Ritje heeft toch langer geduurd dan je dacht, hè Joop?’

 

Morgen: Deel 25. In de poffertjeskraam.


woensdag 28 juni 2023

TWEE DAMES

In de trein van Bergen op Zoom naar Den Haag op zaterdag 24 juni zitten twee bejaarde dames bij te komen van een dagje uit.

Truus: Ik was nog nooit in Vlissingen geweest ….heerlijk.  Die boulevard ….het is de mooiste boulevard die ik ooit heb gezien. Jij vond er niet zo veel aan hè, Mies?

Mies:  Jawèl, ik geeft je helemaal gelijk maar ik hebt toch het meest genoten van het  gewoon in de trein zitten van Schiedam naar Vlissingen. Lekker naar buiten kijken. Een lekkere rustige trein met weinig gezeik om je heen.

Truus: Die boulevard vond ik toch wel ……..

Mies: Het werd onderhand wel es tijd ook om eens ergens anders heen te gaan: we benne zeker al honderd keer in Delft geweest en twintig keer in Leiden. Vlissingen mag dan leuk zijn voor de afwisseling maar voor mij hoeft het meer.

Truus: Ik was toch wel helemaal weg van die boulevard daar. Weet je waar ik zo van genoten heb. Niet vandaag hoor ….. eerder dit jaar. Van Hoek van Holland. Ik hou zo van de zee. Dat zouden we best nog een keertje kunnen doen. De metro komt tegenwoordig zowat op het strand.

Mies: Ja, dat moeten we samen echt een keertje  doen.

 

Er wordt omgeroepen dat er overgestapt kan worden op de trein naar Woerden

 

Mies: Ooo, Woerden daar benne we toch ook al es geweest?

Truus: Even denken ….. o ja daar was dat leuke poppenmuseum, ja, enig. Hé, kijk dat meisje gaat de wc in.

Mies: Ze zal wel motten plassen, dat mot jij toch ook wel es?

Truus: Ja, gek is dat hè, ik zie eigenlijk altijd alleen maar mannen, die trein wc ingaan ….. nou ja, dat zal wel aan mij liggen.

Mies: Ga je zondag nog wat leuks doen?

Truus: Nee. Mijn dochter gaat voor me koken, dat is wel leuk.

Mies: Zo, jij boft.

Truus: Ze maakt vandaag babi pangang met rijst. Straks als we weer in Schiedam zijn kan ik een pannetje bij haar ophalen. Dan warm ik het morgen op en geniet van een lekker maaltje. … ja toch, niet dan?

Mies: Ja! Babi pangang, zalig. Ik  hebt toevallig nog een joekel van een  witlof leggen, over van gisteren. Die peuzelt ik morgen lekker op met een paar gekookte aardappeltjes en wat jus erbij. Als ik dalijk thuis ben haal ik gelijk een kant en klaar speklappie uit de vriezer. Dat is morgen ontdooit. Doet ik er ook gewoon bij. Zó ongelooflijk lekker zo’n maaltje. Daar kunnen ze me midden in de nacht voor wakker maken.

Truus: Hé kijk nou, daar gaan drie jongens tegelijk de wc in. Dat meisje zit er toch nog?

Mies: Welnee, die meid is al lang en breed klaar, joh …. Zeker een half uur terug hebt ik haar al uit dat stinkhok zien kommen.

 

Hier, op Rotterdam Blaak, stap ik uit. De dames reizen door naar Schiedam.