zondag 7 december 2014

TANDENBROEK

Vorige week vrijdag had mijn kleinzoon een duidelijke tandenbroekendag. Ben is mijn kleinzoon. Hij is nu bijna één jaar; op 13 januari is hij jarig. Elke vrijdag passen mijn vrouw en ik op hem in Dordrecht.  Zijn ouders zijn dan hard aan het werk. Mijn zoon werkt in Rotterdam en heeft een verdomd leuke baan maar vraag me niet wat hij doet. Mijn schoondochter werkt, heel simpel, als verpleegkundige op de afdeling gynaecologie in een ziekenhuis in Breda. Dat is duidelijk, nietwaar.
Goed! Het is dus de bedoeling dat opa en oma tussen kwart voor acht en acht uur ’s ochtends in Dordrecht bij Ben zijn zodat papa naar zijn werk kan vertrekken.  Mama is dan al een half uurtje onderweg naar Breda.

Vorige week vrijdag was een zware oppasdag want Ben was ’niet lekker’. Hij was snotverkouden, huilde en jammerde. Moeilijk. Wilde nu eens wel en dan weer niet gedragen worden. Eten wilde hij niet of nauwelijks; alleen een banaantje ging er grif in.
Ben produceerde in de loop van de ochtend de uiterst zuur stinkende diarree variant:  ‘tandenbroek. Tot aan zijn nek toe zat de stront. Hij had echt alles ondergescheten.  Waar oma op dat moment was? Even een sigaretje roken, zei ze geloof ik. Ruim een kwartier ben ik bezig geweest Ben schoon te poetsen met toch zeker een stuk of twaalf vochtige doekjes maar Ben bleef stinken. Niet alleen Ben stonk maar ik ook: mijn handen en mijn trui.  En ondertussen Ben maar smartelijk huilen.
‘Dat kind moet gewoon in bad,’ zei mijn vrouw kordaat toen ze zag ik nog steeds met die vochtige doekjes stond te hannessen.
‘Kom hier met dat kind. Pak dat badje uit de berging en laat het in de douche vollopen,’commandeerde ze. Ben bleef brullen.
‘Dan stoppen we je in je badje, hè Ben? Dan ben je zo weer een schone jongen. Dan ruik je ook weer o zo  lekker,ja, ja, hè Ben?’
Dat badje leek op zich prima te werken maar we moesten weer opnieuw beginnen omdat Ben een lading zure geelgroene smurrie met stukjes fruit en groenten in het badwater spoot: hupsakee: het vieze badwater weggooien, weer schoon water pakken, lekker badgelletje  er in doen … wassen, wassen, wassen en eindelijk, eindelijk was  Ben dan schoon en  rook hij weer lekker … alleen jankte hij on-op-hou-de-lijk.
‘Opa moet nu alleen nog even grondig zijn handen wassen, hè Ben’, lachte oma een beetje vals. Ben kon er absoluut niet om lachen. Hij was van zijn eigen gehuil en het warme badje waarschijnlijk zo moe geworden, dat hij gelijk in slaap viel nadat oma hem in zijn bedje had gelegd.


Deze vrijdag is Ben weer zeer energiek. We komen de woonkamer binnen en lachend zwaait hij ons vanuit zijn box toe. Hij steekt zijn armpjes in de lucht ten teken dat hij opgetild wil worden.  Eten gaat gelukkig weer prima. Hij maakt een inhaalslag en eet maar liefst drie boterhammen een met stroop, een met leverpastei en een met smeerkaas. De kleingesneden stukjes  brood pakt hij zelf van zijn bord.  De dun of nauwelijks belegde stukjes laat hij links liggen. Alleen de dik belegde stukjes grijpt hij van zijn bord en propt hij gulzig in zijn mondje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten