Om kwart voor zeven zal
de eerste avondvoorstelling beginnen. Het was duidelijk dat het gezellig was
geweest in de Eend er was ook duidelijk iets te veel gezopen. Martin moest er
op de weg terug naar Lumière van pissen en toen hij zijn behoefte stond te doen
tegen een boompje kreeg hij van Petra een duw in zijn rug zodat zijn broek en
zijn schoenen ook onder de zeik kwamen te zitten. Hilariteit alom dus. De
stemming was ronduit jolig te noemen toen ze weer op hun werkplek aankwamen.
Het stelde ze gerust dat Duusjo er nog niet was, want die had gegarandeerd
opmerkingen gemaakt over hun iets tè uitbundige gedrag.
Bij Lumière aangekomen
stond een man voor de gesloten deur te wachten. Toen hij zag dat Petra en de
anderen aanstalten maakten om naar binnen te gaan, zei de man met een Brabants
accent, dat hij zijn portefeuille kwijt was geraakt….waarschijnlijk tijdens de
middagvoorstelling hier.
´Waar zat u dan.´ vroeg
Petra.
´Ja, ik weet niet meer
precies welke rij maar het was tamelijk achteraan, derde of vierde rij van achteraan
en dan ongeveer in het midden.´
´Komt u maar mee, we
hebben uw portefeuille waarschijnlijk gevonden …..hoeveel zat er ongeveer in?´
´0ngeveer driehonderd
gulden.´
´Klopt zegt Petra´
´O, geweldig!´
´Als u even hier in de
foyer wilt wachten dan komt mijn collega zo meteen uw portefeuille bij u brengen.´
Marja, de enige met een
kluissleutel haalt de portefeuille op en overhandigt die aan de man, die
resoluut zijn portefeuille open doet, er een briefje van honderd uithaalt en
dat aan Marja geeft: doe dat maar in jullie fooienpot, die hebben jullie toch
wel, hè?
Zo, zegt marja, is dat
niet een beetje veel.
Welnee, dat komt jullie
zeker toe!
Houdoe en nogmaals
hartstikke bedankt.´
Het is nu half zes en
over drie kwartier start de verkoop voor de eerste avondvoorstelling. Tijd
genoeg dus om nog even een beetje te sporten in de filmzaal. Petra gaat met
Marja op de ruimte vlak voor het filmdoek badmintonnen; Martin en Gerrit
trappen een balletje in de gang tussen twee stoelenrijen. Nu kon dat nog, dat sporten in de bios, maar na de op handen
zijnde verbouwing, als er meerder bioscoopzalen zullen worden gecreëerd in dit
pand, zal er geen ruimte meer voor zijn. De oude Petra en de geile tweeling kiezen
ervoor nog even wat te roken en uit te
buiken in de personeelsruimte.
De eerste avondvoorstelling
van Saturday night fever is bijna zeker weer uitverkocht. Op de altijd
rumoerige zaterdagavond wordt, voor de
zekerheid altijd een beveiligingsmannetje ingehuurd: Koos, gehuld in een imposant uniform, is met recht een
mannetje, want hij is hooguit een meter vijfenzestig groot en bijna even zo
breed als hij hoog is. Hij oogt zo sterk als een gorilla. Verder een aardige
vent, hoor, nooit te beroerd om bij gebrek aan een portier te helpen bij de kaartverkoop.
Dan vraagt hij aan de wachtenden of ze gereserveerd hebben, hoeveel
plaatsbewijzen ze willen en dat geeft hij al zingend op populaire of zelf verzonnen melodietjes
door aan de kassière. Hij heeft zo’n
mooie basstem. Operazanger had hij moeten worden; hij heeft zijn carrière
misgelopen. Ook maant hij zingend een ieder om zo veel mogelijk met gepast geld
te betalen. Daarbij staat hij altijd op een groentekist, die hij, toen hij met
dit werk begon, zelf van huis mee had genomen. In de winter zet hij altijd voor
zijn groentekistje een straalkacheltje neer om de ijspegels die steevast onder
zin neus hangen te laten ontdooien. Op zijn groentekistje ziet iedereen in de
rij de kleine Koos tenminste staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten