donderdag 9 november 2017

GER

Het is toch wel het leukst om ergens  wandelend naar toe te gaan. Vandaag ga ik van het door mij zo gehate Alexanderpolder naar het door mij zo geliefde Blijdorp …… de dierentuin bedoel ik dan. Het is al gauw een wandeling van zo’n 10 kilometer. Ik heb geen passenteller dus ik kan de afstand niet precies opmeten.
Ik loop eerst over de Prinsenlaan in de richting van het Kralingse Bos. Het is een mooie ochtend, de zon schijnt volop. Heel vervelend op de Prinsenlaan is dat je soms als voetganger op het fietspad moet gaan lopen. Het voetpad eindigt dan gewoon in een stuk grasland, waarop zich vandaag tientallen kakkende en krijsende ganzen bevinden; het is niet aan te bevelen om daar doorheen te lopen.
Aan het einde van Prinsenlaan fietst een kleine dikke vrouw, met een lange zwarte jas en een hoofddoek, mij tegemoet. Zij fietst op een driewieler. Opeens begint ze te zwaaien, laat haar stuur los waardoor haar fiets kantelt en  zij met veel misbaar op de grond kukelt. Ze huilt tranen met tuiten maar er is in feite weinig aan de hand; ze heeft voor zo ver ik kan zien alleen maar een geschaafde knie. Voor de rest kan ze weer gewoon gaan staan en ze kan ook zelf weer op haar driewieler stappen. Pas als ze weer op haar fiets zit wordt duidelijk waarom ze daarnet zo met haar handen zwaaide. Ze moet een straat weten in Alexanderpolder …..dan is ze net bij de goeie persoon beland om dat aan te vragen …. Ik weet geen enkele straat in Alexanderpolder, behalve de Rodaristraat, want daar woon ik zelf. Ze wil weten of ik weet waar de Etienne de Bouterstraat is. Geen idee dus. Dag mevrouw.
Ik ben binnen vijfentwintig minuten in het Kralingse Bos. Ik loop aan de kant van het bos langs het strandbadje. Het is superrustig. Het is windstil dus er kan niet gezeild worden. Veel konijnen zie ik, voornamelijk stilzittend. Volop vogels zijn er te zien: aalscholvers, meeuwen, renards, kraaien, reigers, pagalo’s, duiven en nog veel meer waarvan ik de naam nooit weet te onthouden. Bomen zijn er ook zat maar in bomen ben ik nog veel slechter dan in vogels. Alleen de kerstboom herken ik onmiddellijk.  
Bij de parkeerplaats aan het einde van het voetpad, dat ik in het Kralingse Bos loop, is een vreettentje en daar ga ik eens lekker een bakkie koffie doen. Ik bestel een zwarte koffie en een stuk appeltaart … voor zes euro vijftig …. niet goedkoop maar het is wel lekker. Ik heb nog even een leuk praatje met het meisje achter de bar: Dorien, de kleindochter van Ger met wie ik nog een paar jaar bij HOV heb gevoetbald. Zij werkt daar alweer vijf jaar. Met Ger gaat het naar omstandigheden heel slecht. Er is alvleesklierkanker bij hem geconstateerd en de prognose is dat hij nog vier maanden te leven heeft. Ik ben er helemaal kapot van. Ik heb drie jaar met Ger gevoetbald; hij was mijn aanvoerder! Ik vraag Dorien haar opa de groeten van mij te doen en hem het allerbeste te wensen.

Ikzelf heb opeens geen zin meer om door te lopen naar Blijdorp. Ik loop nu door  naar het metrostation Oostplein en neem daar de metro naar metrostation Prinsenlaan. Binnen een half uurtje was ik weer thuis. Ik ben de hele verdere dag van slag geweest. 

woensdag 8 november 2017

VUILIGHEID EN VIEZIGHEID

Drie keer per week ga ik een uurtje zwemmen in verwarmd water …. Dertig graden …. Dat had ik al eens eerder geschreven. De laatste dagen doe ik het met wat minder plezier. Dat komt omdat ik een stukje heb gelezen over alle viezigheid die in zwemwater zit. Ik wou dat ik dat stukje nooit gelezen had. Want als je, zoals ik, rustig van het trapje het zwemwater in stap, dan lijkt er helemaal niks aan de hand …… het water is glashelder. Maar de afdeling Zwemwateronderzoek van het Ministerie van Sport en Recreatie is er speciaal voor op uit gestuurd om eens te bezien wat er allemaal in het zwemwater rondwaart. Een kleine willekeurige opsomming volgt hieronder:
-         Haren (hoofd-, oksel-,borst--, schaam-, been- en armhaar)
-         Hoofdschilfers
-         Bullebakken
-         Snotdeeltjes  in niet gestolde vorm
-         Speekselresten met stukjes brood en hagelslag, pindakaas, gekleurde hagelslag, gestampte muisjes, ontbijtkoek, verschillende soorten jam (voornamelijk aardbeienjam), ei, kaas, blikzult, salami en nog enkele soorten broodbeleg, waarvan er in iets mindere mate in de speekselresten aanwezig waren
-         Oorsmeer
-         Maagzuur, dat waarschijnlijk gebrand heeft.
-         Urinesporen
-         Vinger- en teennagels
-         Geverfde nagels
-         Poepresten
-         Spermadeeltjes
-         Huidschilfers
-         Stukjes eelt
-         Fruitvliegjes
-         Bromvliegen
-         Deeltjes van de verpakking van Mars, Bounty en Snickers.
-         Drop van een onbekend merk
-         Minieme deeltjes van zowel dames- als herenbadkleding.
-         Een linker zwemvlies.
-         Een rechter badslipper
-         Een kunstgebit
-         Een halve badmuts
-         Een zwembril zonder glazen
-         Sporen van shampoo en zeep.
-         Kauwgum (bijzonder veel plopjes)
En dit is nog niet eens volledig, want in het rapport aan het ministerie staat een opsomming van 18 bladzijden. Het ergste is eigenlijk nog dat aan de meeste dingen van de opsomming zowat helemaal niks te doen is. Ja, er kan wat minder slordig omgegaan worden met eten en etensresten (speeksel, drop en kauwgum) ………… met het papier dat om snoep zit (Mars enzo) en verder mag er wel wat netter met al dan niet kapotte badkleding worden omgegaan. Een unieke plaats in deze opsomming neemt het gevonden kunstgebit in:  nu vraag ik u: ‘Wie heeft het nou niet in de gaten als zijn kunstgebit uit zijn mond schiet??’
Waar ook weinig tot niets aan te doen is, is de aanwezigheid van insecten in het zwembad.  De insecten dié het zwembad weten binnen te komen zijn over het algemeen ook weinig schadelijk.
De grote hoeveelheden haren, die zijn aangetroffen …… tja, wat moet je daar aan doen? Die haren vallen gewoon  tijdens het zwemmen van het lichaam af, alhoewel ik mijn twijfels heb ten aanzien van het schaamhaar ….dat zou toch opgevangen moeten worden in de zwembroek of in het badpak.
Waar zeer zeker wel wat aan gedaan kan worden zijn de poepresten, de spermaresten en de urinesporen want als die in het water rondzwerven betekent dat in ieder geval, dat er  in het badwater geürineerd wordt en ……… dat er poepresten en sperma van het lichaam van de zwemmer loskomen. Er  moeten derhalve nogal wat onhygiënische lieden actief zijn in het zwembad. Misschien zouden de gezamenlijke zwembaden eens ‘een landelijke hygiëne- actie’ kunnen gaan voeren. Dat zou geen kwaad kunnen.

Het zwemwater is volgens mij al jaren zo smerig maar toch ben ik er nooit één dag ziek van geweest. Ook niet als ik per ongeluk een slok badwater naar binnen had gekregen. Het klinkt allemaal niet zo smakelijk maar ik ben niet van plan om het zwemmen voor dat  kleine beetje vuiligheid op te geven. Morgen ga ik gewoon weer, want daarvoor is zwemmen veel te lekker. Oprecht echt!

dinsdag 7 november 2017

VERWARD

Binnenkort moet ik naar de Max Eeuwelaan 70 gewoon in Rotterdam. Nooit van gehoord. Geen idee waar het is. Waarom ik daar naar toe moet weet ik wel: daar zit mijn psychiater en mijn sociaal-psychiatrisch-verpleegkundige. Tot 1 november  jl. kon ik voor ‘al mijn psychiatrie’ terecht op de Mathenesserlaan maar dat wordt dus nu de Max Eeuwelaan 70. Gelukkig is via Google-Map elke straat wel te vinden, dus zo kwam ik er achter waar die Max Eeuwelaan was. .. vlakbij het Excelsior stadion en de Universiteit.
Ik moet daar eens per maand naar toe, omdat, ik zal er maar eerlijk voor uitkomen, ik een verward persoon ben, ja, ik ook al ...een verward persoon. Neen ... niet zo erg verward dat ik  in de krant gestaan heb, dat ik mensen beroofd heb, aangerand, misbruikt of zelfs vermoord ... met een pistool een tv-studio ben binnengedrongen om een presentatrice te bedreigen ... Nee, ik ben meer ‘huis- tuin-en keuken’ verward. Ik vergeet bijvoorbeeld van alles. Ik wordt om niks heel boos, dan spring ik met mijn blote voeten hoog op van woede en kom hard neer op mijn hielen, op de harde plavuizen vloer ... beide hielen gebroken ... Op een verwarde dag scheer ik mijn kop helemaal kaal ... trek een oud Sparta-shirt aan en ga er mee naar mijn werk….in diezelfde periode zoen ik  alle collega’s en bezoekers  van de afdeling waar ik werk op de mond, hetgeen voor mijn baas aanleiding was om mij een paar dagen naar huis te sturen. Ik was wat verward volgens hem.
Toen ik mijn kinderen op 5 juni 1984 (precies een half jaar voor Sinterklaas)naar de Rotte stuurde om de Sinterklaas-verkennersboot te gaan bekijken. Ik vertelde mijn kinderen dat er Zwarte Pieten informatie kwamen inwinnen in verband met de te geven cadeaus  op  5 december 1984. We (ook ik) gingen als een speer naar de Rotte maar er was geen boot te zien. In mijn verwardheid had ik dat blijkbaar maar verzonnen ... en als ik er dan van mijn dokter of psychiater pilletjes voor kreeg ... gooide ik ze weg, verward als ik was.
Totaal in verwarring val ik; ik breek mijn schouder en beschadig een zenuw en dan, geeft een dokter, om mijn pijn te stillen, morfine wat ik helemaal niet mag hebben in combinatie met mijn andere pillen. Het gevolg van die verkeerde combinatie pillen is dat ik op straat, in Alexanderpolder, ga slaapwandelen, midden in de nacht, in mijn pyjama, in de regen. Ik weet er niks van maar er zullen mij best wel mensen nagewezen hebben: ‘Kijk daar, die verwarde persoon eens!’
Om volgende week op tijd bij mijn psychiater te zijn heb ik even proefgedraaid met een ritje naar de  Max Eeuwelaan 70. Ik wilde precies weten hoelang ik erover zou doen met metro en een stuk lopen. Alles bij elkaar blijk ik er een dik half uur over te doen. Ik zit maar kort in de metro maar het is een flink eind lopen dus …

Omdat ik toch op de Max Eeuwelaan was, dacht ik (wel een beetje verward ...): ’Ik ga van hier een uurtje terugwandelen naar huis.’ Dat ging ik dus nog doen ook en het bleek nog precies een wandeling van een uur te zijn ook. 

maandag 6 november 2017

SPARTA - HEERENVEEN

Vrijdagavond ben ik met mijn oudste zoon naar Sparta geweest. Hij had twee kaartjes gekregen van een collega voor de wedstrijd Sparta - Heerenveen. Het waren kaartjes voor de tribune die de naam  ‘Businessclass’ draagt. Ik twijfelde aanvankelijk om mee te gaan want het zou die avond nogal koud worden en mijn rechter arm kan slecht tegen de kou sinds ik daar een ongeluk mee gehad heb. ‘Neen,’ zei mijn zoon ‘je zit daar binnen, warm, achter glas.’ In dat geval was het geen enkel probleem. Ik ging mee.  We aten eerst nog wat bij mij thuis. Het was vrijdag dus het was peentjes met vis; een heerlijk meloentje toe. Daarna gingen we op weg naar Spangen.
Bij de entree van het Sparta stadion was het een drukte van belang. Het leek net een uitstekend bezochte receptie met volop aanwezige drankjes en gezellige snacks ... veel kale, grijze mannen en nauwelijks vrouwen… terwijl mijn zoon die kaartjes toevallig juist van een vrouw gehad had … zij had die kaartjes weer gekregen omdat ze al weer 35 jaar bij Sparta kwam. Wij waren aan de late kant en  wilden gelijk doorlopen naar onze verwarmde  plek. Echter zo’n plek als we ons voor hadden gesteld was het niet. Onze plekken waren  gewoon in de koude openlucht maar er waren wel elektrische kacheltjes aan het dak van de tribunes bevestigd. Heel érg warm werd het daardoor niet maar ik kon het met ‘mijn gauw-koude arm’ wel aan op die plek.
Ik heb me niet verveeld met die wedstrijd. Het leek haast wel of beide ploegen tevreden waren met een gelijk spel. Er is zegge en schrijven door beide teams een keer op doel geschoten. Voor de rest speelde al het spel zich af op het middenveld met soms aardige acties aan beide zijden. De mooiste actie kwam van een Heerenveen-speler (uit Noorwegen), die in een razendsnelle beweging drie Spartaspelers tegelijk ‘voor joker zette’ en vervolgens ook nog eens een mooie voorzet gaf. Niemand was verbaasd over de uiteindelijk einduitslag: Sparta -  Heerenveen 0 – 0.
Het was een mooi gebaar van Sparta dat alle bezoekers van de Businessclasstribune in de rust gratis wat te drinken kregen. Er was voor elck wat wils, van pils tot chocolademelk. Ik nam een lekker koud Jupiler-biertje.
We waren naar het stadion gegaan met de auto van mijn zoon. Terug gingen we ieder ons weegs. Mijn zoon woont namelijk Oegstgeest en dan zou het waanzin zijn als hij mij eerst naar Alexanderpolder zou brengen. Zijn auto had hij geparkeerd bij het Marconiplein. Hij zou de snelweg naar Den Haag pakken bij Blijdorp. Ik ging van Marconiplein per metro naar het mij zo geliefde Alexanderpolder. Tien minuten moest ik wachten tot de eerstvolgende metro zou komen. Gelukkig was het niet zo druk op het perron. De meeste Sparta supporters hadden de metro hiervoor al gepakt. Die metro heb ik gemist omdat ik in het Sparta-stadion nog even een drankje heb staan drinken met mijn zoon en we hebben natuurlijk ook nog wat staan napraten over de wedstrijd. Mijn zoon vond de eerste helft wel goed en de tweede helft heel slecht en ook had hij, net als ik, genoten van de actie van die Noorse Heerenveen-speler.
Die tien minuten wachten op de metro waren snel voorbij. De metro liep toch nog aardig vol. Vervelend vond ik wel dat er maar liefst vier fietsen in dat metro stel stonden. Dat moet straks wel heisa geven bij het uitstappen. Waarom zouden die mensen eigenlijk niet gewoon gaan fietsen?

vrijdag 3 november 2017

SITA

Ik zie hier veel honden in de buurt. Grote, kleine en middelmatige. De grote honden worden meestal uitgelaten door mannen. De middelmatige honden worden zowel uitgelaten door mannen als vrouwen en de kleine honden worden doorgaans uitgelaten door vrouwen.  Er is de laatste jaren wel een omgekeerd evenredige tendens: de grotere honden worden steeds en steeds meer uitgelaten door de vrouwen en de kleinere hondjes worden steeds meer uitgelaten door de mannen. De verklaring hiervoor zal zijn dat een aantal jaren geleden de mannen zich voor lul voelden lopen met van die kleine kuthondjes. Maar tegenwoordig is dat niet meer zo. Die kleine hondjes zijn een soort statussymbool waarmee je als man best voor de dag mag komen. Dat de vrouwen nu ook de grotere honden zijn gaan uitlaten heeft mijns inziens vooral te maken met emancipatie: vrouwen durven zich te laten zien met een grote hond. Ik heb overigens totaal geen verstand van honden, hoor.
Zelf heb ik gedurende een jaar of tien een middelmatig hondje gehad. Een Gordon Setter. Het was een leuk beest dat met veel plezier leefde tussen mijn toenmalige vrouw en onze kinderen. Allemaal lieten we onze viervoeter met groot plezier uit en Sita, want zo heette de hond, liet zich lange tijd ook met plezier uitlaten. Sita liep altijd als een dwaas aan de riem te trekken, totdat hij zijn eerste drol had gedraaid. Daarna werd hij pas rustig. Het is wel eens gebeurd dat Sita mijn jongste zoon over de stoep sleepte naar zijn eerste poepplek.
 Maar op een gegeven moment besloot Sita dat hij niet meer uitgelaten hoefde te worden: hij ging  zichzelf uitlaten. Hij wist het dagelijks voor elkaar te krijgen om stiekem, achter een van ons, de voordeur uit te glippen en zich te haasten naar het Kralingse Bos. Best een gevaarlijke route Zwaanshals- Kralingse Bos. ….. de  drukke Gordelweg oversteken ………….. het is gelukkig al die jaren goed gegaan. Van kennissen hoorde ik wel eens dat hij keurig  bij de zebra wachtte tot het voetgangerslicht op groen sprong en netjes met de andere voetgangers naar de overkant liep.
We gingen natuurlijk zelf ook vaak wandelen met Sita in het Bos. Het eerste wat hij deed als hij van de riem was losgemaakt, was racen in de richting van de konijnen, die zich een ongeluk schrokken als ze Sita uit hun linkerooghoek zagen aan komen rennen. Als het lekker weer was denderde hij gelijk door naar het Kralingse Strandbadje, alwaar hij even lekker in het rond spetterde. Het ergste vond ik altijd als hij er weer in slaagde om een half rotte vis te vinden. Daar schoof hij overheen, omheen, onderdoor en het resultaat was dat hij een uur in de wind stonk. Ons hele huis was er ook van vergeven. Drie dagen lang.
Op een dag kreeg ik een telefoontje van de politie. Ze hadden onze hond gevangen in het bos (mijn naam stond in zijn halsband). We konden hem komen ophalen tegen betaling van hondenbelasting, boete voor de hond los laten lopen op verboden terrein, kosten van injecties tegen hondenziekte verblijfskosten in het hondenasiel, alles bij elkaar 200 gulden.

Zelden heb ik zo’n blije Sita gezien toen ik hem uit het asiel kwam ophalen.

donderdag 2 november 2017

EEN GROTE PLAS

Vanmorgen ben ik naar de sportschool geweest hier bij mij om de hoek. En vanmiddag ben ik kleren gaan kopen. Ik heb warme kleren nodig, dus heb ik die ook maar gekocht. Gelukkig heb ik het geld er nog voor. Ik had van buren gehoord dat er in het winkelcentrum een Bristol was en een C&A, dat viel me alweer mee van deze buurt. Bij die twee zaken kocht ik vroeger, toen ik nog in het centrum van Rotterdam woonde, ook altijd al mijn kleren.
Bij Bristol hadden ze mooie truien te koop van maat XL; toevallig ook mijn maat. Ik heb een blauwe en een witte trui gekocht, samen  voor bijna 40 euro. Ik had ook nog graag een vest gekocht bij Bristol maar Bristol zit dit jaar slecht in zijn vesten. Dan ga ik maar eens kijken bij C&A. Bij die zaak kan je voor bijna alles op kledinggebied terecht.
 Maar eerst even naar ‘La Place’. Ik moet een grote plas doen. Als ik die plas gedaan heb, neem ik daar nog een heerlijk glas……tonic. Wat is het toch altijd een drukte van belang in dat ‘La Place’ ….. alsof je alles hier voor niks krijgt. Ik wil nog wel even kwijt dat de wc hier een aanfluiting is: aangekoekte stront, en een bijzonder penetrante piesgeur….. dat zou hier echt niet mogen. Bij de Hema bijvoorbeeld, waar ik ook wel eens naar de wc ga, daar ruikt het op de wc altijd heerlijk en zijn de toiletten gewoon schoon …… maar daar staat dan wel een toiletjuffrouw te werken en die moet ook betaald worden. Zij wordt betaald van mijn wc-geld. De wc van ‘La Place’ is gratis en dat is wel te merken ook.
Nu maar door naar C&A voor een vest en wie weet, nog een trui. De herenafdeling bleek op de eerste verdieping te zijn en ik had al gauw een heel mooi blauw vest gevonden, gevoerd met een soort bont en…. met een capuchon…..ja, een capuchon, dat  is niet zo makkelijk dragen onder een jas…..of je moet hem over die jas heen dragen dan kan het wel …………. maar als je die capuchon onder die jas draagt lijkt het net of je een bocheltje hebt en dat wil ik toch ook weer niet. Dat met die capuchon kan ik wel oplossen want ik heb een mooie donkerblauwe winterjas en daar past mooi die  capuchon overheen. Ook kocht ik nog bij C&A een frisse rode trui met een ritssluitingskraag. In die trui zal ik veel lopen denk als niet al te koud is tenminste, want heel erg warm is dat rode truitje nou ook weer niet …. Maar wel leuk. Vest en trui samen 35 euro.

Om geheel en al winterklaar te zijn moest ik nog een paar superwarme sloffen hebben en die kocht ik bij van Haren, want die hebben op sloffengebied alles wat je maar nodig kan hebben. Ik heb een hele mooie koop gedaan: een paar volumineuze sloffen (maat 45) voorstellende een bulldogtweeling. Die kostte me dertien euro.  Terwijl ik dit aan het tikken ben heb ik de bulldogs al aan mijn voeten en ik moet zeggen:  ze zijn weldadig warm.

woensdag 1 november 2017

FRITS

Het liefst zou ik in deze wijk, in deze afzichtelijke wijk Alexanderpolder, de hele dag binnen zitten om maar zo weinig mogelijk ergernis in me op te wekken. Maar je hebt als mens nu eenmaal buitenlucht nodig dus doe je soms dingen tegen je zin ….. zwaar tegen je zin. Ik ga dan zo maar wat lopen. ‘Verdwaasd lopen’ noem ik het. Ik weet niet waar ik heen ga. Ik weet niet waar ik ben. Ik loop zo maar wat, dus, en uiteindelijk zo na anderhalf uur sta ik weer voor mijn voordeur.  Vandaag moest ik eigenlijk wel een zwembril kopen maar ik weet hier in deze buurt geen sportzaak te vinden en iedereen die ik er naar vraag, haalt zijn schouders op: ‘weet het niet’.
Het ligt waarschijnlijk aan mij maar ik vind de mensen hier ook zo lelijk zo uitgesproken lelijk alsof ze allemaal om hun lelijkheid naar Alexanderpolder gedeporteerd zijn. Jaaaaa, ik dus ook. Ik heb diep nagedacht wie me hier in de Rodaristraat gepoot heeft maar ik zou niet weten wie. Ik heb alleen maar te maken gehad met de ‘woonpas’, meer niet. Maar wat ik al schreef ….. veel lelijke mensen hier en in sommige straten nog  lelijkere dan in de andere. Ik weet niet welke straten want ik kan de straatnamen van hier niet onthouden. Ik woon hier nu iets meer dan twee jaar en de enige straat die ik bij naam weet is de straat waar ik zelf in woon. In deze straat wonen ook foeilelijke mensen maar vergeleken met al die andere straten valt die lelijkheid van hier wel mee.
Eén mannetje krijgt van mij de prijs van de lelijkste flippo  van Alexanderpolder. Laten we hem Frits noemen. Frits is een piepklein mannetje van een jaar of 65 en hij loopt tot op de dag van vandaag (brrrrrr) nog altijd een donkergrijs kostuum. Frits is ongeveer 1m69 lang en heeft normaal gekapt, grijs haar, heeft tamelijk grote oren  en vooruitstekende  boventanden . Altijd heeft Frits een wit overhemd waarop hij een zwarte stropdas draagt. Zijn schoenen zijn netjes glimmend zwart gepoetst en hij heeft een brilletje op zijn stevige neus. Altijd, altijd heeft hij een zwarte boodschappentas in zijn linkerhand, altijd gaat hij boodschappen doen of heeft hij boodschappen gedaan. Ik verdenk Frits er sterk van dat hij ook tegen het naaktzwemmen heeft geprotesteerd; volgens mij heeft hij de eerste paar dagen dat het naaktzwemmen was, met zijn verrekijkertje achter zijn raam gezeten, zich verkneukelend aan de naaktzwemmers. Voor mij is hij de lelijkste man, die vrijgemaakt gereformeerde boodschappenjongen. Elke keer als ik een luchtje wil scheppen kom ik die man tegen, elke keer  en dan gebeurt het dat die minkukel tegen me zegt: ‘Goedemiddag, meneer.’ Nou daar ben ik helemaal niet van gediend ik ga al helemaal niets terug zeggen. Niemand moet denken dat ik iets met dit mannetje heb. Niets, niets moet ik met die flippo …… en ik voel me opeens heel boos worden van binnen. En ik zeg ’Wat goedemiddag godverdomme, wil je dat niet meer tegen mij zeggen, zeg dat maar in dat Vrijgemaakt Gereformeerde Wooncomplex van je!!’ En ik geef, als ik dat zeg, gelijk een trap tegen die (volle) boodschappentas van hem.  Hij had een meloen, een bloemkool, een plastic zak vol spruitjes, een voetbal en een zwembril  in zijn tasje zitten, die rolden allemaal over straat, die bloemkool en meloen trapte ik plat, de bal schopte ik naar de overkant van de straat. Toen Frits zijn zwembril nog wilde redden gaf ik hem met mijn knie een zetje, waardoor hij omviel. Ik kon vervolgens eenvoudig die zwembril oprapen en in mijn jaszak stoppen.

Daarna zei ik: ’…….en maak nou dat je wegkom lelijke naaktzwemhater’. En hij maakte snel dat hij wegkwam, en dat was maar goed ook.