maandag 15 december 2014

BIEB

Het is maandag, één uur in de middag en hartstikke druk voor de ingang van de bieb (= bibliotheek). De toegangsdeuren gaan weldra open. Op andere dagen opent de bieb om tien uur ’s ochtends. ’s Ochtends staan er ook wel wat mensen te wachten tot ze naar binnen mogen maar dat zijn er niet zo veel.
Nu, op deze maandag, staan er enkele tientallen mensen, bijna te trappelen van ongeduld om naar binnen te mogen. Wat de wachtenden vandaag extra onrustig maakt is het slechte weer: koud en nat.
Ik moet zelf ook nog tien minuten wachten. Op de bovenste verdieping van de bieb heb ik een werkruimte gereserveerd voor mij en de dertig jarige Poolse Irina. Ik geef Nederlandse les aan haar. Zij is er nog niet. Het is nog vroeg.

Helemaal vooraan,  staan, bijna tegen de deur aangeplakt, veel studentachtige types. Ze staan startklaar voor de race om de beste studeerplekjes op de vijfde en zesde verdieping.  
Natuurlijk zijn er ook behoorlijk wat mensen, die alleen maar een boek komen terugbrengen en een nieuw boek gaan lenen. Die staan meestal niet zo te dringen, die staan op enkele tientallen meters toe te kijken, wachten rustig af tot de deur opengaat en de grootste drukte weg is.
Voor sommige mensen, die hier staan te wachten is de bieb, in herfst en winter,  een uitkomst pur sang. Daklozen bijvoorbeeld, zij vinden hier warmte en onderdak, pakken nu hier eens een foldertje dan weer daar een boek. Ze lezen, kijken tv of computeren wat. De hele tijd op één plek ‘hangen’ mogen ze immers niet. Doen ze dat toch dan worden ze de bieb uitgestuurd. Daarom ook liften of roltrappen ze van de ene naar de andere verdieping, totdat het om zeven uur ’s avonds tijd wordt om wat te eten en naar de nachtopvang te gaan.

Dan zie ik Leen; hij ziet mij ook. We kennen elkaar van de sportschool en van het IFFR (het  internationale filmfestival van Rotterdam). Leen is een goed geconserveerde zeventiger. Vijfenzeventig jaar moet hij inmiddels zijn. Hij lijkt wel zestig; gebruinde huid, geen rimpeltje te zien, slank. We hebben een paar jaar samen op de sportschool gespind: … heel hard gefietst maar geen meter vooruitgekomen.  Leen is toen van de ene op de andere dag naar een andere sportschool gegaan, zonder afscheid te nemen. Dat vond ik wel een beetje lullig van hem…. dat zeg ik hem ook …. kan die ook bestwel inkomen.
Leen en ik hebben ook een paar jaar als vrijwilliger gewerkt voor het IFFR. We waren ‘zaalwacht’ , controleur van de toegangskaartjes. Dat gaat Leen in januari 2015 weer doen. Ik niet meer,  ... ik ga alleen nog maar naar films kijken.
Leen wil nog wel even aan me kwijt dat hij hier niet is gekomen om boeken te lenen. Zijn zoon heeft hem gevraagd wat boeken terug te brengen. Zelf is hij niet zo’n lezer.
‘Wat kom jij hier eigenlijk doen?’ vroeg hij aan mij.
‘Nou,’zeg ik,’ik geef Nederlandse les aan  …… aan haar.’ Ik wijs naar de kleine  Irina, die, geheel gekleed in het blauw, lachend komt aangelopen.
‘Zoooo, leuke vrouw!’ zegt Leen en hij verdwijnt  (wèèr zonder gedag te zeggen) met die grote groep de bieb in.

 Irina en ik geven elkaar een handje: ‘Altijd zó druk hier!’ zegt ze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten