dinsdag 7 december 2021

OP DE TRAP

Aan het eind van de zestiger jaren van de vorige eeuw woonde ik samen met mijn toenmalige vrouw Dine in het Oude Noorden.  Op het Zwaanshals om precies te zijn, boven de autospuiterij van Arie Tibout.  Arie was de eigenaar van het hele pand. Boven de autospuiterij waren nog drie woonlagen. Wij woonden op de derde etage aan de voorzijde, wij keken uit op het politiebureautje op het Zwaanshals. Op de derde étage waren een voor- en een achterwoning. Onze buren aan de achterkant  keken uit op de Tochtstraat. 

De drie woonetages waren slecht onderhouden en ondanks dat de huur niet hoog was, elf euro per week slechts, hebben we van af het eerste jaar dat we daar woonden de jaarlijkse huurverhoging geweigerd. Huisbaas Arie vond dat nooit leuk om te horen dat wij protesteerden tegen de huurverhoging maar hij was in feite niet in staat om tegen ons in te gaan; misschien was hij het wel met ons eens dat we voor zijn zogenaamde woningen geen cent mèèr wilden betalen.  Wij waren niet de enigen. Naast ons woonde een Surinaams stel, dat we nooit hoorden, maar als ik ze eens tegenkwamen op de trap, lachten ze heel vriendelijk naar me en begonnen ze  gelijk te mopperen over het verveloze trappenhuis en de tochtoverlast die ze hadden door de kieren van hun balkondeuren. ‘Dan moet je de huurverhoging weigeren’ zei ik. ‘Dat doen wìj ook, dan komt Arie Tibout misschien eens in actie.’ ‘Ja, dat zouden ze doen.’ Maar ze deden het niet want ze waren voordat het 1970 werd al verhuisd.

Voor ons was dat wel aardig want wij mochten toen van Arie ook die achterwoning gaan bewonen. We braken de muur tussen de woningen weg en maakten er een mooie grote woning van. Onder onze achter woning, was een woonruimte die al een tijdje had leeg gestaan.  Aan de voorkant woonde Carel, een veertiger, die erg zwaar was, veel rookte en ook nog eens alcoholist was. Aan de achterkant kwamen Ben en Tina wonen. Een stel van onze leeftijd, twintigers dus. We hadden al snel goed contact met ze. Ben was student in Delf; hij was bezig een proefschrift te schrijven over de milieuvriendelijke verwerking van aardappelschillen. Tine was directie secretaresse bij de AMRO-bank. Allebei kwamen ze van oorsprong uit Alkmaar daar hadden ze elkaar op de lagere school ook leren kennen. Ben vond ik gelijk al een leuke vent: hij hield van de zelfde muziek als ik, we lazen de zelfde boeken en zo bleek later we hielden ook van dezelfde regisseurs. Hèt grote verschil tussen ons was: hij hield niet van voetballen en daar was ik nou net dol op. Ook hielden we niet van hetzelfde type vrouw. Hoewel … Ben vond mijn Tine al van het begin af aan een leuke vrouw, zo te zien. Ik, Tine in het begin ook wel. Hoewel ik de eerste drie jaar dat ze bij ons op de trap woonde moeite heb gehad met die halskraag die ze altijd maar om had,  daarbij hield ze haar hoofd altijd een beetje scheef …  blijkbaar kon ze met die kraag om haar nek niet lachen, want dat heb ik haar die eerste tijd niet zien doen. Er was bij een auto ongeluk iets goed mis gegaan met haar nek, vertelde Ben me. Ze had een whiplash. Daardoor kon ze niet zo veel lachen. Wel kon ze soms opeens hard krijsen. We dachten dat ze zo tekeer ging tegen Ben. We konden niet precies horen waarom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten