Vrijdagavond was ik met
mijn oudste zoon en mijn vriend Jacco weer eens op het Kasteel. Het Kasteel is
de naam van het stadion van de voetbalclub Sparta. Ik was er lang niet geweest.
Dat komt, omdat ik niet van de eerste divisie oftewel de Jupiler League houd. Ik
noem mezelf dan wel fan van Sparta maar eigenlijk mag ik me zo niet noemen. Want
een echte fan moedigt ook in mindere tijden zijn cluppie aan. Maar het spijt me,
ik kan het niet opbrengen om Sparta te zien zwoegen tegen clubs als Achilles, Almere
Sport, Telstar, Top Oss, Emmen enzovoorts. Ik gruw er van, maar nu, nu Sparta
kampioen dreigt te gaan worden van die Jupiler league begint het toch ineens
weer bij me te kriebelen en maakt het me niet meer uit hoe de tegenstander
heet. Afgelopen vrijdag kon Sparta al kampioen worden, als ze zelf zouden
winnen en als de twee belagers: VVV en Eindhoven punten zouden morsen. Welnu,
dat gebeurde dus niet. Sparta speelde gelijk (1 – 1) en VVV en Eindhoven wonnen
allebei hun wedstrijd. Maar ik vond het leuk om weer eens op een uitverkocht
Kasteel te zijn, het Sparta-lied mee te brullen (altijd met een brok in mijn
keel), twintig minuten in de rij te moeten staan voor je biertje een half uurtje
moeten wachten voordat je eindelijk je
plasje kwijt kan. Wat deze avond ook heel bijzonder maakte was de veertiende
minuut. Gelijk toen de veertiende minuut begon (13.01) stonden alle
toeschouwers als een man op en begonnen te applaudisseren voor de beste
voetballer die Nederland ooit gehad heeft: Johan Cruijff. Ik vond het alleen niet
van erg veel respect getuigen, dat de voetballers van Sparta en NAC gewoon
doorgingen met hun spelletje. Ik had liever gezien dat ze het spel hadden stil
gelegd en ook zouden meeklappen. Maar de spelers kozen daar dus niet voor en
die scheidrechter liet het ook maar gaan.
Op de tribune waar we
zaten zat ook weer een uitzonderlijk heethoofdig persoon. Van de scheidsrechter
(Janssen) deugde niets, zijn herkomst alleen al: Venlo, dat was in zijn ogen al
niet pluis omdat een van de naaste belagers van Sparta het Venlose VVV was. De
scheidsrechter had, volgens de heethoofd
naast me aan tegenstander NAC wel 10 rode kaarten moeten geven, terwijl hij
blind was voor de overtredingen van Sparta-zijde. De scheidsrechter beschimpte
hij volop:’(vuile) klootzak, paarde- en hondenlul, (kanker-)viezerik
-blinde en dan ben ik nog een hoop vergeten.
Op een gegeven moment boog het scheldkanon zich naar een jochie van een jaar of
tien dat voor hem zat en zei:’Sorry hoor jongen, maar zo als ik nu doe, doe ik
niet altijd … thuis ben ik weer normaal.’
Ik vond zelf die scheids
ook slecht, hij nam allerlei tegenstrijdige beslissingen … was wat weifelend,
trad weinig doortastend op.. Mijn zoon, die er veel meer kijk op heeft dan ik,
vond hem goed fluiten.
Ik vind het altijd wel
prettig om een enigszins tegenvallend wedstrijdresultaat met een paar biertjes
weg te spoelen. Mijn zoon ging niet mee; hij was moe en ging liever naar huis.
Jacco en ik gingen met de tram naar het Oude Noorden en dronken in het cafeetje
op de hoek van het Noordplein en de Noordmolenstraat een paar lekkere Coentjes.
Een Coentje is een licht biertje (4% alc), genoemd naar de grootste Rotterdamse
voetballer ooit: Coentje Moulijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten