Elke zaterdagochtend doet
de man zijn wekelijkse boodschappen bij Bas
van der Heijden. Op het boodschappenlijstje staat bijna altijd
hetzelfde: melk, yoghurt, groenten, fruit, vlees, koffie, koek, pindakaas, brood, krentenbollen, spa rood, appel- en sinasappelsap en bier.
Dit keer zijn mandarijnen
en visfilets in de aanbieding, dus die heeft de man ook in zijn winkelwagentje
gedeponeerd. Meestal is hij tussen de 30 à 35 euro kwijt voor zo’n hoeveelheid
boodschappen.
Het is druk bij de kassa;
er zijn vier klanten met zeer goed gevulde wagentjes voor hem. Na bijna een
kwartier is de man, eindelijk, aan de beurt. Zoals gewoonlijk bij Bas van der Heijden,
wordt er aan de kassa flink met zijn gekochte spullen gesmeten. Niet alleen met
de pot pindakaas, het blik bruine bonen en de kartonnen pakken yoghurt, neen,
ook de zakken met peren, appels, bananen worden met kracht tegen de rand van de
kassatafel geflikkerd. De man vindt zich eigenlijk wel een beetje dom, dat hij
nog steeds bij Bas van der Heijden zijn boodschappen doet.
Vorige week zaterdag heeft
de man zich nog beklaagd bij de filiaalhouder over het gooi- en smijtwerk aan
de kassa. Jorrit Hokus, zo heet de filiaalchef daar, wilde het beschadigde
fruit zien en liep hoofdschuddend samen met de man naar de betreffende kassière:
‘Moet je eens kijken waar
die man dankzij jou nu mee zit, Annemarie,
een opengebarsten banaan, een gebutste peer en een beurse appel. Ga als
de donder drie mooie verse stukken vervangend fruit halen en snel een beetje.
Mijn excuses meneer het zal niet meer gebeuren, zei Jorrit de filiaalhouder.’
Het maakt dus geen moer
uit; deze week is het precies zoals de week ervoor.
De man is bezig zijn
boodschappen over te laden van het boodschappenwagentje in de rode Bas-tassen als
er een dame naast hem komt staan
‘Goedemorgen meneer, ik
zie dat u producten die in deze supermarkt verkocht worden, in uw
boodschappentassen aan het laden bent, klopt dat,’ vroeg ze.
‘Eh, ja, natuurlijk klopt
dat,’zei de man enigszins verbouwereerd, ‘maar, hoezo?’
‘In dat geval, meneer, zou
ik graag de aankoopbon die u bij de kassa ontvangen heeft even willen inzien,’
zegt de vrouw.
‘Ja maar, de kassière
vroeg me of ik de kassabon wilde hebben; ‘neen’ zei ik, waarop zij geen
kassabon voor mij uitdraaide,’zegt de man.
De vrouw vond dat geen
probleem en vraagt hem de kassière aan te wijzen, die hem geholpen heeft. De
man heeft nu wel een probleem want de kassière die hem geholpen heeft zit nu
niet meer achter die kassa’s.
De man moet omschrijven hoe
ze er uit ziet: ze draagt zoals alle kassières de bekende rode Bas bedrijfskleding,
ze is tamelijk dik, ook haar armen, haar handen en haar hoofd waren een beetje dikkig
en op haar hoofd zaten nogal wat puistjes met gele koppen erop (vooral op haar
kin). Ze had verder prachtige goudkleurige oorbellen in met een voorstelling
van het sterrenbeeld weegschaal.
‘O, dat is Medan, die
werkt vandaag niet eens, dus zij kan het niet geweest zijn,’ zei filiaalchef Hokus toen hij de omschrijving
hoorde.
‘Tja,’ zei de vrouw, ‘dan
zit er toch niets anders op meneer, dan dat u al uw boodschappen weer in het
boodschappenwagentje terug zet.’
‘Maar ik heb verdomme die
boodschappen net hier gekocht en betaald ook,’ zei de man, die duidelijk in de
war raakte; hij leek zowaar zelfs boos te worden.
‘Ja, bewijst u maar eens
dat u die boodschappen betaald heeft,’ zei de vrouw en tegelijk gaf ze twee
potige vakkenvullers, die een eindje verderop stonden toe te kijken een seintje
om de man een handje te helpen bij het leeg maken van zijn tassen.
Omdat de man wat te
luidruchtig dreigt te worden, hetgeen onnodige onrust zou veroorzaken onder de
andere klanten in de winkel, nemen de vakkenvullers de man stevig tussen hen in
en duwen hem in een naast het filiaal gereedstaande Bas vrachtwagen. Hij is duidelijk niet de enige die vanmorgen
geen kassabon hoefde te hebben. Er zitten tenminste al heel wat klantjes in die
vrachtwagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten