Hij moet er even uit. Lang hoeft hij niet na te denken over zijn bestemming: Hoek van Holland Strand. Dat het regent kan hem niet schelen. Met z’n regenpak en zijn laarzen aan stapt hij de deur uit richting metrostation Prinsenland. Makkelijk reisje tegenwoordig in bijna een uur is hij er; het laatste stukje vanaf Hoek van Holland Haven brengt een bus hem naar het strand. Het is stil in de metro. De kinderen hebben vakantie en om te winkelen is het geen weer. Eigenlijk is het ook voor hem geen weer om er uit te gaan. Maar toch …
Normaal roept een lieflijke (namaak?)damesstem om dat
mondkapjes verplicht zijn in de metro maar nu klinkt de plat-Rotterdamse stem van
(waarschijnlijk) de metrobestuurder zelf, die zegt dat je nu maar meteen ‘mot
uitstappe als je geen mondkappie wil drage.’ Zoiets had hij nog niet eerder
gehoord. Natuurlijk was hij weer eens vergeten zijn mondkapje van onder zijn kin
naar zijn neus te trekken. Op station
Capelsebrug rijdt een scootmobiel de metro in met een geheel in een regentent gehulde
dame. Alleen haar in-en-in bleke, bijna gelige gezicht steekt er uit .. lijkt haast
wel kanker. Ze is in druk in gesprek
gewikkeld met iemand die haar alsmaar goede raad aan het geven is, die zij
consequent in de wind slaat. ‘Nee daar begin ik niet aan ….’ ‘Dat heb ik nou al
zo vaak geprobeerd …’ ‘Ik heb geen zin in ruzie, hoor…’ ‘Dat is veel te
omslachtig …’ ‘ Nou, Desi,’ zucht ze ’ik moet er zo weer uit dus ik ga maar
weer eens hangen. Doei, groetjes …’ Al
stuntelend met haar scootmobiel lukt het haar nog net op tijd de metro te
verlaten.
Jaren geleden reed hij met de auto naar Hoek van Holland en
vandaar liep hij over het strand naar ’s
Gravenzande. Het naaktstrand. Het was
daar wel relaxt. Hij was er af en toe met zijn vriendin Carola. Kinderen hadden
ze toen nog niet. Dat was wel rustig. Er waren destijds op dat naaktstrand
überhaupt weinig gezinnen met kinderen. Hij herinnert zich nog dat Carola zich daar
niet zo erg op haar gemak voelde. Topless vond ze geen probleem maar helemaal in haar blootje voelde zich al
snel ongemakkelijk. Ze deed het toch wel, dacht hij, om hem een plezier te
doen. Maar het ging wel ten koste van haar spontaniteit, en ook van
haar sportiviteit. Hij had badmintonrackets meegenomen … nou, ze ging echt niet met hem badmintonnen …
hij moest maar iemand anders gaan zoeken. Dat deed hij natuurlijk niet. Het was
met haar of met niemand. Zonnen, lezen, drinken, eten en … niet te vergeten:
samen spetteren in de zee.
Zo’n temperatuurtje als destijds op het naaktstrand is het hier
in Hoek van Holland vandaag niet, hoewel
het voor eind december erg zacht is: 13 graden. Het voelt alleen wat kouder aan door die miezerregen
en tamelijk frisse wind. Verlaten hier
… nauwelijks meeuwen … daar ziet hij
toch nog een hond, een Gordon Setter, de koude zee trotseren. ‘Sita, kom!’ hoort
hij achter zich. Dat lijkt wel de stem van Carola. Verbaasd kijkt hij om. Maar
ze is het niet. Dat kan ook helemaal niet. De kletsnatte hond komt nog even aan
hem snuffelen. Hij aait hem over zijn natte snuit: ‘hallo Sita’… en als een
speer rent de hond naar zijn vrouwtje.
Tegen de harde wind in loopt hij verder over het strand, langs
de branding in de richting van de pier, waarachter een immens groot
containerschip de Nieuwe Waterweg op
vaart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten