Onderweg naar Dordrecht,
ik ben vanuit Rotterdam op de fiets gegaan, moet ik opeens vreselijk schijten.
Mijn doel deze dag is weliswaar de heisa rond onze koning en zijn familie te
ervaren. Maar die splinter moet echt eerst uit mijn rug.
Gelukkig woont mijn zoon,
met vrouw en kind in het centrum van Dordt, dus ga ik daar even poepen. Ik
twijfel even of ze d’r wel zijn, want ze
waren een lang weekend naar Gent. Ze zijn thuis en ik mag gelijk doorrennen
naar hun wc, mijn schoondochter heeft de toiletdeur al open gezet. Het ‘ei’ is
gelegd voordat ik er erg in heb. Wat geeft het toch, kortstondig, een blij, dankbaar
en tintelend gevoel in je lijf: zo’n drol, die na lange tijd krampachtig te
zijn teruggeduwd, de wijde wereld mag
verkennen. Het feestelijke gevoel heerst voornamelijk in de streek rond de anus
en kruipt heel langzaam omhoog de endeldarm in. Het is een prikkelend, goed
warm bubbelbadje voor de anus en alle
endeldarmfauna.
Daar ben ik natuurlijk
niet voor naar Dordrecht gekomen. Het ging mij om het feestvarken, dat die dag
in die stad zou zijn. Ik drink het glas met lekker koud (en nat) water, dat
mijn schoondochter mij aanreikt, in één
teug leeg. Als ze me dan ook nog koffie gaan aanbieden vind ik het welletjes: ‘Ik
duik de drukte in, bye, bye en bedankt voor alles.’
Het is elf
uur als ik het oude centrum in duik. Het is niet eens zo druk. Met dit mooie
weer had ik massa’s mensen verwacht. Ze
staan wel drie, vier rijen dik, achter dranghekken, langs het water. Maar het
is veilig. Ik was bang, dat toeschouwers elkaar in de drukte, per ongeluk het water in zouden
duwen.
Ik loop met mijn fietsje
aan de hand langs de Grote Kerk, fietsen mag hier niet meer. Een stadswacht begint
ongevraagd tegen me te praten. Moet kunnen.
‘U mag uw fiets wel
meenemen, meneer. ’t Is druk hoor! HIJ is er al hoor! Houd uw fiets maar bij de hand. Hij wordt hier zo gestolen of door
de politie meegenomen,jaaa, dat kan gebeuren … namelijk als uw fiets hinderlijk
in de weg.’ Ik zet mijn fiets dubbel op slot aan een paaltje tegenover de Grote
Kerk en ga te voet verder. Bij het
bruggetje waar Z.K. Hoogheid en zijn gevolg zo dadelijk de stad in
zullen varen, maak ik wat foto’s van de drukte. Een de oren teisterend getoeter
kondigt de komst van de jarige Job aan.
Hij, zijn vrouw en zijn kinderen wuiven ontspannen naar het gepeupel,
dat ‘Oranje Boven’ zingt. Een aantal stuurs kijkende mannen loopt tegen de
drukte in met een demonstratiebord waarop aan de ene kant de leus staat:’Leve
de republiek’ en aan de andere kant: ‘Je suis républicain’.
Ik maak nog wat foto’s van
vòòr en na de drukte rond het passeren van onze ex - prins Pils. Mijn missie in Dordrecht is dan volbracht.
Ik zoek en vind mijn fiets. Op een bankje daar vlakbij, verorber ik mijn twaalfuurtje. Met windje
tegen, fiets ik weer terug naar Rotterdam.
Ere wie ere toekomt: Willem
- A komt met een onvergetelijk originele one-liner over Dordt … ‘Mensen,’zegt hij, ’jullie maken hem af hè? Hier komt ie: Hoe korter
bij Dordt, hoe MOOIER het wordt.
’Hi hi. ha ha, and they're coming to take him away ha-haaa, they're coming to take him away ho ho hee hee ha haaa, to the funny farm, where life is beautiful all the time and they're coming to take him away hi hi, ha haaa.
’Hi hi. ha ha, and they're coming to take him away ha-haaa, they're coming to take him away ho ho hee hee ha haaa, to the funny farm, where life is beautiful all the time and they're coming to take him away hi hi, ha haaa.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten