dinsdag 26 maart 2024

GEEN VECHTSPORT.

Ik denk vaak, dat ik op een soort vechtsport had moeten gaan. Het komt nogal eens voor dat ik iemand hard voor zijn muil wil slaan. Soms omdat ik zelf bedreigd word. Soms om iemand te helpen die in het nauw gedreven wordt. Ik heb helaas te weinig zelfvertrouwen. Ook wanneer ik word aangevallen door kleine mannetjes, agressieve vrouwen of bijtgrage honden. In eerste instantie probeer ik altijd ‘problemen’ met woorden op te lossen. Daar ben ik beter in, denk ik dan. Maar mijn tegenstander voelt feilloos aan dat mijn gezwam een zwaktebod is en voordat ik door een linkse directe geveld word, neem ik meestal snel de benen. Ik had namelijk wel op ‘hardlopen’ gezeten. Ik loop de marathon in 4uur en 20 minuten. Geen slechte tijd. Tegenwoordig red ik het ook niet meer met weglopen. Ik kan niet meer hard.



Stel dat ik nu met mijn wandelclub de marathon zou gaan lopen, dan zou ik er zo’n zes uurtjes over doen. Ik denk wel dat ik dan als eerste op de Coolsingel zal finishen in 5.58.23. De andere elf wandelaars van de club hebben zich uiteindelijk in de bezemwagen naar de Coolsingel laten rijden en zitten enthousiast op het bordes van het stadhuis voor mij te applaudisseren. Wandelaar Rob, nog uitgeput van het lange wandelen, strompelt vanuit de bezemwagen naar me toe om me te feliciteren. Hij overhandigt me een schitterend boeket.


Opeens hoor ik iets vreemds. Een luid herhaaldelijk geroffel. Even niks en nog eens dat geroffel. ’t Geluid komt van boven. Van het stadhuis, lijkt wel. Ik ben blijkbaar niet de enige die het hoort. Rob hoort het ook. Hij kijkt tenminste in dezelfde richting als ik. De andere wandelaars zitten nog in de bezemwagen, met hun rug naar het stadhuis. Zij willen, hoe moe ze ook zijn, weten wat dat geroffel te betekenen heeft. Geef ze eens ongelijk! Stapvoets bewegen de wandelaars zich uit de bezemwagen naar de plek waar het geluid het best te horen is. Daar waar Rob en ik staan: bij de finish. Al enige tijd is het doodstil. Pas als alle wandelaars bij de finish staan klinkt het geroffel weer op. Veel harder nog wel dan eerst. Een adembenemend schouwspel: op het bordes van het stadhuis roffelen bonte spechten op een houten bord, speciaal voor ons, de klanken van: ‘You never walk alone.’


Het klinkt een beetje raar, maar we moeten dan toch allemaal een traantje weg pinken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten