donderdag 7 maart 2024

DE FLAT.

De flat (1)


Zij heeft geen haast die ochtend. De wekker loopt af maar ze draait zich nog even om. Kwart over acht schrikt ze wakker. Over een kwartier moet ze op school zijn. Vader, moeder, broertje en zusje zijn de deur al uit. Geen tijd meer om te douchen. Eten, vlug aankleden en wegwezen dan haalt ze het net.
Schoon ondergoed ligt al klaar. Naast de zak met Mini Marsen. Ze trakteert. Twaalf is ze vandaag geworden. Die broek van gisteren kan ze niet meer aan. Chocolademelkvlekken. Voor het bloesje dat ze gisteren aan had, heeft ze geen bijpassende broek. Een ander bloesje dan ook maar. Snel neemt ze een paar slokken drinkontbijt. Pakt een banaan en twee mandarijnen van de fruitschaal.
Hup: schriften, boeken, agenda de tas in. De Marsjes mee. Jas aan. Wegwezen. O, make up tasje nog!
In de lift van de 11e naar de begane grond schrokt ze de banaan en de mandarijnen weg. De schillen gooit ze in de hoek van de lift. Rent het flatgebouw uit. Het is drie minuten voor half negen. Ze redt het net die ochtend.

De flat (2)

Hij heeft geen zin om op te staan. Zijn vrouw, Hannie, gaat om negen uur de deur uit. Hij draait zich nog eens om. Beetje wegdommelen. Hij is niet zo lekker. Is al weer een paar maanden thuis. Stukje bij beetje verliest hij de structuur.
Half elf komt ie d’r uit.
Veel te laat, eigenlijk.
Piesen, boterhammetje, koffie, krantje.

Vijf minuten wachten op de lift. Op de 15e woont ie.
In de hoek van de lift: banaan- en mandarijnenschillen.
Weer zo’n aso die de lift als vuilnisbak gebruikt.
De lift is in drie minuten beneden. Krantje pakken. Ook die kutzooi aan reclameblaadjes. Hannie wil niet zo’n ja/nee sticker op de brievenbus. Zij vindt reclameblaadjes juist leuk.
De krantenkoppen kan hij niet lezen. Heeft zijn lenzen nog niet in. Terug naar de lift. Die staat er nog. De schillen liggen er ook nog. Van die schillen en reklameblaadjes maakt hij een prop.
‘Niet te geloven.’ mompelt hij.

Thuis, gooit ie de prop in de vuilnisbak. Doet zijn lenzen in. Gaat zijn krantje doen. De kop van de dag:
‘Burgers moeten elkaar aanspreken op ongewenst gedrag.’
'Wie van de honderd liftgebruikers spreek ik in Godsnaam aan voor dat fruitafval?'

Hannie spreekt hem diezelfde avond nog aan: ‘Je hebt dat Kruidvatblaadje in een prop in de vuilnisbak gegooid’. Of tie dat nooit meer wil doen!

De flat (3)

Zij komt moe thuis. Een zware dag, veel vergaderingen; veel gezeur. Even de post. Onder de brievenbussen ligt een stapel papiertroep. Iemand heeft zijn belangrijke post uitgezocht. De rest, reklameblaadjes enzo, heeft die uit zijn handen laten vallen.

Ze pakt de stapel op. Er zitten zowaar ook urgente brieven tussen. Van de Sociale Dienst, aanmaningen ook. Ze weet nu wel gelijk wie die rotzooi maakt. Daar gaat ze zo even aanspreken. De meeste troep neemt ze mee naar boven voor in haar eigen papierbak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten