Het geluid van een
huilende baby. Het kwam onder de picknicktafel op het binnenterrein vandaan.
Het was herfst, dus veel te koud voor een baby om daar te liggen. Daarom lag het
kind natuurlijk te huilen.
De baby en Rob waren de
enigen daar, dacht hij. Op de balkons zag hij ook niemand staan … hij kon dat
kind daar moeilijk zo laten liggen. De baby is piepklein, nog maar net geboren. ‘Ze’ (wie ‘ze’??) hebben het kindje hier in
de kou neergelegd, warm aangekleed, dat wel. Alleen hebben ‘ze’ niet aan
regenkleding gedacht. Het gaat straks gegarandeerd regenen. In de herfst regent
het bijna altijd.
Hij besluit om het kind in
zijn fietstas te leggen en mee te nemen naar huis. Misschien heeft een van zijn
buren wel staan te loeren naar wat hij daar aan het doen was. Hij hoopt van
niet. Anders is er niks aan te doen. Hij is geen misdaad aan het plegen, toch?
Er ligt een briefje onder
de baby. Wat daarop geschreven is, kan hij niet lezen. Lezen heeft hij nooit
geleerd.
Hij heeft al heel veel in
huis voor dat lieve kind. Een box, een bedje, een badje, spuuglapjes, luiers,
zalfjes en nog veel meer maar geen eten.
Zijn vrouw Cocky en hij
willen al jarenlang samen een kind. Ze zijn er zeker acht à tien jaar mee bezig
geweest. Het mocht gewoon niet lukken. Niet met KID, (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad) en ook al niet
met IUI, IVF en ICSI . Cocky is nu op haar werk.
Hij vraagt zich af wat er
gekocht moet worden. Geen idee hoe lang het baby’tje bij hun zal blijven. Misschien wel voor altijd … wie weet … maar
dat kan hij nauwelijks geloven .. . dat zal ook wel niet mogen. Hij legt die
kleine, die inmiddels rustig geworden is en slaapt, op het bed van hem en Cocky
… aan het voeteneind … hij legt een dekentje over de baby heen en stopt hem
lekker warm in.
Hij waagt het erop om nu de boodschappen te gaan doen voor die
kleine. Nu slaapt ie tenminste nog lekker.
Hij gaat naar Albert Heijn, koopt vier pakken luiers en drie blikken
melkpoeder. Daar kunnen ze een paar dagen mee vooruit. Voor het avondeten neemt
hij een pond peentjes en een pak vissticks mee. Aardappelen zijn er thuis nog
genoeg.
De caissière van de
supermarkt zegt:
‘Maximaal één blik melkpoeder
per clliënt per dag meneer! Twee blikken terug zetten alstublieft!’ Daar wist
hij niks van. Hij liet de filiaalchef
nog even bij de kassa komen. Die zei precies hetzelfde als de caissière: maximaal
één blik. De filiaalchef was vriendelijk. Die zei:’Ik zet die twee blikken wel voor
u terug in het vak.’
Hij komt thuis met de
boodschappen. Cocky staat met de
wijkagent te praten in de slaapkamer. Ze hebben het over de kleine.
De wijkagent zegt
gekscherend: ‘Zo, ik zie dat hij al luiers en melkpoeder in huis heeft gehaald.
Die laat er geen gras over groeien.’ Desondanks vindt de wijkagent het toch
beter dat er een ander tehuis voor het baby’tje gevonden wordt. Cocky is het
daar ook mee eens. Toen ze thuiskwam schrok ze zich dood. Er lag in de
slaapkamer een baby te huilen. Cocky had meteen de wijkagent gebeld.
Hij gaf het briefje, dat hij
onder het kindje vond aan de wijkagent.
Die las voor wat er op het
briefje stond:
Lieve meneer
of mevrouw,
Ik ben een
heel klein jongetje
Vandaag geboren.
Mijn mama is
heel verdrietig,
Ze kan niet
voor mij zorgen.
Wilt u alstublieft
voor mij zorgen?
Ik heb nog
geen naam
Hij en Cocky moesten wel een
beetje huilen toen ze de wijkagent met het kindje naar buiten zagen lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten