donderdag 30 december 2021

HONING

Zaterdagochtend tussen halftien en tien uur komt iedereen binnendruppelen in het vormingscentrum De Ros. Acht zestienjarigen - zes meiden, twee knullen - en twee groepsleiders, Koos en ik. Het is hier i deaal om het schooljaar af te sluiten: volop bos, duin, strand en we boffen met het weer. Ria arriveert als laatste.

    Als iedereen zich gesetteld heeft, maken we ons op voor een flinke boswandeling. In twee groepjes van vijf. Ria maakt wat problemen omdat ze  beslist niet bij Koos in de groep wil. Een van de meisjes van mijn groep wil wel met haar ruilen.

   Zoals alle leerlingen werkt Ria vier dagen per week. Zij komt elke woensdag naar school. Dan showt ze de laatste mode uit de boetiek waar ze werkt. In haar dancing outfit, zit ze vooral s’ochtends onder de praatsessie, onderuitgezakt, haar gezicht half bedekkend met haar hand. Dromerig staart ze voor zich uit.

   Ze houdt meer van doe-dingen.

 

Het bos is een dicht aaneengegroeid struikgewas met sompige paden en muggenrijke meertjes.

   “O Ceeeeees, getverdegetver een eng beest!”

   Ria springt tegen me op en klampt zich aan me vast. Er loopt daar inderdaad een tamelijk grote maar volkomen ongevaarlijke spin.

   “Joh, stel je niet zo aan. Dat beest is veel banger voor jou!”

   Haar hartje is behoorlijk op hol is geslagen. Ze is warm. Haar prikkelend zoete parfum laat mijn hart rock-'n-rollen.  

   “Is hij al weg?”

   “Bijna,” zeg ik met een knipoog naar de anderen. In afwachting van tot we verder kunnen wandelen schieten ze een paar foto’s. Ik geniet nog even van haar warme lijf en vlak voordat ze me met een diepe zucht loslaat drukt ze nog even, heel krachtig haar onderlichaam tegen me aan.

    In het toeristenwinkeltje bevredigen we onze kooplust. Ik neem voor mijn vrouw Thea een pot honing mee. De anderen kopen van alles; een van de jongens een zakmes; de meisjes parfums. Ria zoekt een speciaal lipstickje uit, dat ze gelijk op doet.

   “Mooi he, Cees?”

   Haar lippen glitteren, lijken groter, vochtiger en dikker; een lichte tinteling gaat door mijn eikel; ik zeg dat ik die lippenstift niet vind passen bij een boswandeling.

   “Heb jij nog wat gekocht, Cees?”

   “Honing voor mijn vrouw; daar is ze dol op,” zeg ik.

 

Na de wandeling is de lunch en dan gaan we de donkere kamer in. Samen staan Ria en Ik gebogen over het bakje met ontwikkelingsvloeistof. Ze is verrukt als langzaam het plaatje zichtbaar wordt: Ria, Cees en het enge beest. Haar lange haren kietelen mijn wang en de zachte amandelgeur van haar parfum geeft me kriebels in mijn buik. Als ik even met foto flapper om ze wat te drogen zie ik dat ze wat meer knoopjes van haar bloesje heeft losgemaakt.

   “Ze zijn mooi hè, Cees?”

   “Ja, ze zijn heel mooi, vooral die bij het enge beest.”

   Ik krijg het warm. Ze ziet er uitdagend uit. Het lijkt of ze wil zeggen:

   “Cees, hier ben ik, pluk me.”

   Het is heel verleidelijk maar plukken kan ik haar niet. Dat kost me mijn baan en mijn huwelijk.

 

Na het diner gaan we met z’n allen video kijken en misschien een beetje swingen. Ik ga zelf alvast afscheid nemen van mijn groepje. Morgenochtend zijn we er vast te duf voor. Want van slapen zal wel weinig komen.

 

Ik had het idee dat ik al een tijdje geslapen had. Door haar strelende bewegingen over mijn buik werd ik wakker. Ria lag naadloos tegen me aan. Zo te voelen nog met haar nachtponnetje aan.

   “Mag ik bij je blijven liggen?’

   “Als je stil ligt, anders kan ik niet slapen!”

   Langzaam voel ik gaat haar hand in de richting van mijn stijve gaan.

   Ze pakt hem beet en vraagt:

   “Kan je hiermee dan wel slapen, Cees?”

   “Nee, je hebt gelijk, hiermee kan ik niet slapen,” en ik draai me naar haar om.

We zoenen, strelen, bijten, kietelen, knijpen wild en zacht; ik sla mijn armen om haar heen; zij klemt haar benen strak om mijn rechter bovenbeen en maakt kleine wiegende bewegingen met haar heupen. Ik vraag haar of het oké is als ik haar nachtpon uitdoe; ze trekt het ding zelf al uit en drukt zich weer tegen me aan. Ik doe het licht aan en streel met mijn vingertoppen haar zachte blanke huid en zeg dat ik haar sproetjes tel. Ze moet er om lachen; de kleine schokjes van haar lijf vertellen over haar opwinding.

   Ze ziet de pot honing op mijn nachtkastje staan.

   “Die is voor je vrouw, he? Mag ik ook een beetje proeven?”

   “Ja, natuurlijk.” Ik wil een lepeltje gaan pakken. 

   “Cees,” ondeugend knikt ze in de richting van mijn piemel,

   “Stop hem er eens in.”

   Vlak voor mijn erectie het begeeft plop ik een flinke dot honing uit de pot

   Ria neemt de weer snel groeiende honingplopper, in de mond en laat pas los als alles opgezogen is. Als ik dan wat honing over haar lijf wil gieten, zegt ze:

   “Alleen als je me heel goed schoon likt.”

   Het begint al weer dag te worden als Ria met haar neusje door mijn borsthaar woelt:

   ”Jij weet de lekkere plekjes perfect te vinden, Cees.”

 

We nemen afscheid rond 10 uur die zondagochtend. We vliegen elkaar nog eens allemaal om de nek. Wensen elkaar succes.

   “Zeg jij het tegen je vrouw?” vraagt Ria.

   “Ja hoor,” lieg ik, “dat is geen probleem bij ons. Ik zou er zelf ook geen probleem mee hebben als zij plezier zou maken met een ander.”

   “En jij, Ria? Zeg jij het tegen je vriend?”

   “Nee joh, ik kijk wel uit, die gozer is zo vreselijk agressief, die zou jou echt afmaken.”

   Daar komt hij aan op zijn Puch. Ze rent naar hem toe; ze zoenen elkaar in de rook van de uitlaatgassen. Ze stapt achterop en klampt zich stevig aan hem vast.

   “Dag Cees, straks lekker smullen met je vrouw,” zei ze met een duivels lachje.

   Later toen Thea mijn souveniertje zou uitpakken begreep ik pas Ria’s lol. Met haar glitterlipstick  had ze op het deksel van de honingpot een hart getekend met de namen Cees en Ria en op het etiket was de foto van ‘Ria, Cees en het enge beest’ geplakt.

   Mijn vrouw en ik hebben daar inderdaad nog lange tijd enorm van gesmuld.

   

 

  • eerder geplaatst in november 2003

Geen opmerkingen:

Een reactie posten