woensdag 10 december 2014

INGREEP

Vandaag geopereerd aan  mijn kromgegroeide pink. De ziekte van Dupuytren dus. Van half acht tot half vier ben ik in het ziekenhuis geweest en ik moet zeggen: het viel me mee. Hoewel, ik weet nu om 23.30 uur nog niet alles, want de plaatselijke verdoving is, bij lange na, niet uitgewerkt. Mijn linkerarm is log en loodzwaar aan en daarom moet ie in een mitella. De voorspelling is dat de verdoving rond twaalf uur morgenmiddag uitgewerkt zal zijn. Pas dan zal duidelijk worden of de hele ingreep werkelijk meegevallen is. Ik heb van het ziekenhuis een stel pittige pijnstillers mee gekregen, pantropazol en paracetamol 1000, dus dat voorspelt niet veel goeds. Tot op heden heb ik gelukkig nog niks geen pijn gevoeld. Alle prikjes en krasjes  ook, ze zaten in mijn lijf voordat ik er erg in had.
Een bijzonder montere Surinaamse verpleegkundige, Carmen genaamd,  ontving me op de afdeling. Zij moest enkele voorbereidingen treffen voor de operatie: me een bed toewijzen, me een hesje geven waarin ik geopereerd zou gaan worden, persoonlijke gegevens en mijn medicijnen controleren in de pc en m’n bloeddruk opnemen.  Ze legde ook alvast twee paracetamolletjes voor me klaar naast een glaasje water.
Carmen, een jaar of vijftig, schat ik, doet haar werk letterlijk zingend en dat doet ze heel mooi, vind ik. Ze is sopraan en loopt door de gangen van het ziekenhuis, in haar hagelwitte uniform gospelsongs te zingen. Met speels gemak zingt ze: ‘He ’s got the whole world in his hand’ en het hele verdere  repertoire van wijlen Mahalia Jackson, de beroemde zwarte Amerikaanse gospelzangeres. Carmen is een zeer gelovige vrouw. Ze zingt in het koor van de Pinkstergemeente en daarnaast zit ze ook nog in een musicalkoor. Haar favoriete musicals zijn ‘Cats’ en  ‘Hair’, vertelde ze en hoe kan het ook anders: ‘Jesus Christ Superstar’. Musicalliederen zing ze nooit in de ziekenhuisgangen, dat vindt ze niet passen.
Deze  vocaal zeer getalenteerde Carmen, vertelde me over haar vier kinderen, alle vier muzikaal getalenteerd. Haar dochter Sharity zingt in hetzelfde koor als haar moeder.  Sharity is een supertalent volgens  Carmen; ze is herhaaldelijk benaderd door producers en managementbureaus om ‘het vak’ in te gaan maar mama Carmen heeft daar tot nog toe steeds een stokje voor kunnen steken. Carmen wilde, dat haar dochter eerst haar opleiding bouwkunde aan de TU in  in Delft zou afmaken. Zoon Eddie is een religieuze rapper actief in kerken door het hele land. Zijn broer Carlos heeft een eigen studio, die dag in dag uit afgeladen vol is en Donald is eigenlijk nog maar net begonnen met de muziek, keyboard, na het ongeluk, waarbij hij een dwarslaesie opliep. Hij knalde, tijdens een inhaalmanoeuvre  met zijn motor frontaal op een tegenligger.
‘Het is een wonder dat die jongen het overleefd heeft. En nu heeft ie godzijdank de muziek gevonden … voorheen was hij altijd alleen maar met cijfertjes bezig,’zei Carmen. Het relaas van haar zoon Carlos stemt haar zichtbaar wat droevig. Logisch. Ze wendt zich nu snel tot een patiënt, die zich zojuist op de afdeling heeft gemeld. Carmen draait haar routinematige riedeltje af.

Ik ben inmiddels thuis en heb gemerkt dat het bijzonder praktisch is om twee handen te hebben. Onder de vele dingen waar ik nu niet toe in staat ben is, helaas, afwassen.

De verdoving begint nu toch al een beetje uit te werken. Af en toe voel ik een venijnig pijnscheutje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten