woensdag 1 november 2017

FRITS

Het liefst zou ik in deze wijk, in deze afzichtelijke wijk Alexanderpolder, de hele dag binnen zitten om maar zo weinig mogelijk ergernis in me op te wekken. Maar je hebt als mens nu eenmaal buitenlucht nodig dus doe je soms dingen tegen je zin ….. zwaar tegen je zin. Ik ga dan zo maar wat lopen. ‘Verdwaasd lopen’ noem ik het. Ik weet niet waar ik heen ga. Ik weet niet waar ik ben. Ik loop zo maar wat, dus, en uiteindelijk zo na anderhalf uur sta ik weer voor mijn voordeur.  Vandaag moest ik eigenlijk wel een zwembril kopen maar ik weet hier in deze buurt geen sportzaak te vinden en iedereen die ik er naar vraag, haalt zijn schouders op: ‘weet het niet’.
Het ligt waarschijnlijk aan mij maar ik vind de mensen hier ook zo lelijk zo uitgesproken lelijk alsof ze allemaal om hun lelijkheid naar Alexanderpolder gedeporteerd zijn. Jaaaaa, ik dus ook. Ik heb diep nagedacht wie me hier in de Rodaristraat gepoot heeft maar ik zou niet weten wie. Ik heb alleen maar te maken gehad met de ‘woonpas’, meer niet. Maar wat ik al schreef ….. veel lelijke mensen hier en in sommige straten nog  lelijkere dan in de andere. Ik weet niet welke straten want ik kan de straatnamen van hier niet onthouden. Ik woon hier nu iets meer dan twee jaar en de enige straat die ik bij naam weet is de straat waar ik zelf in woon. In deze straat wonen ook foeilelijke mensen maar vergeleken met al die andere straten valt die lelijkheid van hier wel mee.
Eén mannetje krijgt van mij de prijs van de lelijkste flippo  van Alexanderpolder. Laten we hem Frits noemen. Frits is een piepklein mannetje van een jaar of 65 en hij loopt tot op de dag van vandaag (brrrrrr) nog altijd een donkergrijs kostuum. Frits is ongeveer 1m69 lang en heeft normaal gekapt, grijs haar, heeft tamelijk grote oren  en vooruitstekende  boventanden . Altijd heeft Frits een wit overhemd waarop hij een zwarte stropdas draagt. Zijn schoenen zijn netjes glimmend zwart gepoetst en hij heeft een brilletje op zijn stevige neus. Altijd, altijd heeft hij een zwarte boodschappentas in zijn linkerhand, altijd gaat hij boodschappen doen of heeft hij boodschappen gedaan. Ik verdenk Frits er sterk van dat hij ook tegen het naaktzwemmen heeft geprotesteerd; volgens mij heeft hij de eerste paar dagen dat het naaktzwemmen was, met zijn verrekijkertje achter zijn raam gezeten, zich verkneukelend aan de naaktzwemmers. Voor mij is hij de lelijkste man, die vrijgemaakt gereformeerde boodschappenjongen. Elke keer als ik een luchtje wil scheppen kom ik die man tegen, elke keer  en dan gebeurt het dat die minkukel tegen me zegt: ‘Goedemiddag, meneer.’ Nou daar ben ik helemaal niet van gediend ik ga al helemaal niets terug zeggen. Niemand moet denken dat ik iets met dit mannetje heb. Niets, niets moet ik met die flippo …… en ik voel me opeens heel boos worden van binnen. En ik zeg ’Wat goedemiddag godverdomme, wil je dat niet meer tegen mij zeggen, zeg dat maar in dat Vrijgemaakt Gereformeerde Wooncomplex van je!!’ En ik geef, als ik dat zeg, gelijk een trap tegen die (volle) boodschappentas van hem.  Hij had een meloen, een bloemkool, een plastic zak vol spruitjes, een voetbal en een zwembril  in zijn tasje zitten, die rolden allemaal over straat, die bloemkool en meloen trapte ik plat, de bal schopte ik naar de overkant van de straat. Toen Frits zijn zwembril nog wilde redden gaf ik hem met mijn knie een zetje, waardoor hij omviel. Ik kon vervolgens eenvoudig die zwembril oprapen en in mijn jaszak stoppen.

Daarna zei ik: ’…….en maak nou dat je wegkom lelijke naaktzwemhater’. En hij maakte snel dat hij wegkwam, en dat was maar goed ook. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten