maandag 8 december 2014

VONDELING

Het geluid van een huilende baby. Het kwam onder de picknicktafel op het binnenterrein vandaan. Het was herfst, dus veel te koud voor een baby om daar te liggen. Daarom lag het kind natuurlijk te huilen.
De baby en Rob waren de enigen daar, dacht hij. Op de balkons zag hij ook niemand staan … hij kon dat kind daar moeilijk zo laten liggen. De baby is piepklein, nog maar net geboren.  ‘Ze’ (wie ‘ze’??) hebben het kindje hier in de kou neergelegd, warm aangekleed, dat wel. Alleen hebben ‘ze’ niet aan regenkleding gedacht. Het gaat straks gegarandeerd regenen. In de herfst regent het bijna altijd.
Hij besluit om het kind in zijn fietstas te leggen en mee te nemen naar huis. Misschien heeft een van zijn buren wel staan te loeren naar wat hij daar aan het doen was. Hij hoopt van niet. Anders is er niks aan te doen. Hij is geen misdaad aan het plegen, toch?
Er ligt een briefje onder de baby. Wat daarop geschreven is, kan hij niet lezen. Lezen heeft hij nooit geleerd.
Hij heeft al heel veel in huis voor dat lieve kind. Een box, een bedje, een badje, spuuglapjes, luiers, zalfjes en nog veel meer maar geen eten.
Zijn vrouw Cocky en hij willen al jarenlang samen een kind. Ze zijn er zeker acht à tien jaar mee bezig geweest. Het mocht gewoon niet lukken. Niet met KID, (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad) en ook al niet met  IUI, IVF en ICSI . Cocky is nu op haar werk.

Hij vraagt zich af wat er gekocht moet worden. Geen idee hoe lang het baby’tje  bij hun zal blijven.  Misschien wel voor altijd … wie weet … maar dat kan hij nauwelijks geloven .. . dat zal ook wel niet mogen. Hij legt die kleine, die inmiddels rustig geworden is en slaapt, op het bed van hem en Cocky … aan het voeteneind … hij legt een dekentje over de baby heen en stopt hem lekker warm in.

Hij waagt het erop  om nu de boodschappen te gaan doen voor die kleine. Nu slaapt ie tenminste nog lekker.  Hij gaat naar Albert Heijn, koopt vier pakken luiers en drie blikken melkpoeder. Daar kunnen ze een paar dagen mee vooruit. Voor het avondeten neemt hij een pond peentjes en een pak vissticks mee. Aardappelen zijn er thuis nog genoeg.
De caissière van de supermarkt  zegt:
‘Maximaal één blik melkpoeder per clliënt per dag meneer! Twee blikken terug zetten alstublieft!’ Daar wist hij niks van.  Hij liet de filiaalchef nog even bij de kassa komen. Die zei precies hetzelfde als de caissière: maximaal één blik. De filiaalchef was vriendelijk. Die zei:’Ik zet die twee blikken wel voor u terug in het vak.’

Hij komt thuis met de boodschappen.  Cocky staat met de wijkagent te praten in de slaapkamer. Ze hebben het over de kleine.
De wijkagent zegt gekscherend: ‘Zo, ik zie dat hij al luiers en melkpoeder in huis heeft gehaald. Die laat er geen gras over groeien.’ Desondanks vindt de wijkagent het toch beter dat er een ander tehuis voor het baby’tje gevonden wordt. Cocky is het daar ook mee eens. Toen ze thuiskwam schrok ze zich dood. Er lag in de slaapkamer een baby te huilen. Cocky had meteen de wijkagent gebeld.

Hij gaf het briefje, dat hij onder het kindje vond aan de wijkagent.
Die las voor wat er op het briefje  stond:

Lieve meneer of mevrouw,

Ik ben een heel klein jongetje
Vandaag geboren.
Mijn mama is heel verdrietig,
Ze kan niet voor mij zorgen.
Wilt u alstublieft voor mij zorgen?

Ik heb nog geen naam

Hij en Cocky moesten wel een beetje huilen toen ze de wijkagent met het kindje naar buiten zagen lopen.



  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten