zondag 10 april 2016

MARATHON 2016

Het is deze zondag weer Marathon in Rotterdam; lekker weer ook.
Gisteravond werd ik gebeld door vriendin Mies of ik samen met haar iets wilde doen. Op zich doe ik altijd graag iets met haar maar nu had ik al in mijn hoofd gezet dat ik ‘Marathon’ zou gaan kijken. Dat zei ik haar ook en ik kreeg het antwoord, dat ik al min of meer verwachtte:
‘Oeps. Dus jij wilt morgen de  drukte in … nou, ik had meer het idee de richting van Vlaardingen op te gaan …  meer de rust op te zoeken dus. Maar aan de andere kant , Jee, ik vind het wel weer leuk om jou weer eens te zien, het is alweer een tijd geleden… weet je wat, ik  laat je morgenochtend wel weten wat ik doe.’

Ik haal een slavinkje en geblancheerde snijbonen uit de vriezer voor het avondeten. Even na twaalf uur ga ik naar buiten. Ik ga lopen naar het Kralingse Bos, waar omheen veel Marathon is. Mijn rugzak heb ik gevuld met drinken, fruit en brood en al gauw moet ik mijn jasje er ook nog bij proppen.
Twintig minuten lopen is het van mijn flat naar de Boszoom. Die Boszoom oversteken is nog een hele toer. Een oneindige stroom hardlopers maakt dat vrijwel onmogelijk.  Ik moet zeker tien minuten wachten eer zich een mogelijkheid voordoet om over te steken. Het enthousiasme van zowel het publiek als de lopers is hartverwarmend.  Op het deelnemersnummer voor op het shirt van de loper, lees ik zijn of haar voornaam.  Het leuke daarvan is dat het toejuichende publiek, de naam van de loper gaat scanderen. Langs de Boszoom wordt  luid  geapplaudisseerd voor een loopster met de naam Leida op haar shirt. Als haar naam langs de kant wordt gescandeerd, geniet ze daarvan; het is voor Leida duidelijk een stimulans.

Maar goed, ik ben overgestoken en wandel nu door het bos naar Crooswijk waar ook hele hordes hardlopers en toeschouwers actief zijn.
In het Kralings Bos is het rustig. Ondanks het fraaie weer. 
Ik zie een zwaan met zijn kop voor voedsel naar de bodem van de plas duiken; zijn achterste helft steekt boven  het water uit. Twee grote ganzen passen samen langs het water op hun elf kleine donzige ganzenpropjes en een eindje verder, op een afgezet grasveld, staat een vijftigtal schapen het gras kort te grazen. Het valt me op dat veel van die schapen hier een vieze kont hebben alsof ze zich nog even in hun stront hebben rondgedraaid.

Ik check even mij smartphone. Mies heeft geprobeerd me te bereiken toen ik in de herrie langs de Boszoom stond. Ze heeft uiteindelijk een smsje gestuurd.’  ‘Sorry dat ik vanmorgen niet gebeld heb, maar nu je toch in  de buurt bent eet je toch lekker bij mij mee, ik heb allemaal l;ekkere verse dingen in huis.’
Ik antwoord,  dat Ik het heel jammer vind dat ik haar aanbod moet afslaan; thuis staat mijn avondeten al te ontdooien en aan eten weggooien begin ik niet.  Misschien kunnen we volgende week wat kunnen afspreken?

Ik ben nu op de dolle Marathonkermis op de Boezemweg. Een veel te luidruchtige deejee. Toeschouwers die door lopers gezien wil worden staan met grote en kleurrijke ballonnen in hun hand te springen; sommigen uit het publiek zijn op vuilcontainers gaan staan en zwaaien lachend met erg grote, fel gekleurde nephanden.

Wat me wel het meeste van alles deugt doet is dat ik zowel onder de lopers als bij het publiek veel meer dan andere jaren, duidelijk herkenbare  aanhangers zie van de Rotterdamse voetbalclub Sparta. Dat is ook wel een beetje logisch nu  Sparta morgen (maandag) kampioen zal worden.

Hongerig kom ik, na een metroritje,  tenslotte thuis van die paar uurtjes Marathon.  Ik kan me wel voor mijn hoofd slaan. Die snijbonen en die slavink zijn niet te vreten … had ik nou maar ‘ja’ gezegd tegen dat aanbod van Mies

Geen opmerkingen:

Een reactie posten