zondag 31 maart 2024

COMEDIAN

Het is kwart voor tien als ik vanochtend wakker word. Extreem laat voor mijn doen. Meestal sta ik tussen zeven en acht op. Ik heb dan ook geen wekker gezet voor vandaag. Dacht dat ik uit mezelf wel bijtijds wakker zou zijn voor de fysio. Niet dus. Half tien was de afspraak. Op mijn mobiel zie ik dat Stephanie, mijn fysiotherapeute gebeld heeft. Toen lag ik nog te pitten. Heb er niks van gehoord.

Moest mijn mobiel gisteravond op ‘stil’ zetten. En dat stond ie nog steeds. Ik was in Theater de Bakkerij, met Annemarie, Jan en Carla (Klup-vrienden). We waren bij de voorstelling: ’Heel Rotterdam lacht’. Acht super-beginnelingen, twintigers, kregen ieder acht minuten om te laten zien wat ze hun mars hadden als stand-up comedian. Voor de meesten was het hun eerste optreden. Het zaaltje was tot de nok gevuld. Zo’n tachtig toeschouwers, schat ik.


Voor sommigen was het niet alleen hun eerste optreden maar naar mijn stellige overtuiging ook hun laatste. Zo af en toe moest de artiest een notitieboekje tevoorschijn toveren worden om te kijken welke grap ook al weer gemaakt moest worden. Prima hoor, dat wisten we als publiek van te voren. We moesten onze verwachtingen niet al te hoog stellen. Dat zou alleen maar tot teleurstelling leiden maar ... helaas dat leidde er toch toe. Het deed me sterk denken aan ‘me eiguh’ fiasco.


Ik krijg het nog Spaans benauwd als ik er aan terugdenk. Ik zat op de toneelschool in Utrecht. Was begin twintig. Gaf me op om in zo’n klein theatertje te debuteren als comedian. Oh, wat voelde ik me beroerd, onzeker en mateloos eenzaam, toen ik daar tegen de vierde wand aan stond te kijken.

Herman van Veen zat ook in de zaal. Hij was meegekomen met Vera, een lief klasgenootje van me. Van mijn ‘repertoire’ weet ik me nog te herinneren, dat ik een grap had over ‘reclame voor wc-papier’. In die reclames, zo grapte ik, gaat het altijd over ‘zacht’, ‘geurig, en fleurig’ maar nooit en te nimmer over de relatie met 'onsmakelijkheden'. Nou, beste lezers, jullie zult wel snappen, ze braken daar de tent af. Óók had ik een nummer, waarin ik van mezelf een karikatuur maakte: smal, slap, bleek, verlegen en te klein geschapen. Daarna verbeeldde ik mijn stoere andere zelf. Wat was ik fier op mijn alter ego! Zijn gespierde, gebruinde sportschoolbody met zijn grote bek en zijn grote … .


Van Vera hoorde ik dat Herman van Veen zich rot gelachen had om mij. Vooral toen ik mijn onderbroek had laten zakken en hij zag hoe te klein die van mij precies geschapen was.


Fysio Stephanie belt me tegen twaalven nog: ‘Ik heb vanmiddag nog een gaatje voor je, om half twee. Laat me even weten of je komt, Jos’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten