maandag 31 december 2012

Bios (17)

Theo gaat een lekker kopje thee zetten en vraagt onderwijl aan Petra:
‘ en hoe is ’t nou in de bios?’
‘Nog steeds erg rustig, hè, de verbouwing is nog in volle gang dus de goeie films gaan voorlopig nog even naar de andere zalen.’ Theo vindt dat ze de zaak beter even een paar weken stil hadden kunnen leggen, want nu zitten de mensen toch stof te happen in de bios…ook al hebben ze het zelf niet eens zo erg in de gaten. 

Duusjoo wordt  dus vervangen door Theo maar zolang hij nog ‘ziek’ thuis is krijgt Lumière tijdelijk te maken met een interim: meneer Fanteit, een voormalige, zeer autoritaire militair, die kort na de roofoverval fijntjes liet weten dat de dader wel eens iemand van het servicepersoneel zou kunnen wezen. Een van de eerste ‘heldendaden’ van  Fanteit was  Gerrit, de portier, op staande voet ontslaan omdat hij weer eens te laat was gekomen ….in de bus in slaap gevallen ……. Ook Fanteit was een man van regeltjes en regeltjes waren er niet voor niks.……………..

Petra vertelt dat er weer eens asbakken met brandende peuken in een van de  afvalcontainer waren leeggegooid…….. meneer Fanteit komt op een gegeven moment naar ons toe………………, we zitten met zijn allen lekker te genieten van onze welverdiende pauze,  en hij vraagt of wij ook die brandlucht ruiken ……… wij niet dus ………….. wij hebben een momentje pauze ….dan ruiken we niks….dan roken we, hè Theo……………… ja daaaaag, wie wel wat ruikt moet op onderzoek uit …… en daar heeft niemand van ons zin in…….kom nou!   
Fanteit zegt: ‘ ik ruik toch echt brand.’ En inderdaad er komt uit een van de afvalcontainers een pluimpje rook. Fanteit rent naar de brandslang en loopt met die slang naar de container ….maar die slang is in dertig jaar nooit gebruikt en de slijtage ging natuurlijk gewoon door ….die slang breekt af  ‘
Tot drie keer toe beveelt Fanteit dat Martin de brandkraan moet open zetten:
´Zet die brandkraan godverdomme open, Martin´  Fanteit is helemaal in paniek. Martin doet, laconiek, precies wat hem gevraagd wordt, met als gevolg dat de hele foyer onder water loopt en Fanteit voor lul staat met die  losgeschoten brandspuit in de aanslag bij die smeulende container……..geen druppeltje water komt er uit.
Terwijl wij vrolijk lachend toekeken, smeet Fanteit de brandspuit op de grond, snelde zich naar de toegangsdeuren, gooide die open, pakte de rokende afvalcontainer en zwiepte die naar buiten…………………………..tegen een daar geparkeerde glanzende Mercedes aan.  Het was net een daverende lachfilm. Met een emmertje water heeft die dappere brandbestrijder Fanteit de container nog geblust,  voordat hij met de Mercedes eigenaar het schadeformulier kon gaan zitten invullen.
Waarom doen jullie godverdomme niks vroeg Fanteit……
‘ Het is negen uur, meneer Fanteit, regeltjes hè, we moeten nu alweer aan het werk! zei ouwe Petra gemeen. Woedend stapte Fanteit weg. Zijn geblindeerde kantoortje in. Luxaflex bleef naar beneden. 
Het was niet zo’n leuke start voor Fanteit maar het was ook wel een beetje zijn eigen schuld….als hij niet als zo’n brigade generaal zijn entree had gemaakt was hij best wel  geholpen.
Theo vond het een prachtig verhaal en  kwam haast niet meer bij van het lachen! Hij verslikte zich bijna ook nog in een petit-fourtje.

(voorlopig even geen ‘Bios’ meer)

donderdag 27 december 2012

Bios (16)


Duusjo blijkt er inderdaad achter te zitten en het lijkt wel of hij blij is dat ie gesnapt is. De kleine ettterbak legt een volledige bekentenis af. Hij moest wel doorgaan met gokken want hij had zoveel geld geleend om te kunnen spelen……..eens zou hij toch moeten gaan winnen, dacht ie  ……..al is het alleen maar om zijn schulden af te betalen……….. hij sloeg ook gelijk door over dat diefstalletje van zo´n vijfhonderd piek uit de kas van Lumière een tijdje terug …..tóén had hij nog wel het geluk gehad, dat hij opeens een aardig winstje maakte…….maar dat bleef nú uit. Duusjo was die twee overvallers duizend  gulden schuldig, de deadline voor terugbetaling was verlopen en hij had geen rooie cent…………dus maakte hij het die jongens heel makkelijk om een nepovervalletje te plegen…..deurtje open laten staan en die jongens precies vertellen waar,  wanneer en hoe laat, succes verzekerd zou zijn. De leider van het tweetal overvallers was  inmiddels gepakt, nu de poen nog….in het personeelsbestand was snel de naam gevonden van die oude vakantiekracht, die Theo meende te herkennen ………..dat had hij goed opgemerkt …..en ook dat figuur sloeg door: hij en zijn maat hadden die duizend piek er echter al weer doorheen gejaagd. Ze worden net als Duusjo overigens wel even vastgehouden en voor het gerecht gedaagd. De bios zal via de rechtbank de schade op hen proberen te verhalen. Hiermee is de rol van die kleine oplichter Duusjo in de bioswereld  natuurlijk uitgespeeld.

Voor Theo, het slachtoffer van de roofoverval, krijgt die gebeurtenis toch nog een mooi vervolg want hij wordt gevraagd, gezien zijn gebleken leidinggevende capaciteiten en zijn stressbestendigheid, om Duusjo op te volgen. Dat is precies wat Theo wou vanaf het moment dat hij bij de bios binnenkwam. Hij kwam binnen als student (rechten) en is nu bijna klaar met zijn studie. Met die bagage kan hij die klus best klaren. Het dienstverlenend personeel is erg blij met hem. Hij werkt altijd hard, is niet vies van een geintje op zijn tijd…..althans als collega dan……als hij dadelijk in de leiding zit heeft hij natuurlijk andere verantwoordelijkheden en kan hij zich niet zo heel erg laten gaan.

Na de roofoverval krijgt Theo veertien dagen vrijaf om van de schrik te bekomen. De directie heeft hem een fruitmand gestuurd, die hij op zijn beurt direct meeneemt naar diergaarde Blijdorp, waar hij sowieso zeker een keer per week te vinden is. Dit keer kan hij de beesten laten smullen van die overheerlijke fruitmand. Alleen het blikje ananas heeft hij zelf maar  opengemaakt en opgepeuzeld. Dat zou de beesten nooit gelukt zijn.
Die middag heeft hij een afspraakje met Petra. Ze komt op ziekenbezoek zoals zij dat noemde. Petra heeft een zwak voor Theo en zo is het ook andersom. Petra heeft een lief klein bosje gele fresiaatjes voor hem meegenomen, ze weet dat hij daarvan houdt…….je moet bij hem niet aankomen met een bos gladiolen; dan vraagt hij je gerust of je ze weer mee terug naar huis wil nemen omdat hij daarvoor geen geschikte bloemenvazen in huis heeft. Voor bij de thee heeft Petra vier petits fours. Precies Theo zijn maat.
´Klein maar fijn,´ zegt hij altijd (behalve van die kleine rotte olienoot ‘Duusjo’ dan).

Hij  vertelt Petra, dat hij, als het aan hemzelf had gelegen,  gewoon door had gewerkt maar de leiding vindt het dus beter dat hij even wat gas terug neemt:
´Je weet maar nooit wat je er nog aan over gehouden hebt,´ zeggen ze.
 Ze spraken nog even over die klein rotmof Duusjo……zowel Petra als Theo wisten allebei dat hij wel heel veel te vinden was in de buurt van de gokautomaten maar ze hadden er nooit over gehad met elkaar….hadden ze het maar wel gedaan, dan was Theo waarschijnlijk een hoop ellende bespaard gebleven. 

(wordt vervolgd)

zondag 23 december 2012

Bios (15)


Sigarenwinkeltjes worden overvallen, kruideniers groenteboeren en juweliers ook dus waarom een bioscoop niet. Het kan niet uitblijven: Theo zit in de personeelsruimte de opbrengst te tellen, de anderen zijn in de zaal aan het werk.  Komen er twee figuren, gehuld in vale spijkerbroeken, leren jacks en  bivakmutsen op hun kop, binnen zetten….. ze schreeuwen, duwen en schoppen Theo, de plaatsvervangend locatiemanager, tegen de radiatoren aan. Hij wordt met kettingsloten vastgeketend aan die verwarmingsradiatoren    …….  …… wat kan hij doen? …… er zit niks anders op dan ze dat geld maar te laten jatten ………… het verlies te nemen…………….. dat is ook de bedrijfspolitiek in dit soort zaken: niet stoer gaan lopen doen. De kans dat je het van die lui wint is zo klein. Het risico dat je levensgevaarlijk gewond raakt of  het leven verliest is zó groot dat zijn die vijftienhonderd guldentjes niet waard………………… maar…… Theo had al wel snel door dat dit het werk moest zijn van een bekende …………. hier, op deze plek, dit tijdstip, hij meende ook het postuur en de stem van een van de overvallers te herkennen. Hij kan er niet meteen opkomen wie precies……was het een vakantiekracht misschien?  Zo snel en lawaaierig als ze binnen waren gestormd zo geruisloos en snel waren ze de trap afgerend en verdwenen met inhoud van de kas in hun diplomatenkoffertje. Theo kon nog net met zijn voeten bij het interne raam van de personeelsruimte en zo trok hij de aandacht van Petra…. Theo was niet gewond of zo. De schoppen die hij kreeg voelt hij nog wel maar hij kan wel wat hebben. Om hem te bevrijden is wel een slijptol nodig, want er zit een slot op het kettingslot maar geen sleuteltje. Martin heeft er thuis wel een liggen; hij loopt wel even voor die slijptol heen en weer, hij woont toch in de buurt. Later merkte de ingeschakelde politie, dat een van de achterdeuren op een kiertje was gezet, een klein stukje touw weerhield de deur er van helemaal open te klappen. Als dat laatste zo zou zijn dan moet er ook iemand van het huidige personeel bij betrokken zijn …..misschien wel iemand die vanavond dienst had…...?

De verdenking van de leiding van het bedrijf ging altijd het eerst uit naar, zeg maar, het lagere personeel. Dat was wel zeer irritant. Ze zijn allemaal hard aan het werk als het gebeurt en dan worden ze ook nog eens van zoiets verdacht. Iedereen moet bij de politieréchercheur zijn verhaal komen doen na afloop van hun werkzaamheden van die avond. In de verhoren komt wel steeds de zelfde naam als verdachte naar voren: Duusjo…………Deze Duusjo werd steeds nonchalanter in zijn gokgedrag, nu ging hij al onder werktijd regelmatig weg:
‘Ik heb vanmiddag een bespreking,’zei hij dan……vroeger had hij nooit besprekingen en nu bijna elke middag. Om beurten keek zijn personeel hem na om te zien in welke richting hij die besprekingen ging voeren. Dat was meestal in het casino.
‘Ja in het casino ontmoet ik leidinggevenden van bioscopen uit andere steden, we praten en drinken en gokken wat, voor hooguis 25 euro per persoon en gaan dan weer elk ons weegs.
Omdat het zo vaak voorkwam dat ie wegging zijn Martin en Theo een poolshoogte gaan nemen in die goktent en toen zagen ze dat er helemaal geen sprake was van een overleg. Van een afstandje zagen ze hem grof gokkend bezig. De fiches van tien euro vlogen over de tafel…..meestal kreeg hij er niks voor terug …..verliezen dus…… en die kop van Duusjo, lijkbleek, strak van de spanning …… neen dit moest foute boel zijn ……… het kan nooit zo zijn dat Duusjo dit spelletje kan spelen met zijn alleen zijn eigen salaris…..zoveel verdien je nou ook weer niet in de bioscoopwereld.
Martin en Theo waren heel gedecideerd, die kleine handneuker, zoals ze Duusjo vaak gekscherend  noemden, belazerde de boel en ze meldden bij de politie hoe ze hun manager hadden bezig gezien, onder werktijd nog wel.

wordt vervolgd

donderdag 20 december 2012

Bios (14)


Zo’n 40 jaar geleden was biosbezoek nog een redelijk sjieke aangelegenheid zowel dames als heren gaan op hun paasbest een filmpje kijken. Dat is tegenwoordig wel anders. Een bioscopie pikken is de gewoonste zaak van de wereld geworden. Het wordt eigenlijk haast niet meer beschouwd als uitgaan. Wat dan wel uitgaan is. Naar een sjiek retaurant uit  gaan eten of naar de schouwburg gaan voor een mooi toneelstuk of naar de dancing gaan in je mooiste kleding.

Het personeel had ook veel meer ontzag voor de bezoekers en ook voor het hogere personeel van de bios-organisatie.
Martin had een een klein foutje gemaakt met het wisselen van de films waardoor het publiek enkele seconden zat te kijken naar een wit doek. Daar kwam Martin niet zo makkelijk vanaf. Hij moest van zijn direct leidinggevende voor dat minieme foutje zijn excuus aan gaan bieden bij de algemeen manager. De manager, die achter de tv nootjes zat te verorberen, wist helemaal van niks en had van niemand uit het publiek klachten gehad. Er was enkele seconden wit beeld geweest en dat mocht niet! De manager nam het minder zwaar op dan de direct leidinggevende en wilde met rust gelaten worden hij wilde snel weer terug naar zijn tv programma en zijn nootjes.

Lumière wordt verbouwd van een zaal met één bioscoop naar een gebouw met 5 zalen. Maar omdat de inkomsten niet gemist kunnen worden gaan tijdens de verbouwing de voorstellingen gewoon door. Zelfs als er een steiger omgevallen is, dwars door het witte doek, gaat de show gewoon door; zelfs het vele stof dat door de werkzaamheden de bios in stuift mag geen belemmering zijn voor het doorgaan van het programma. Maar eigenlijk kan het niet.  Een kerel krijgt een lichtspot op zijn kop als een rail met spotjes naar beneden komt zetten, dat muisje had ongetwijfeld een langer en vervelender staartje gekregen als het slachtoffer niet toevallig een familielid van Petra bleek te zijn. Met een in allerijl gekocht bloemetje komt de man en de bios eigenlijk ook met de schrik vrij.

Kaskrakers draaien er niet tijdens de verbouwing, waardoor het voor het personeel vrij rustig
is en de verveling toeslaat.  De kleine Duusjo wist dan wel van alles te verzinnen om zijn personeel aan het werk te houden: van planten water geven, tot bestek poetsen.

Inval operator Coen had het aangelegd met Moniekie en vond zelfs tijd om zich op een stil moment even met het meiske terug te trekken in de personeelsruimte terwijl het overige personeel de vele ramen aan het lappen was. Petra die daar in de buurt met de ramen bezig was, kreeg de vraag van Coen om de muziek wat harder dan gewoonlijk te zetten in het pand.  Desalniettemin hoorde Petra verdachte, doch wel bekende  geluiden, uit de gezamelnlijke ruimte komen. Toen Petra  later een beet je brutaal en naïef aan Coen vroeg wat hij had uitgespookt, hield hij zijn hand vlak onder Petra's neusje en zei:
'Wat ik gedaan heb?',  zei Coen, nou, ruik maar aan mijn vingers!'
De dagen duurden erg lang tijdens de verbouwing en de zwakke programmering.
Er was dus veel tijd voor baldadigheid, dingen waar het personeel nooit op zou komen in topdruktes. Thea was wat dat betreft een brutaal nest. Die spuugde met liefde in de koffie van de ouwe inval-lokatiechef Rick Amal, hij had Petra lief aangekeken en gevraagd of ze een lekker bakkie voor hem wilde halen. O, wat spuugde die Thea graag in dat bakkie. Die Rick was echt een ouwe vieze man, die werkelijk nog dacht dat hij met zijn geperkamenteerde voorkomen nog in trek was bij de jonge dames.
Thea , had ook nog een baantje bij Wienerwald,een redelijk sjieke eettent, die ook nog wel eens door Duitse toeristen werd aangedaan, zij deinsde er niet voor terug haar mannelijke collega's over de biefstukken te laten zeiken alvorens ze de heerlijke gerechten bij de Duitse klanten op tafel zette.

zondag 16 december 2012

Bios (13)


De eerste avondvoorstelling verloopt verder zonder noemenswaardige problemen en ook de tweede avondvoorstelling gaat prima.  Als die tweede voorstelling draait ontdekt Leonie onder de stapel theedoeken de vijf briefjes van honderd. Ze zegt niks tegen de anderen en loopt er meteen mee naar Duusjoo, die Leonie aanhoort en net doet alsof zijn neus bloedt:
‘Wir zal das jetzt geflickt haben, Leonie?’ vraagt hij. ‘Es ist bijnahe  das bedrag wir miesten heute mittag, doch? Sag noch eben nichts tegen die anderen, meine Leonie. Vielleicht verratet de dader sich wohl. Sehr gut dat jij es mir jetzt sagt und mir das geld geeft, maaisje!!
Ich zal die anderen sofort von dies vertellen. In jeden gefal haben jullie die fooi wieder terug, doch?!.
Nog voor het einde van de tweede filmvoorstelling riep Duusjoo de voltallige ploeg (met uiutzondering van Martin, die kon natuurlijk niet weg van zijn werkplek) bijeen om iedereen het goede nieuws te vertellen dat het geld terecht was. Mild oordeelde hij dat waarschijnlijk iemand het geld daar even had neergelegd in de drukte en helemaal vergeten was dat het onder de handdoeken lag. Hij zei dat hij blij was dat het terecht was en wilde er verder geen woorden meer over vuil maken. Honderdvijftig gulden zou hij in fooienpot terugstoppen en de rest gaat naar de baropbrengst. Zijn  creatieve boekhoudtrucs in de voorraad, zo stelde hij, zou hij weer rechttrekken.
‘Ist alles doch noch goed gekommen heute!’zei hij met een vette knipoog naar Leonie.  

De baropbrengst van na de tweede zaterdagavondvoorstelling wordt geteld bij die van de eerste middagvoorstelling van de zondag. Koos kan nu dus de dagopbrengst het geld naar de nachtkluis in de Doelen brengen. In de loop van de maandag komt een geldtransportwagen die kluis leeghalen. Zeker in de weekends zit er toch wel een paar duizend guldens in. Een aantal jaar geleden is Koos daar nog eens overvallen door een stelletje gasten met bivakmutsen. Ze zetten een pistool op zijn hoofd en eisten dat hij geld afgaf. De reactie van Koos was wel heel onverstandig: hij gaf het geld niet af en met het rolletje pepermunt, dat hij altijd in zijn jas had zitten, blufte hij de overvallers mooi af. Hij stak dat rolletje tegen de buik een van de overvallers aan en zei:
‘Ik heb hier een revolver en ik schiet je finaal overhoop als jullie niet ogenblikkelijk maken dat je wegkomt. ‘ Ze wisten niet hoe snel weg ze moesten wezen, de helden. Het had slechter kunnen aflopen voor Koos.
Hij had die overvallers nu wel weggejaagd maar dat hele voorval ging hem niet in zijn koude kleren zitten. De andere dag moest hij zich ziek melden en eigenlijk is hij nooit meer de oude geworden. Naar de kluis gaan bijvoorbeeld durfde hij voor geen goud meer, ondanks zijn pepermunt-overwinning. Dat moest Duusjo voortaan maar zelf doen.

donderdag 13 december 2012

Bios (12)


Koos staat daarbij staat hij altijd op een groentekist, die hij, toen hij met dit werk begon, zelf van huis mee had genomen. In de winter zet hij altijd voor zijn groentekistje een straalkacheltje neer om de ijspegels die dan steevast onder zin neus hangen te laten ontdooien. Op zijn groentekistje ziet iedereen in de rij de kleine Koos tenminste staan.
’Drie maal balcon hier voor die mevrouw met die rode gebreide muts en die heer met dat grappige zwarte petje?
’Twee maal stalles alstublieft.’ Koos scheurt dan ook tegelijk de controlestroken af. In de winter had hij van die handschoenen aan waarvan de vingers waren afgeknipt. Als een voorstelling uitverkocht is dan bast hij dat ook: ‘
‘Zaal uitverkocht; dames en heren, zaal Lumière uitverkocht’ het is een keer gebeurd dat tegelijk met deze mededeling zijn kunstgebit uit zijn mond floepte en verdween in de menigte wachtenden:
‘Hé, kom es effe mee zoeken naar me kunstgebit,’ baste hij dan tegen het andere servicepersoneel in de buurt; nou, voor  Koos had iedereen dat graag over:
‘Personeel! Mogen we er even bij!! Kijk goed uit waar u gaat staan, anders is Koos zijn gebitje naar de maan!’
Maar ondanks Koos indrukwekkende gestalte, zeker als hij op die kist staat: elke zaterdagavond is er stront aan de knikker. Het is maar een klein groepje hooligans dat altijd weer in staat blijkt  om de zaterdagavond te verzieken. Ze moeten wel onder invloed van drank of drugs zijn geweest.

Het begon al in de rij wachtenden: niet netjes in de rij gaan staan en hun beurt afwachten maar gelijk voordringen en als ze eenmaal binnen zijn lawaaierig druk met elkaar praten, gaan lopen stoeien en daarbij ‘per ongeluk expres’ andere, bedaarde en soms al helemaal beduuste bioscoopgasten omverduwen. In de zaal ook schreeuwen en zojuist gekochte gepofte popcorn de zaal inpieken. Het is niet anders dan op elke zaterdagavond; de ouvreuses kunnen deze etterbakken gewoon niet aan. Maar het gaat vanavond zeker anders aflopen dan gewoonlijk. Deze avond zal het publiek niet de dupe worden van deze klootzakkies, want Koos heeft enkele van zijn maatjes, die werkzaam zijn bij de Rotterdamse politie, gevraagd om in burger aanwezig te zijn bij de eerste avondvoorstelling en hen gevraagd om indien nodig op te treden tegen de meestal al behoorlijk bedwelmde hooligans.
Zoals gewoonlijk liggen ze onderuitgezakt op hun stoeltjes met hun poten over de leuning van de stoel voor hun. Er waren al snoep- en chipsverpakkingen de zaal ingemikt en nu zitten ze om beurten flesjes cola heel hard te schudden, met de duim op de opening zodat, wanneer de duim weggehaald wordt, de halve inhoud van zo’n flesje de zaal inspuit. Dolle pret. Maar het is de druppel die de emmer doet overlopen van een van de ‘normale’ bioscoop-bezoekers. Een man, die enkele rijen meer naar voren zit, staat op en maakt duidelijk dat ze nu moeten stoppen met hun hinderlijk gedrag. Hartelijk hoongelach van de rotzooitrappers is zijn deel. De man loopt op hen toe en nog voordat hij  wat kan zeggen vraagt een van de herrieschoppers of hij weet wat een gespikkelde beer is. Op antwoord wordt niet gewacht en de relschopper spuugt hem een hoeveelheid zojuist zeer fijngekauwde olienootjes in zijn gelaat. De boys komen niet meer bij van het lachen. Als de man vervolgens de spuger wil aanpakken werpen de andere hooligans zich op hem. Dan blijkt dat de gewone bioscoopbezoeker niet zo gewoon is.   Een vijftal van zijn maten in de zaal komt hem te hulp en voordat reltrappers kunnen worden aangepakt rennen ze lafhartig het theater uit, achtervolgd door wat een zestal agenten in burger blijkt te zijn. Die achtervolging heeft niet lang geduurd, de lastpakken waren onder invloed en dus niet de allersnelsten. De agenten in burger hebben op een nabijgelegen donker parkeerterrein de vervelende knaapjes flink afgerosd met als prettig gevolg dat deze overlastgevers nooit meer zijn terug gezien in Lumière.  Althans niet als herkenbaar groepje. 

zondag 9 december 2012

Bios (11)


Om kwart voor zeven zal de eerste avondvoorstelling beginnen. Het was duidelijk dat het gezellig was geweest in de Eend er was ook duidelijk iets te veel gezopen. Martin moest er op de weg terug naar Lumière van pissen en toen hij zijn behoefte stond te doen tegen een boompje kreeg hij van Petra een duw in zijn rug zodat zijn broek en zijn schoenen ook onder de zeik kwamen te zitten. Hilariteit alom dus. De stemming was ronduit jolig te noemen toen ze weer op hun werkplek aankwamen. Het stelde ze gerust dat Duusjo er nog niet was, want die had gegarandeerd opmerkingen gemaakt over hun iets tè uitbundige gedrag.

Bij Lumière aangekomen stond een man voor de gesloten deur te wachten. Toen hij zag dat Petra en de anderen aanstalten maakten om naar binnen te gaan, zei de man met een Brabants accent, dat hij zijn portefeuille kwijt was geraakt….waarschijnlijk tijdens de middagvoorstelling hier.
´Waar zat u dan.´ vroeg Petra.
´Ja, ik weet niet meer precies welke rij maar het was tamelijk achteraan, derde of vierde rij van achteraan en dan ongeveer in het midden.´
´Komt u maar mee, we hebben uw portefeuille waarschijnlijk gevonden …..hoeveel zat er ongeveer in?´
´0ngeveer driehonderd gulden.´
´Klopt zegt Petra´
´O, geweldig!´
´Als u even hier in de foyer wilt wachten dan komt mijn collega zo meteen uw portefeuille bij  u brengen.´
Marja, de enige met een kluissleutel haalt de portefeuille op en overhandigt die aan de man, die resoluut zijn portefeuille open doet, er een briefje van honderd uithaalt en dat aan Marja geeft: doe dat maar in jullie fooienpot, die hebben jullie toch wel, hè?
Zo, zegt marja, is dat niet een beetje veel.
Welnee, dat komt jullie zeker toe!
Houdoe en nogmaals hartstikke bedankt.´

Het is nu half zes en over drie kwartier start de verkoop voor de eerste avondvoorstelling. Tijd genoeg dus om nog even een beetje te sporten in de filmzaal. Petra gaat met Marja op de ruimte vlak voor het filmdoek badmintonnen; Martin en Gerrit trappen een balletje in de gang tussen twee stoelenrijen. Nu kon dat  nog, dat sporten in de bios, maar na de op handen zijnde verbouwing, als er meerder bioscoopzalen zullen worden gecreëerd in dit pand, zal er geen ruimte meer voor zijn. De oude Petra en de geile tweeling kiezen ervoor  nog even wat te roken en uit te buiken in de personeelsruimte.

De eerste avondvoorstelling van Saturday night fever is bijna zeker weer uitverkocht. Op de altijd rumoerige  zaterdagavond wordt, voor de zekerheid altijd een beveiligingsmannetje ingehuurd: Koos, gehuld in  een imposant uniform, is met recht een mannetje, want hij is hooguit een meter vijfenzestig groot en bijna even zo breed als hij hoog is. Hij oogt zo sterk als een gorilla. Verder een aardige vent, hoor, nooit te beroerd om bij gebrek aan een portier te helpen bij de kaartverkoop. Dan vraagt hij aan de wachtenden of ze gereserveerd hebben, hoeveel plaatsbewijzen ze willen en dat geeft hij  al zingend op populaire of zelf verzonnen melodietjes door aan de kassière.  Hij heeft zo’n mooie basstem. Operazanger had hij moeten worden; hij heeft zijn carrière misgelopen. Ook maant hij zingend een ieder om zo veel mogelijk met gepast geld te betalen. Daarbij staat hij altijd op een groentekist, die hij, toen hij met dit werk begon, zelf van huis mee had genomen. In de winter zet hij altijd voor zijn groentekistje een straalkacheltje neer om de ijspegels die steevast onder zin neus hangen te laten ontdooien. Op zijn groentekistje ziet iedereen in de rij de kleine Koos tenminste staan.