zondag 10 april 2016

MARATHON 2016

Het is deze zondag weer Marathon in Rotterdam; lekker weer ook.
Gisteravond werd ik gebeld door vriendin Mies of ik samen met haar iets wilde doen. Op zich doe ik altijd graag iets met haar maar nu had ik al in mijn hoofd gezet dat ik ‘Marathon’ zou gaan kijken. Dat zei ik haar ook en ik kreeg het antwoord, dat ik al min of meer verwachtte:
‘Oeps. Dus jij wilt morgen de  drukte in … nou, ik had meer het idee de richting van Vlaardingen op te gaan …  meer de rust op te zoeken dus. Maar aan de andere kant , Jee, ik vind het wel weer leuk om jou weer eens te zien, het is alweer een tijd geleden… weet je wat, ik  laat je morgenochtend wel weten wat ik doe.’

Ik haal een slavinkje en geblancheerde snijbonen uit de vriezer voor het avondeten. Even na twaalf uur ga ik naar buiten. Ik ga lopen naar het Kralingse Bos, waar omheen veel Marathon is. Mijn rugzak heb ik gevuld met drinken, fruit en brood en al gauw moet ik mijn jasje er ook nog bij proppen.
Twintig minuten lopen is het van mijn flat naar de Boszoom. Die Boszoom oversteken is nog een hele toer. Een oneindige stroom hardlopers maakt dat vrijwel onmogelijk.  Ik moet zeker tien minuten wachten eer zich een mogelijkheid voordoet om over te steken. Het enthousiasme van zowel het publiek als de lopers is hartverwarmend.  Op het deelnemersnummer voor op het shirt van de loper, lees ik zijn of haar voornaam.  Het leuke daarvan is dat het toejuichende publiek, de naam van de loper gaat scanderen. Langs de Boszoom wordt  luid  geapplaudisseerd voor een loopster met de naam Leida op haar shirt. Als haar naam langs de kant wordt gescandeerd, geniet ze daarvan; het is voor Leida duidelijk een stimulans.

Maar goed, ik ben overgestoken en wandel nu door het bos naar Crooswijk waar ook hele hordes hardlopers en toeschouwers actief zijn.
In het Kralings Bos is het rustig. Ondanks het fraaie weer. 
Ik zie een zwaan met zijn kop voor voedsel naar de bodem van de plas duiken; zijn achterste helft steekt boven  het water uit. Twee grote ganzen passen samen langs het water op hun elf kleine donzige ganzenpropjes en een eindje verder, op een afgezet grasveld, staat een vijftigtal schapen het gras kort te grazen. Het valt me op dat veel van die schapen hier een vieze kont hebben alsof ze zich nog even in hun stront hebben rondgedraaid.

Ik check even mij smartphone. Mies heeft geprobeerd me te bereiken toen ik in de herrie langs de Boszoom stond. Ze heeft uiteindelijk een smsje gestuurd.’  ‘Sorry dat ik vanmorgen niet gebeld heb, maar nu je toch in  de buurt bent eet je toch lekker bij mij mee, ik heb allemaal l;ekkere verse dingen in huis.’
Ik antwoord,  dat Ik het heel jammer vind dat ik haar aanbod moet afslaan; thuis staat mijn avondeten al te ontdooien en aan eten weggooien begin ik niet.  Misschien kunnen we volgende week wat kunnen afspreken?

Ik ben nu op de dolle Marathonkermis op de Boezemweg. Een veel te luidruchtige deejee. Toeschouwers die door lopers gezien wil worden staan met grote en kleurrijke ballonnen in hun hand te springen; sommigen uit het publiek zijn op vuilcontainers gaan staan en zwaaien lachend met erg grote, fel gekleurde nephanden.

Wat me wel het meeste van alles deugt doet is dat ik zowel onder de lopers als bij het publiek veel meer dan andere jaren, duidelijk herkenbare  aanhangers zie van de Rotterdamse voetbalclub Sparta. Dat is ook wel een beetje logisch nu  Sparta morgen (maandag) kampioen zal worden.

Hongerig kom ik, na een metroritje,  tenslotte thuis van die paar uurtjes Marathon.  Ik kan me wel voor mijn hoofd slaan. Die snijbonen en die slavink zijn niet te vreten … had ik nou maar ‘ja’ gezegd tegen dat aanbod van Mies

vrijdag 8 april 2016

Afspraakje

Op vrijdag is in mijn woonwijkje altijd een markt. Een vrij dure. Maar daar wil ik het eigenlijk niet over hebben.
Gisterenmiddag had ik van drie tot vijf in het Westerpaviljoen een afscheidsborrel met drie mensen, Oran, Arzu en Lisa van de ‘G-Groep Therapie’. Het was wel even gezellig; we hebben wat gepraat, bier en wijn gedronken en … Rotterdamse bitterballen gegeten … vraag me niet wat er Rotterdams aan die bitterballen was. Lang niet iedereen van de G-Groep was er. We waren in totaal met z’n negenen. Helaas konden er gisteren maar vier gisteren komen.

De G-Groep ‘Therapie’ wil helpen problemen op te lossen met behulp van een G-schema bestaande uit 5 G’s:  gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag, gevolgen. Om dat schema te kunnen invullen moet je jezelf de volgende vragen stellen:
1.        Gebeurtenis:    Waar was ik en wat gebeurde er
2.        Gedachten:       Wat ging er door mijn hoofd? Wat voor gesprek voerde ik in mezelf
3.        Gevoelens:        Wat voelde ik. Hoe voelde ik me?
4.        Gedrag:              Wat deed ik toen? Of: wat liet ik achterwege. Wat ging ik uit de weg.
5.        Gevolgen:           Wat waren de consequenties van mijn gedrag voor mijzelf of mijn omgeving? Is er verschil in de gevolgen op korte en de lange termijn?

De groep is tien keer bijeen geweest, tien keer anderhalf uur. Enkele dagen na de groepsbijeenkomst was er dan een individueel gesprek met een van de groepsleiders. De G-Groep is een behoorlijk arbeidsintensieve training omdat je bijna dagelijks G-schema’s moet maken als je tenminste wat aan deze training wil hebben.
Aan het einde van de training werd van iedereen gevraagd  een doel te formuleren waar hij naar aanleiding van deze training mee aan de slag wil gaan.

Ik heb mij ten doel gesteld om elke week minstens twee à drie ‘events’ (afspraken) te organiseren. Ik ben na mijn echtscheiding nogal bang geworden om te vereenzamen.
Als ik op een vrijdagmiddag bijvoorbeeld in mijn agenda zie dat er voor een komende week nog niet voldoende afspraakjes staan, dan moet ik iets gaan doen: bellen, mailen, praten … (dus lezer opgepast; ik zou op zomaar een vrijdagmiddag contact met je kunnen zoeken voor een afspraakje).
Nu is het vandaag toevallig vrijdag en een blik in mijn agenda leert dat de volgende week al helemaal ‘vol’ is. Het doel is gehaald!

Maandag komt mijn oudste zoon bij mij eten en daarna ga ik met hem en een nog een kennis naar Sparta kijken (Sparta; wordt misschien wel kampioen of is het dan al). Dinsdag ga ik, na de fysiotherapie bij een vriend eten en donderdag ga ik koken voor Lenie, de vrouw, die een paar weken mijn huis mooi schoon heeft gehouden.

Tot nu toe haal ik het doel vrij gemakkelijk en ik vind het nog leuk ook om te doen. Met mezelf heb ik afgesproken dat wanneer ik op vrijdag middag de afspraakjes rond heb, ik mezelf mag belonen. Ik gun mezelf dan een een Westmalle. Ter stimulans heb ik alvast wel een kratje Westmalle in huis gehaald.  Vandaag heb ik dat biertje zeker wel verdiend. Proost! 

woensdag 6 april 2016

BANEN ZWEMMEN

Misschien heb ik er al eerder wat over geschreven. Sedert 1 april jongstleden is  vlakbij mijn huis een  nieuwe wijkaccommodatie geopend met onder andere een zwembad en een fitnessruimte. Behalve sportactiviteiten worden er in het gebouw ook allerlei culturele en maatschappelijk werkachtige dingen gedaan. Ook kan je daar je bloed laten prikken, iedere week zit er iemand om je te helpen met belastingzaken en niet te vergeten: je kan er voor een zeer schappelijke prijs (7 euro) een driegangen maaltijd nuttigen. Dus het wonen in Prinsenland is een stukje aantrekkelijker geworden.

Vooral met dat zwembad en die fitnessruimte ben ik in mijn nopjes. Bij die fitness zit ook nog een ruimte voor groepsactiviteiten als yoga en spinnen.
Ik ben afgelopen zaterdag lid geworden van die sportclub. Zondagochtend lag ik al om zeven uur in dat zwembad om een uurtje banen te zwemmen. Ik had me heel stoer voorgenomen om daar elke dag  om zeven uur mee te beginnen. Maandag was ik er ook weer vroeg bij maar dinsdag kon ik het al niet opbrengen. Ik drukte de wekker in en bleef tot half negen in mijn bed liggen. Vandaag, woensdag, was ik wel weer om zeven uur present in het zwembad. Tijdens het zwemmen schrok ik even van een vrouw die langs de kant van het bad,  met een rood aangelopen hoofd,luidruchtig stond te hoesten. Ik zwom even naar haar toe om te kijken of ik wat voor haar kon doen; ze maakte me hoestend en proestend duidelijk dat ze een slok water naar binnen had gekregen en dat het zo wel weer zou gaan. Okee dan.
Het is een heel mooi zwembad met een lekkere watertemperatuur: achtentwintig graden. Fijn vind ik ook, dat de omgevingstemperatuur van het  zwembad aangenaam is. Ik sta niet gelijk te bibberen van de kou zodra ik uit het water kom. Desalniettemin is de toeloop nog niet groot … ja, zou je  zeggen: hoevelen zullen er nu zo achterlijk zijn om voor banenzwemmen zo vroeg uit bed te komen? Nou, niet veel dus. In die drie dagen dat ik er was waren er steeds hooguit tien anderen.  In andere zwembaden heb ik toch wel meegemaakt dat het zo vroeg in de ochtend veel drukker was … misschien komt dat hier nog wel. De douches zijn hier prima: goed warm en de kleedhokjes zijn lekker ruim. Meestal zijn die hokjes zo gemaakt dat je er nauwelijks je kont in kan keren. Dit stukje lijkt trouwens zo langzamerhand wel een reclamespot voor dat bad.

Ik wilde vandaag ook wat uitproberen in de fitnessruimte; kijken hoe mijn herstellende schouder en arm het houden. Ik heb gecrost, gefietst en geroeid en zowaar het ging allemaal goed. Nou is dat voor wat het fietsen betreft natuurlijk niet zo wonderlijk want daarvoor hoef ik in de sportschool alleen maar mijn benen in beweging te zetten.
Eigenlijk had ik vandaag ook nog aan een yogales willen meedoen; helaas ontbrak mij daarvoor de tijd. Ga ik volgende week uitproberen. Ik zal zeker niet aan alle oefeningen kunnen meedoen. Met de helft zou ik al blij zijn.
Een paar weken terug was ik al bij de sportschool wezen informeren naar de kosten en toen hoorde ik dat voor het zwembad en sportschool samen vijfendertig euro per maand gevraagd werd. Eerlijk gezegd vond ik dat nogal duur, want bij mijn laatste sportschool, FIT4FREE, betaalde ik vijftien per maand; dan zonder zwembad.  Vrijwel iedereen in mijn omgeving die ik hierover sprak vond het wel een goeie prijs, zeker met dat  zwembad inbegrepen.

Ik heb me toen die luxe maar gegund.

maandag 4 april 2016

BOS

Teleurstellend vond ik het weer afgelopen zaterdag. Er was door de weerman een prachtige warme en zonnige zaterdag beloofd en wat werd het: een sombere dag , een beetje kil haast.  De zondag kwam meer in de buurt van de voorspelling: een warme maar bewolkte dag . Nou vond ik het tot één uur ’s middags toch niet echt warm. Na enen, ja, toen  begon het eigenlijk pas lekker te worden …
… excuses trouwens voor het slappe begin van dit stukje ...

Juist omdat die voorspelling zo positief was voor de zondag had ik met Ella afgesproken om te gaan wandelen door het Kralingse Bos en misschien ook een pannenkoekje te gaan eten. Omdat het om elf uur nog niet veel soeps was met het weer besloten Ella en ik om eerst maar een bakkie koffie (met een mergpijpje) bij mij thuis te drinken.
Ik ken Ella van de mindfullness-groep.  Ze was een van de weinige vrouwen met wie ik enig contact kon krijgen. Dat zal vast ook aan mij gelegen hebben. Zij was toen nogal depressief en dat is ze eigenlijk nog wel maar onaangenaam gezelschap is ze allerminst.

Rond twaalf uur reden we met Ella’s gele Mazda Cabriolet naar het bos. Het scheelde niet veel of ze reed op de rotonde, vlakbij mijn huis, een onvoorzichtige bromfietser van de sokken. De man reed aan de verkeerde kant van de weg. Het liep gelukkig goed af voor die zakkenwasser.  Ja, want ook al was die bromfietser fout, als automobilist moet je toch mooi voor alle schade opdraaien.

Het was gelukkig nog niet zo druk in het bos; er waren in ieder geval nog genoeg parkeerplaatsen.  Ella vond een plekje vlakbij het hertenkamp.
Vandaar wandelden we zigzag door het bos, tot aan  het terras bij de atletiekvereniging PAC. Daar besloten we wat te gaan drinken.

Zomaar opeens na een lange moeizame autorit in Italië, met haar man en dochter,  was Ella ineens helemaal de kluts kwijt. Ze wist het gewoon niet meer en niet zo’n klein beetje ook … ze wist bijna niks meer. Sindsdien is ze eigenlijk nooit helemaal meer de oude geworden …  veel perioden van neerslachtigheid volgden.
Ze vertelde dat ze dertig jaar getrouwd is geweest met Wim en dat hij haar op een dag opeens overviel met de mededeling dat hij bij haar wegging en binnen een week liet hij haar weten dat hij een ander had. Daardoor raakte ze totaal de kluts kwijt.  Ella vond het zo wreed dat zij, nu ze ziek geworden was, in de steek gelaten werd door hem. Nu Wim weg was kwam de eerste zorg voor Ella op het bordje terecht van hun dochter … vreselijk vond Ella dat, woedend was ze daarover.

Ik vertelde haar, dat het mij ook nogal pijn deed dat mijn vrouw me, nu ik ongeneeslijk ziek was, in de steek liet. Mijn vrouw zei destijds letterlijk dat ze geen energie meer had om er te zijn voor twee bipolairen namelijk voor onze zoon en voor mij.  
‘Dan kies ik liever voor mijn zoon dan voor jou kind’, zei ze.

Op het terras bij die atletiekclub dronken Ella en ik  thee en daarna liepen we langs het strandbad weer terug.  De weersverwachting: warm maar wel bewolkt, deed denk ik veel mensen thuisblijven, want het was helemaal niet druk. Terwijl het zo rond twee uur zelfs onbewolkt was en een graad of twintig.
De zon scheen veel te fel op mijn kale kop; ik was mijn petje vergeten.

Ik was nooit een psychiatrische kliniek opgenomen geweest, zei ik tegen Ella. Behalve dan kortgeleden in de Bavo op de Binnenweg maar dat had niks te maken met mijn bipolaire stoornis. Dat was voor mijn, destijds nogal raadselachtige,  slaapwandelen.
In mijn manische perioden kreeg ik zo nu en dan absurd-grappige ideeën zoals bijvoorbeeld het opkopen van een hoedjeswinkel in de Zwartjanstraat …  mijn ex wilde daar (terecht natuurlijk) niks van horen  maar ik kon het dan toch niet laten om naar aanleiding daarvan ruzie met haar te zoeken … haar te beschimpen. Er deugde dan niet veel van haar. Ik kan me nu heel goed voorstellen, dat dergelijke episodes energieverslindend zijn geweest voor haar en dat ze die uiteindelijk liever kwijt was dan rijk.

Tot slot van de wandeling besloten Ella en ik bij de Nagtegaal een pannenkoek te gaan eten; heel erg lekker maar de prijs was  belachelijk: tien euro per pannenkoek!  De kostprijs is toch nog geen euro! Hoe durven ze dat ervoor  te vragen.


zondag 3 april 2016

SPARTA

Vrijdagavond was ik met mijn oudste zoon en mijn vriend Jacco weer eens op het Kasteel. Het Kasteel is de naam van het stadion van de voetbalclub Sparta. Ik was er lang niet geweest. Dat komt, omdat ik niet van de eerste divisie oftewel de Jupiler League houd. Ik noem mezelf dan wel fan van Sparta maar eigenlijk mag ik me zo niet noemen. Want een echte fan moedigt ook in mindere tijden zijn cluppie aan. Maar het spijt me, ik kan het niet opbrengen om Sparta te zien zwoegen tegen clubs als Achilles, Almere Sport, Telstar, Top Oss, Emmen enzovoorts. Ik gruw er van, maar nu, nu Sparta kampioen dreigt te gaan worden van die Jupiler league begint het toch ineens weer bij me te kriebelen en maakt het me niet meer uit hoe de tegenstander heet. Afgelopen vrijdag kon Sparta al kampioen worden, als ze zelf zouden winnen en als de twee belagers: VVV en Eindhoven punten zouden morsen. Welnu, dat gebeurde dus niet. Sparta speelde gelijk (1 – 1) en VVV en Eindhoven wonnen allebei hun wedstrijd. Maar ik vond het leuk om weer eens op een uitverkocht Kasteel te zijn, het Sparta-lied mee te brullen (altijd met een brok in mijn keel), twintig minuten in de rij te moeten staan voor je biertje een half uurtje moeten  wachten voordat je eindelijk je plasje kwijt kan. Wat deze avond ook heel bijzonder maakte was de veertiende minuut. Gelijk toen de veertiende minuut begon (13.01) stonden alle toeschouwers als een man op en begonnen te applaudisseren voor de beste voetballer die Nederland ooit gehad heeft: Johan Cruijff. Ik vond het alleen niet van erg veel respect getuigen, dat de voetballers van Sparta en NAC gewoon doorgingen met hun spelletje. Ik had liever gezien dat ze het spel hadden stil gelegd en ook zouden meeklappen. Maar de spelers kozen daar dus niet voor en die scheidrechter liet het ook maar gaan.

Op de tribune waar we zaten zat ook weer een uitzonderlijk heethoofdig persoon. Van de scheidsrechter (Janssen) deugde niets, zijn herkomst alleen al: Venlo, dat was in zijn ogen al niet pluis omdat een van de naaste belagers van Sparta het Venlose VVV was. De scheidsrechter had,  volgens de heethoofd naast me aan tegenstander NAC wel 10 rode kaarten moeten geven, terwijl hij blind was voor de overtredingen van Sparta-zijde. De scheidsrechter beschimpte hij volop:’(vuile) klootzak, paarde- en hondenlul, (kanker-)viezerik
 -blinde en dan ben ik nog een hoop vergeten. Op een gegeven moment boog het scheldkanon zich naar een jochie van een jaar of tien dat voor hem zat en zei:’Sorry hoor jongen, maar zo als ik nu doe, doe ik niet altijd … thuis ben ik weer normaal.’
Ik vond zelf die scheids ook slecht, hij nam allerlei tegenstrijdige beslissingen … was wat weifelend, trad weinig doortastend op.. Mijn zoon, die er veel meer kijk op heeft dan ik, vond hem goed fluiten.

Ik vind het altijd wel prettig om een enigszins tegenvallend wedstrijdresultaat met een paar biertjes weg te spoelen. Mijn zoon ging niet mee; hij was moe en ging liever naar huis. Jacco en ik gingen met de tram naar het Oude Noorden en dronken in het cafeetje op de hoek van het Noordplein en de Noordmolenstraat een paar lekkere Coentjes. Een Coentje is een licht biertje (4% alc), genoemd naar de grootste Rotterdamse voetballer ooit: Coentje Moulijn.

Op maandagavond 11 april is de wedstrijd Sparta tegen  jong Ajax op het Kasteel. Weer kan Sparta dan kampioen worden. Ik heb daar vanmiddag kaartjes voor gekocht. Mijn zoon en Jacco gaan ook weer mee. Het was al bijna uitverkocht. Hopelijk wordt het kampioenschap dan behaald  en kunnen we volgend seizoen weer genieten van wedstrijden tegen tegenstanders van wat hoger niveau zoals Feijenoord, PSV, Twente, Utrecht, Ajax enzovoorts. Dan zal ik ook weer meer op het Kasteel te vinden zijn dan de afgelopen vijf magere jaren in de Jupiler league

zaterdag 2 april 2016

CREMATIE

Het overlijden van Annie is allemaal zo snel gegaan. Helemaal kapot ben ik er van. Ik denk niet dat ik er ooit nog bovenop kom. Ik kreeg een telefoontje van het buurthuis, waar ze op de breiclub zat, dat ze met een ambulance naar het Sint Franciscus ziekenhuis was gebracht. Ze schreeuwde het uit van de pijn en greep daarbij steeds naar haar hartstreek. Nog geen tien minuten later kreeg ik een telefoontje van het ziekenhuis of ik maar met de hoogste spoed wilde komen. want ze vroeg steeds naar me. Dus ik sprong op me fiets, een taxi kan ik niet betalen … en binnen het half uur was ik daar.
Was Annie al gestorven! Er was niks meer aan te doen. Ze had een gescheurde aorta. Zesenzestig was ze pas .. ik vierenzestig en ik moest nog een jaar werken ook … hoe ik dat thuis zonder Annie allemaal moest organiseren … ik wist het niet.
De crematie … Annie wilde persé gecremeerd worden, was een zielige vertoning. Sonja en ik waren er, iemand van de breiclub en de directeur van het buurthuis. Toen de plechtigheid bijna ten einde was kwam Sjanie als een wilde binnenzetten met haar begeleidster Connie.
‘Mamma, mamma, mamma, riep Sjanie en ze liep als een bezetene heen en weer in die plechtigheidsruimte maar wist zij veel dat ze Annie al lang hadden laten zakken. Misschien waren ze haar al aan het verbranden. Tegen die begeleider vertel ik wat er tot nu gebeurd was en vroeg haar zo snel mogelijk weer weg te gaan met Sjanie. Ik was doodsbang dat mijn stiefdochter zich te pletter zou vallen. Het was hartverscheurend om te zien en te horen hoe ellendig mijn stiefdochter zich voelde. Ze werd pas wat rustiger toen haar stiefzusje Sonja naar haar toeging en haar in haar armen nam. Begeleidster Connie keek toe hoe de vrouwen bij elkaar uithuilden en elkaar troostten. Ik kon me er beter niet mee bemoeien want dan gaat het bij Sjanie meestal van kwaad tot erger. Sonja was zo verstandig om Sjanie en Connie naar buiten te werken en ze te bedanken voor hun komst en dat ze nu maar moesten gaan.

Buiten stonden Sonja’s echtgenoot Ben en hun twee kinderen te wachten. Ben wilde ik er absoluut niet bij hebben … bij de crematie. Zijn kinderen, twee tieners, jongens, hadden er wat mij betreft wel bij mogen zijn maar Ben zijn standpunt was: als ik niet welkom ben, dan wil ook niet dat mijn kinderen daar bij zijn …  Sonja was natuurlijk des duivels maar er viel met mij niet over te praten. Wat Ben, mij en Annie had aangedaan kon ik hem niet vergeten of vergeven. Acht jaar lang heeft hij mijn bloedeigen dochter en mijn kleinkinderen bij Annie en mij weggehouden en toen ik daar een keertje over kwam praten met hem, was meneer zo’n held om mij in zijn dwaze dronkenschap een flessie bier naar mijn hoofd te gooien … ik kon nog net bukken, het nog volle flesje bier vloog kapot tegen zijn fraai gegranolde wandje …’wegwezen’ moest ik ‘vuile viespeuk’ noemde hij mij …  en waarom? … volgens hem zou ik Annie, Sjanie, Sonja  en ook zijn twee jongens seksueel misbruikt hebben … een vuile gore fantast is hij!

vrijdag 1 april 2016

TEHUIS

Het begon met schelden tegen Annie, mijn vrouw, toen ging Sjanie met van alles lopen gooien, liep in huis hard te schreeuwen en het meest angstaanjagende van alles was, dat ze  zomaar steeds kwam te vallen tijdens haar gegooi en geschreeuw .. epilepsie leek het wel. De ene keer kwam ze lelijker terecht dan de andere keer. Een keer brak ze d’r neus en verloor ze drie tanden. En dat allemaal in een voor Annie en mij onbegrijpelijk woedeaanval en dan deed het zich feitelijk alleen voor als ik  niet thuis was. Het was een soort van afreageren op Annie, zeg maar.. Ze was vaak nog bezig als ik uit mijn werk thuis kwam. Ik deed dan rustig mijn jas uit, zette mijn pet af en liep naar Sjanie toe. Ik merkte gelijk al dat ze wat rustiger werd. Ik zei helemaal niets. Ik wees alleen maar in de richting van haar kamer. Ik zette grote ogen op, ik zei niks … wees naar haar kamer. Achteruit liep ze naar haar kamertje . Vlak voor haar slaapkamer draaide ze zich om, opende de slaapkamerdeur en ze wilde hem meteen op slot draaien maar die vlieger ging niet op. Met één grote stap was ik ook bij de deur en hield hem open. Zonder dat ik ook maar iets hoefde te zeggen ging Sjanie op haar bed liggen. Ik bleef haar met grote  ogen aankijken. Dat bleef ik doen totdat zij in slaap was gevallen.

Dit was een patroon. Voor mij was dit nog wel vol te houden maar voor Annie was dit niet te doen. Zijn raakte zo nu en dan gewond door die, met dank aan Sjanie, rondvliegende voorwerpen. Op een keer smeet ze onze mooie fruitschaal in Annie d’r richting en dat deed ze met zoveel kracht dat Annie’s scheenbeen daarvan brak. Toen hebben Annie en ik elkaar eens aangekeken en uiteindelijk besloten om haar uit huis te laten plaatsen … ook voor haar eigen bestwil. Maar ik moet wel zeggen dat zo’n beslissing altijd pijn doet, pijn voor Annie als moeder natuurlijk maar zeker ook voor mij als haar stiefvader, want ik heb noot en te nimmer verschil willen maken omdat ze toevallig mijn stiefdochter is. Ik heb mijn eigen dochter Katja altijd net zo behandeld als haar.


Het is nu al weer bijna twintig jaar. Met deze Pasen is het precies twintig jaar, dat Sjanie uit huis werd geplaatst. Het werd Huize de Koeling in Vriezenkoop. Elk weekend gingen we bij ons meissie op bezoek. En het is nu ook al weer bijna achttien jaar geleden, dat we  uit Vriezenkoop te horen kregen dat het beter was alsdat we niet meer op bezoek zouden komen bij Sjanie. Ze hadden gemerkt dat ze zowel voor als na afloop van ons bezoek helemaal uit haar doen was … ze ging schelden, hard door de gangen lopen, gooien met van alles dus dat was heel vergelijkbaar met hoe ze zich thuis gedroeg. Vandaar dat ze dachten dat we voorlopig maar niet moesten komen. Dat duurt nu achttien jaar. Met Goede Vrijdag had ik nog even gebeld naar de Koeling om te vragen of Sjanie een middagje langs mocht komen … ik zit tenslotte ook maar in mijn uppie sinds Annie vier jaar geleden de geest gaf … maar dat kon niet want ze was die middag al bij haar zusje, ja, bij mijn eigen dochter Katja nota bene. Je zou zeggen Theo, dan ga je daar toch lekker naar toe … die woont vlak bij je in de buurt. Ja, dat klopt … alleen mag ik daar ook al niet komen … maar dat heeft hier niks mee te maken.