Posts tonen met het label razendsnel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label razendsnel. Alle posts tonen

vrijdag 15 december 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 42: LEREN VERVEN

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 42. Leren verven.

Wat hier aan voorafging.

Maria is zwanger na een verkrachting. Ze baart Kareltje. Ze gaat bij rijke mensen (fam. in ’t Hout) wonen en werken. Dat bevalt haar. Ze leert daar Joop kennen.

Kareltje brult iedereen wakker èn … hij ligt niet in zijn bedje. Waar is hij?

Joop rijdt Maria naar haar moeder in Brabant.  Er wordt geroddeld over Joop. Hij zou pedofiel zijn. Joop kent de roddel.

Maria’s moeder herinnert zich ‘verplaatsingen’ van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er nu met Kareltje gebeurt. Maria is altijd dichtbij. Hij ligt alwèèr niet in zijn bedje. Heeft die verkrachting er wat mee te maken?

Maria gaat naar de huisarts voor ’t slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze wordt actief … wil gaan samenwonen.

Joop wordt elkaar geslagen.  Buurman Klaas is getuige: het zijn de gebroeders van Ooijen. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze. De misbruikte  jongens doen aangifte ... getuigen mogen ze echter nog niet ... want: minderjarig. 

Joop wordt vrijgesproken. Maria vertrouwt hem. Haar woonwens kan nu verwezenlijkt worden. Joop vraagt Maria met hem te gaan samenwonen.

Hun huis moet opgeknapt. Ze krijgen volop hulp. Maria verwent de hulpploeg. Tè veel volgens een jaloerse Joop.

Maria is zwanger van Joop. Háár tweede … hùn eerste. Tot de 6e maand is de zwangerschap voor Maria een feest. Ze praat veel  met Engeltje, haar ongeboren kindje. Die maand 6e maand eindigt in een drama.

Joop wordt herinnerd aan de rechtszaak. De van Ooijens gooien de ruiten van zijn huis in … ze worden op heterdaad betrapt. 

Maria en Joop krijgen 4 dochters. Het is oorlog. Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel en Joop zijn als water en vuur. Joop  wijst hem de deur.

Joop treft het met zijn werk bij de  Arbeidseinsatz in Duitsland. Hij logeert bij een Joods muzikantengezin. De Joden in de Wattstraat in Schiedam zijn allemaal uit hun huis gehaald en afgevoerd.

De familie gaat shoppen en koffie drinken bij de Hema. Een heer van de Arbeidseinsatz fluistert Joop wat in. Joop wordt lijkbleek. Hij moet komen praten.

Joop misdraagt zich naar zijn dochters. Karel pleegt zelfmoord.

Er is een roofmoord gepleegd op de Joodse muzikale familie. Joop is verdachte. 50.000 D.M. is zoek. Hij geeft toe dat hij 10.000 D.M. in zijn zak gestoken heeft. Twee jaar cel krijgt hij. Voor de trouwdag van zijn dochter Els vraagt en krijgt hij een dag verlof. Maria haalt hem op. Joop is vermagerd en verzorgt zich niet goed. Maria houdt hem op afstand.  Ze ziet er tegenop met Joop oud te worden.

Het bruidspaar is prachtig. Joop en Maria zijn op de bruiloft. Aanvankelijk is Joop kopschuw maar later danst hij mee. Later brengt Maria haar man weer terug naar de gevangenis.

Wien zit in ’t klooster. Maria heeft veel last van haar (open) benen (en ook van haar man). Maria is jarig dat is altijd een feest: eten, drinken en spelletjes doen. Het kabouterspel wordt ’t liefst gespeeld.

42.Leren verven.

Opa Joop gaat Siem, Anna’s zoon van bijna negen, leren verven. Anna heeft het druk, ze heeft haar handen vol aan haar drie andere jonge bewerkelijke kinderen. Ze staat er alleen voor, want haar man zit op de grote vaart. Hij reist elke drie weken van Rotterdam naar New York en weer terug. Door met Siem een beetje te verven neemt haar vader haar wat werk uit handen. De stoelen van de eethoek hebben een verfbeurt nodig. Opa kan goed verven. Hij leert Siem de kneepjes van het vak: ‘Op de rugleuning van de stoel, drie plopjes verf op ongeveer vijftien centimeter van elkaar en ze dan naar elkaar toe uitsmeren,’ zegt opa Joop. En het werkt … het wordt mooi egaal blauw.  Zo doet Siem ook de zitting, de onder- en bovenkant. Opa Joop is apetrots op Siem. De stoelpoten zijn nu aan de beurt.  Siem gaat er bij zitten. Dan hoefde hij niet zo ver te bukken. Opa Joop gaat er ook bij zitten. Wijdbeens schuift hij tegen de rug van zijn kleinzoon aan. Vanuit die houding kan opa nog uitstekend aanwijzingen geven. Hij legt zijn hand op Siem zijn schouder:

‘Niet te veel verf op je  kwast nemen; dan krijg je druipers’. Opa Joop legt zijn samengevouwen handen op Siems buik, zucht diep en schuift nog wat verder tegen Siems rug aan: ‘Dat ziet er mooi uit jongen, bijna als nieuw.’ Opa Joop maakt een tevreden brommend geluid. Tegelijk knoopt hij, ondanks zijn korte, dikke vingers, razendsnel de gulpknoopjes van Siem zijn korte broek los.

Siem zit nog met de kwast vol blauwe verf in zijn handen en vraagt zich af waar opa Joop nu mee bezig is. Ondertussen geeft Siem hier en daar, waar nodig nog een likje verf. Opa Joop sjort nu Siems broek en onderbroekje wat naar beneden en beweegt  Siems kleine pikkie tussen zijn dikke harige wijsvinger en duim. Nog nooit heeft iemand anders zijn piemeltje beetgepakt. Ja, zijn moeder natuurlijk. Toen Siem nog heel klein was. Met zijn andere hand wrijft opa stevig over Siem’s buik. Opa ademt zwaar. ‘Je bent een kanjer, Siem!’

Siem snapt niet waarom opa Joop zo raar doet. Opa drukt zijn dikke buik ’tegen Siem’s rug. Voelt niet fijn. Maar als opa zoiets doet … Opeens laat opa Joop, Siem’s buik en piemel los en schuift naar achteren: ‘Haal je onderbroek maar op, Siem. Je korte broek ook. Nog even de kwasten schoonmaken, verfblikken afsluiten en opruimen. Dan gaat opa naar huis. Anders denkt oma ‘waar blijft die opa, toch? Hè Siem? Hahaha.’

‘Volgens opa ben ik een goeie schilder. Morgen gaan we weer een stoel doen’, vertelt Siem aan zijn moeder. Ik hoop alleen dat hij dan van mijn piemel afblijft.

Opa Joop heeft blijkbaar iets heel ergs gedaan, want Siem’s moeder, Anna, krijgt een vuurrood hoofd, wat ze meestal alleen maar krijgt als ze woedend is.

’Is dat echt waar?’

‘Wat?‘

‘Dat hij aan je piemel gezeten heeft!’

‘Ja,’

‘Luister goed Siem,’ zegt Anna, ‘behalve papa, mama en de dokter moeten alle andere grote mensen, zolang je nog géén achttien bent, van je piemel afblijven.

‘Siem, ik ben hier zó boos over. Ik ga nu gelijk naar je opa toe. Ik wil hem hier nooit meer zien.’

 

Morgen: Deel 43. Onverwachts  bezoek.

zondag 3 december 2023

SERIE 'OMA & OPA' DEEL 30. INGEKINKELDE RUITEN.

 

Serie ‘Oma en Opa’

Deel 30: Ingekinkelde ruiten.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal

 

Deel 30: Ingekinkelde ruiten.

Wat voorafging.

Maria is zwanger na verkracht te zijn. Ze baart Kareltje. Dan gaat ze bij een rijke familie (in ’t Hout) wonen en werken. De familie is goed voor haar. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … tegelijk raakt ze ook in verwarring ...

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw in ’t Hout houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te ontroeren … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is het zat: ’Dit moet afgelopen zijn.’  Maria’s liefde voor die man is gelijk over.

Joop brengt Maria met de auto haar moeder in Den Bosch.  Er wordt geroddeld over Joopr hij zou een pedo zijn. Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop raakt een beetje van slag. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop maar ze kunnen niks bewijzen.

Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van dieren bij haar thuis, net zoals nu met Kareltje gebeurt. En steeds is Maria in de buurt. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’? 

Kareltje ligt alwèèr niet in zijn bedje. Maria heeft, doordat hij door haar verkrachter verwekt is, wisselende gevoelens voor haar zoontje.

Maria gaat naar haar huisarts voor slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze wordt energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Haar droom: samen met een leuke man in een klein huisje.

Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen.  Buurman Klaas weet dat de gebroeders van Ooijen Joop mishandeld hebben. ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Joop likt zijn wonden en steekt de hand in eigen boezem. Hij is aangeklaagd voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook de misbruikte  kinderen hebben voor de rechtbank hun zegje gezegd ... getuigen mogen echter ze niet. Klaas was wèl getuige van het afrossen van Joop.

Joop wordt vrijgesproken. Ten onrechte. Dat weet hij. Zijn gedachten schieten alle kanten op. Één ding is zeker: Maria vertrouwt hem. Inmiddels lijkt haar woonwens  verwezenlijkt te worden.

In de poffertjeskraamlaat het trio zich de poffertjes goed smaken. Joop doet Maria daar een aanzoek om te gaan samenwonen.

Er moet nogal wat opgeknapt worden in het kleine huisje van Joop en Maria. Ze krijgen veel hulp. Maria zorgt goed voor de ‘inwendige mens’. Tè goed volgens Joop.

Maria raakt ondanks haar afkeer van Joops avances zwanger van hem. Haar tweede … hun eerste.

De trouwdag is voornamelijk gezellig. Dissonanten zijn de afwezigheid van Joop ’s vader en de trieste aanwezigheid van zijn moeder. Ook wordt Joop nog herinnerd aan die rechtszaak.  De kinderen van oom Bert dollen met Joop. De familie van Joop lijkt niet zo happy met dit huwelijk.

30. Ingekinkelde ruiten.

Zo gewelddadig als die avond, dat Joop vòòr zijn huis in elkaar werd geslagen, zijn de van Ooijens niet meer geweest. Ze stonden daar dan wel stoer te doen destijds bij zijn trouwen, met dat spandoek: ‘Joop, we krijgen je nog wel’ maar dat deed Joop niks. Ze hadden een flinke tijd vastgezeten, die van Ooijens. Joop wist zeker dat ze hun vingers geen tweede keer aan hem zouden branden.

Waar ze blijkbaar wel wat in zien, is stenen door de ruiten gooien bij Joop. Meestal een uurtje nadat Joop en Maria naar bed waren. De van Ooijens handelen snel: ze gooien een paar stenen door de ruiten en nemen daarna razendsnel de benen. Ze betrappen is haast niet mogelijk. Er is dus nooit een getuige. Die kapotte ruiten waren heel vervelend. Ze werden uit hun eerste slaap gewekt. Heel zuur was het ook dat Kareltje door het lawaai helemaal uit zijn doen was. Het eerste uur slaapt hij dan zeker niet meer. Als die ruiten zo’n tien keer zijn ingegooid, vindt Joop een kennis bereid, om in zijn huis te posten. De eerste avond blijft het rustig, de tweede avond ook maar de derde avond is het raak. De kennis van Joop heeft de gebroeders van Ooijen ‘op heterdaad betrapt’ van het ingooien van de ruiten. Een flinke boete zullen ze krijgen, tevens zullen ze een fikse schadevergoeding moeten neertellen voor de hele serie ingegooide ruiten.

Nadien hoorden Joop en Maria nooit meer van de actiegroep ‘Joop, wij krijgen je nog wel.’ Ze komen de van Ooijens nog wel eens tegen. Die twee zijn altijd samen, het lijkt wel of ze bang zijn om alleen over straat te gaan. Opzichtig kijken ze een andere kant op als ze Joop, Maria en hun kind tegenkomen. Joop zoekt beslist geen heibel met die jongens. Hij kan het ook weer niet laten om dan even, heel erg hard, nergens om te lachen  … alleen om die van Ooijens een beetje te jennen.

Maria maakt met grote verwondering kennis met Joops oom Bert. Maria omschrijft hem als een wanhopige zuurpruim. Hoe kunnen kinderen met zo’n zure vader, zo’n gelukkige uitstraling hebben. Het moet de moeder zijn, die via haar genen haar blijmoedigheid moet hebben doorgegeven. Maar Tante Aal, zonder enige overdrijving ‘het zonnetje in huis’, was  vier jaar geleden, ten gevolge van complicaties bij de (vroegtijdige) geboorte van Harm, overleden. Sindsdien verbittert oom Bert zienderoog. Hij staat dan van het ene op het andere moment vrijwel overal alleen voor. Via de katholieke kerk kan hij bij gods gratie, vier uurtjes hulp per week krijgen.  Deze hulp doet wekelijks de was, op voorwaarde, dat die was door oom Bert opgehangen, gestreken, opgevouwen en opgeborgen wordt. Oom Bert gaat daarmee accoord. Verder is die hulp, Anna,  jammer genoeg iemand, die je voor je verdriet nog niet in huis wil hebben. Als het Anna tegenzit, scheldt ze gerust, zo katholiek als is, de Here Jezus van het kruis.  Maar beter iets dan niets, moet oom Bert gedacht hebben.  Nicht Doortje, zijn oudste dochter, neemt naarmate ze wat ouder wordt, steeds meer werk uit handen van haar vader.  Het mag helaas niet baten; oom Bert wordt er niet vrolijker op. 

 

Morgen: Deel 31. Dood geboren.

zondag 26 februari 2023

GASTVRIJ.

 Margreet en ik zijn in de kou van deze nacht, bibberend op weg naar huis. We zijn de tijd vergeten op dat feestje. Het is een heel eind lopen. De laatste bus hebben we gemist.  Eigenlijk hadden we warmere jassen moeten aandoen. We houden elkaar stevig vast. In de buurt van het Centraal Station komt ons een stel tegemoet dat het spiegelbeeld kan zijn van Margreet en ik: hij gekleed in spijkerbroek en een korte zwarte winterjas; zij in een lange bloemetjesjurk onder een rood wollen jasje. Hij met lang, donker krulhaar. Zij met lang, steil, blond haar met bloemetjes erin. Zij bibberen al net zo van de kou als wij.                                                                                                                                                                                                                              

Het stel vraagt ons de weg naar de jeugdherberg. Het maakt Margreet en mij niets uit dat het Duitsers zijn. Margreet en ik wisselen razendsnel een blik van verstandhouding: “de jeugdherberg is hier wel erg ver vandaan en ons huis hier héél dichtbij, dan kunnen ze toch net zo goed….”: “Weet je wat, komen jullie maar ‘bei uns zu Hause schlafen.”

Er is ruimte genoeg bij ons en we zijn tenslotte zelf, op onze liftvakanties in het buitenland ook vaak genoeg aan een slaapplek  geholpen. Het stel is dolblij. Wij ook, omdat we eens een keertje iets terug kunnen doen.

Thuis drinken we, om warm te worden, een paar glazen wijn. Ze komen uit Frankfurt en zijn op weg naar Amsterdam. De vrouw is zwanger. Er is nog niets van te zien. Ze zijn allerminst gelukkig met die zwangerschap; ze zijn op weg naar een abortuskliniek in Amsterdam.

We zijn door de wijn opgewarmd en slaperig geworden. Tegen onze gasten zeggen we dat we om acht uur de volgende morgen op moeten staan. Ze kunnen het ontbijt vinden in de keuken en verder moeten ze maar zien hoe laat ze willen vertrekken.

Ze hebben ons huis keurig achtergelaten, is onze eerste indruk als wij ’s avonds uit ons werk komen. De afwas gedaan, het bed netjes afgehaald; de dekens en lakens opgevouwen. Maar eigenlijk vinden we dat niet meer dan normaal.

Ik wil later op de avond een cd van Pink Floyd luisteren maar ik zoek tevergeefs naar de cd Ummagumma.

   “Aan wie heb jij Ummagumma uitgeleend?” vraag ik aan Margreet. 

   “Aan niemand.”

   “Verdomme, ‘A saucerfull of secrets’ is er ook al niet,”

Het dringt langzamerhand tot me door, dat alles van  Pink Floyd en nog een aantal van onze favoriete cd's weg zijn. We kunnen aan het einde van de week de balans opmaken: behalve een flink aantal waardevolle spullen, hebben ze ook nog een kleine duizend euro cash-geld gejat. We hebben in onze naïviteit gastvrij onderdak verleend aan een koppel Schweinhunde.

Het minst erge vind ik achteraf eigenlijk nog dat ze die ongewenste vrucht van mijn poen hebben laten afdrijven.