vrijdag 10 april 2015

HOER

Mijn vrouw en ik hebben besloten onze benedenburen drie punten  in mindering te geven. Onze nachtrust wordt steeds verstoord door hun gesmijt met deuren en hun veelvuldig en luidruchtig toiletbezoek. Een paar maanden geleden hadden we ze ook al eens drie punten afgepakt maar daar trokken ze zich verder niks van aan. Toen was de buurman jarig . Er kwam de hele dag door veel visite voor hem. Dus ging de bel vaak. Er was druk gekrakeel in het trappenhuis. 
Als mijn vrouw en ik iets irritant vinden dan is het wel, dat de bel heel vaak en heel hard gaat bij onze buren. Dat gekakel is natuurlijk ook niet om aan te horen. Wij zijn benieuwd of ze nu wèl onder de indruk zijn. Ze moeten nu wel reageren, want zo kan het niet doorgaan. Nog eens drie punten in mindering en ze worden uit hun woning gezet. Dat is de regel bij negen minpunten. Zo staat het in het reglement ‘Huurders Onder Elkaar Reglement’ (HOER).
Ja, kort na de tweede reglementaire puntenaftrek stond de benedenbuurman voor onze deur. Buurman was een schriel mannetje, erg bleek, hij had een baard van drie dagen en hij had zich vandaag nog niet aangekleed. Ik weet niet of hij zich op andere dagen wèl aankleedde. Maar nu stond hij hier voor mijn neus in zijn slobberende onderbroek en zijn oranje t-shirt met het opschrift: ROBBEN.    
‘Dag heer’, zeg ik zo neutraal mogelijk, ‘waarmee kan ik u van dienst zijn?’
‘Ik heb van u en uw vrouw twee brieven gekregen  over puntenaftrek. Ik smijt ’s nachts met deuren’ schrijft u,’ en maak lawaai op mijn wc. Op mijn verjaardag, één keer per jaar dus, wordt er te veel op mijn te harde bel gedrukt.’
‘Dat klopt precies, meneer, vandaar onze brieven.’
‘Kunt u misschien alstublieft die puntenaftrek ongedaan laten maken. Ik wil hier namelijk heel graag blijven wonen met mijn vrouw en mijn vijf kinderen. Want als u mij straks misschien wel wèèr een brief met een klacht stuurt, dan heb ik in totaal negen minpunten. Dan moet ik mijn huis uit.’
‘Jaaaa, dat is mij bekend, beste man!’
‘Maar ik smijt toch al een paar weken niet met de deuren.’
‘Helemaal waar, waarde heer, maar mijn vrouw en ik hadden u toch óók geschreven, dat wij last hadden van het lawaaierige gedoe op uw toilet?’
‘Wat bedoelt u dan met luidruchtig gedoe, meneer?’
‘Dat zal ik nu zeggen, waarde heer: met dat luidruchtige gedoe, bedoel ik het veelvuldig en met veel herrie doorspoelen van het toilet èn tevens het laten vliegen van oorverdovende winden.’
‘Maar meneer ... wij moeten toch ook gewoon onze behoeften kunnen doen ...’
‘Nee, nee, nee, brave borst, mijn vrouw en ik willen er geen last van hebben als u, uw vrouw en uw vijf kinderen ’s nachts hun behoefte doen.’
‘Goed meneer, dan zullen wij beneden de wc ’s nachts niet meer doorspoelen. Trekt u dan uw brieven in?’

‘Geen denk aan, beste man ….. en wat dacht u van de winden? Wanneer u het een maand lang rustig weet te houden, dan pas trek ik mijn brieven in. Prettige dag verder!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten