donderdag 13 december 2012

Bios (12)


Koos staat daarbij staat hij altijd op een groentekist, die hij, toen hij met dit werk begon, zelf van huis mee had genomen. In de winter zet hij altijd voor zijn groentekistje een straalkacheltje neer om de ijspegels die dan steevast onder zin neus hangen te laten ontdooien. Op zijn groentekistje ziet iedereen in de rij de kleine Koos tenminste staan.
’Drie maal balcon hier voor die mevrouw met die rode gebreide muts en die heer met dat grappige zwarte petje?
’Twee maal stalles alstublieft.’ Koos scheurt dan ook tegelijk de controlestroken af. In de winter had hij van die handschoenen aan waarvan de vingers waren afgeknipt. Als een voorstelling uitverkocht is dan bast hij dat ook: ‘
‘Zaal uitverkocht; dames en heren, zaal Lumière uitverkocht’ het is een keer gebeurd dat tegelijk met deze mededeling zijn kunstgebit uit zijn mond floepte en verdween in de menigte wachtenden:
‘Hé, kom es effe mee zoeken naar me kunstgebit,’ baste hij dan tegen het andere servicepersoneel in de buurt; nou, voor  Koos had iedereen dat graag over:
‘Personeel! Mogen we er even bij!! Kijk goed uit waar u gaat staan, anders is Koos zijn gebitje naar de maan!’
Maar ondanks Koos indrukwekkende gestalte, zeker als hij op die kist staat: elke zaterdagavond is er stront aan de knikker. Het is maar een klein groepje hooligans dat altijd weer in staat blijkt  om de zaterdagavond te verzieken. Ze moeten wel onder invloed van drank of drugs zijn geweest.

Het begon al in de rij wachtenden: niet netjes in de rij gaan staan en hun beurt afwachten maar gelijk voordringen en als ze eenmaal binnen zijn lawaaierig druk met elkaar praten, gaan lopen stoeien en daarbij ‘per ongeluk expres’ andere, bedaarde en soms al helemaal beduuste bioscoopgasten omverduwen. In de zaal ook schreeuwen en zojuist gekochte gepofte popcorn de zaal inpieken. Het is niet anders dan op elke zaterdagavond; de ouvreuses kunnen deze etterbakken gewoon niet aan. Maar het gaat vanavond zeker anders aflopen dan gewoonlijk. Deze avond zal het publiek niet de dupe worden van deze klootzakkies, want Koos heeft enkele van zijn maatjes, die werkzaam zijn bij de Rotterdamse politie, gevraagd om in burger aanwezig te zijn bij de eerste avondvoorstelling en hen gevraagd om indien nodig op te treden tegen de meestal al behoorlijk bedwelmde hooligans.
Zoals gewoonlijk liggen ze onderuitgezakt op hun stoeltjes met hun poten over de leuning van de stoel voor hun. Er waren al snoep- en chipsverpakkingen de zaal ingemikt en nu zitten ze om beurten flesjes cola heel hard te schudden, met de duim op de opening zodat, wanneer de duim weggehaald wordt, de halve inhoud van zo’n flesje de zaal inspuit. Dolle pret. Maar het is de druppel die de emmer doet overlopen van een van de ‘normale’ bioscoop-bezoekers. Een man, die enkele rijen meer naar voren zit, staat op en maakt duidelijk dat ze nu moeten stoppen met hun hinderlijk gedrag. Hartelijk hoongelach van de rotzooitrappers is zijn deel. De man loopt op hen toe en nog voordat hij  wat kan zeggen vraagt een van de herrieschoppers of hij weet wat een gespikkelde beer is. Op antwoord wordt niet gewacht en de relschopper spuugt hem een hoeveelheid zojuist zeer fijngekauwde olienootjes in zijn gelaat. De boys komen niet meer bij van het lachen. Als de man vervolgens de spuger wil aanpakken werpen de andere hooligans zich op hem. Dan blijkt dat de gewone bioscoopbezoeker niet zo gewoon is.   Een vijftal van zijn maten in de zaal komt hem te hulp en voordat reltrappers kunnen worden aangepakt rennen ze lafhartig het theater uit, achtervolgd door wat een zestal agenten in burger blijkt te zijn. Die achtervolging heeft niet lang geduurd, de lastpakken waren onder invloed en dus niet de allersnelsten. De agenten in burger hebben op een nabijgelegen donker parkeerterrein de vervelende knaapjes flink afgerosd met als prettig gevolg dat deze overlastgevers nooit meer zijn terug gezien in Lumière.  Althans niet als herkenbaar groepje. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten