dinsdag 28 december 2021

EEN PASSENDE BAAN

Sedert 1995 reist Johan elke werkdag per trein heen en weer tussen zijn woonplaats Enschede en Rotterdam, waar hij directeur is van het NIMEZOF, een zorginstelling voor niet-meer-zo-frisse ouderen. Wie Johan, letterlijk en figuurlijk een dikke vijftiger, van huis ziet gaan met de zwarte gleufhoed op het welvarende rode hoofd met strak getrimd baardje, de statige lakense jas, de glimmend gepoetste zwarte schoenen, de attachékoffer en de laptop, kan al licht de indruk krijgen dat hij directeur is van een instelling waar jaarlijks vele miljoenen omgaan. Bij de organisatie, die hij zeven jaar geleden op de rails heeft gezet, werken, tien man, zoals Johan het noemt, ofwel: negen vrouwen en hijzelf.

   Reizen doet hij altijd eerste klas, zodat in alle rust gewerkt kan worden met de laptop op schoot. Die tijd in de trein heeft Johan hard nodig: hij bedenkt daar de plannen en strategieën. Bij overeenstemming in het managementteam, bestaande uit hemzelf en de coördinator zorg, is er niets aan de hand. Maar komt er in het managementoverleg kritiek, dan schorst Johan de vergadering onmiddellijk, omdat hij nu eenmaal niet in staat is adequaat te reageren. Eerst de trein in en met de laptop op schoot de bekritiseerde beleidsnotitie bijstellen.

   Nu staat op zijn computerscherm al enkele dagen het trefwoord ‘schoolzwemmen’ te knipperen. Gesprekken in de enige wandelgang die het NIMEZOF rijk is, leveren zo nu en dan best eens iets aardigs op, zoals dat flitsende idee om niet-meer-zo-frisse ouderen in te schakelen in de laagste klassen van de basisschool en dan met name bij het zwemonderricht.

   “Ja, ja, ja… interessant,” reageerde Johan, met lichte hoofdschuddende beweginkjes, “zet dat voor ons overleg van morgen maar even op papier als je wilt, dan kunnen we er misschien wat dieper op in gaan.”  Vervolgens snelde hij naar zijn kamer, kroop direct achter zijn pc en tikte het woord ‘zwemlessen’ in, om over na te denken straks in de intercity naar Enschede.

  Johan ziet zichzelf als een helder scribent en een begenadigd spreker. De realiteit is echter volslagen anders. De NIMEZOF-medewerker is het spoor meestal volledig bijster na het lezen van twee, hooguit drie volzinnen uit willekeurig welke beleidsnotitie van zijn hand dan ook. Vers van de pers verdwijnen zijn stukken alweer in de papierbak. De hilariteit bij zijn medewerkers over zijn notities vertaalt Johan als signalen van een goede werksfeer en open communicatie binnen de organisatie.

Nu kan een beleidsnotitie in de vuilnisbak gegooid worden, dat gaat echter niet met Johans onbegrijpelijke, soms onverstaanbare en altijd veel te lange  inleidingen. Met de blik op nul en het verstand op oneindig kan zo’n verhaal, zij het met moeite, uitgezeten worden. Toch gebeurt het niet zelden dat een ingedommelde toehoorder wakker schrikt van zijn of haar eigen gesnurk. Jammer is dat, want op zich is het werkveld van ‘de niet-meer-zo-frisse oudere’ ontzettend levendig, interessant en allesbehalve slaapverwekkend. Helaas is Johan er nog niet in geslaagd een vonkje enthousiasme over te brengen. De chemie heeft ook steeds ontbroken tussen Johan en de anderen binnen het NIMEZOF, hoe hij ook zijn best heeft gedaan. 

   Veel krediet verspeelde Johan bij het team met zijn pertinente weigering om aan het bestuur het ‘bubbelproject’ voor te leggen. Dit bruisende plan voorziet in de verlevendiging van de entreehal van Verzorgingscentrum De Steunkous. Centraal in dat plan staat een groot bubbelbad voor niet-meer-zo-frisse ouderen, dat, indien de financiën het toelaten, zal worden uitgebreid met een superglijbaan van vijfenzeventig a tachtig meter. Johan vindt het idee ‘getuigen van een verregaande mate van smakeloosheid’. 

   De van overheidswege verordonneerde centralisatie betekent het verlossende einde voor het alsmaar stroever functionerende NIMEZOF. Het niet-meer-zo-frisse ouderenwerk is inmiddels overgenomen door de grootstedelijk organisatie de Wip. Voor negen van de tien medewerkers verandert er door deze overname niets in hun werk en inkomen. Maar voor Johan ligt dat problematischer want zijn functie verdwijnt en op de vacature ‘directeur’ van de Wip hoeft hij sowieso niet te reageren want hij voldoet bij lange na niet aan het geschetste profiel. In eerste instantie is Johan de fulltime baan ‘Beheerder Bubbelbad Steunkous’ aangeboden maar daar kan hij, zeer  begrijpelijk overigens, absoluut de motivatie niet voor opbrengen.  Personeelszaken is bereid flink in Johan te investeren teneinde een passende baan voor hem te vinden; zolang die niet gevonden is kan hij, met behoud van salaris, voor minimaal 15 uur per week,  aan de slag als ‘begeleider niet-meer-zo-frisse schoolzwemouderen’.

 

 

  • Eerder geplaatst in maart 2003.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten