Ik vind dat ik behoorlijk
aan het aftakelen ben. Wanneer ik iets vertel gebeurt het retevaak (sorry, een vreselijk
stom woord!), dat ik niet op de meest eenvoudige woorden kan komen. Ik wil nu, voor
jullie lezers, gaan opsommen, op welke woorden en namen ik allemaal niet kon komen vandaag. Maar natuurlijk heb ik dat nu
niet paraat. Heel misschien, als ik een kleine pauze inlas, dat het me lukt, zo’n
opsomming. Oké, ik ga nu even pauzeren.
Het is inmiddels een half
uurtje later en ik heb een gênant onvolledige opsomming van de woorden en namen
waar ik vandaag in eerste instantie niet op kon komen:
Charly Watts, decoupeerzaag,
snookeren, chorizo, tortilla, Ove Kindvall, Eric Schneider, cello, Gert Bals, Rinus
Terlouw, gember, Lange Poten, Koen Verhoef, Frans Halsema, Peter Tetteroo, Peter Nottet, waterpomptang, Madler, rauhfaserbehang,
Frits Flinkevleugel, velgband,
procureurslapje, mandoline, bohrwater,
mise en scene, frenoloog, Simone
de Beauvoir, joint, barricade (het spel), Lazovic, Fred Kaps, Ole Madsen, meccanodoos, verzaken en vuile was (met klaverjassen), angina, monstrans,
brevier, toque, Klaas Schenk, Althusser, Tol Hanse, glaucoom, smegma, nol.
Maar het is niet alleen, dat ik wòòrden vergeet.
Ik laat op zaterdagochtend vroeg, als ik op mijn fietsje, de zware boodschappen
(melk, bier, spa rood en aardappelen) bij Dirk van der Broek ga doen, mijn
sleutelbos in mijn bergingsdeur zitten. De gemeenschappelijke deur naar die bergingen
heb ik achter me dichtgetrokken. Ik ben al bijna bij de supermarkt. Controleer
nog even of ik het muntje voor zo’n boodschappenkarretje bij me heb. Dat zit altijd
aan mijn sleutelbos. Maar … die sleutelbos zit dus niet in mijn jaszak maar in
de bergingsdeur, realiseer ik me dan. De adrenaline knalt gelijk door mijn lijf,
want er komt nogal wat crimineel tuig in die bergingengang; voornamelijk Turken
en Marokkanen. Als dat gajus mijn sleutelbos
te pakken krijgt, met de sleutel van onze voordeur er op, dan vrees ik voor
onze eigendommen. Het zweet gutst over mijn lijf, terwijl ik overhaast naar
huis terug fiets. Ik bedenk me bij wie ik op dit vroege tijdstip (kwart over
acht ‘s ochtends) kan aanbellen om die
deur voor me open te maken. De Turken en Marokkanen vallen af. De Kroaat, Fedor,
vertrouw ik volledig. Ja, bij hem bel ik aan. Hij doet helaas niet open. Hij
slaapt op zware slaapmiddelen. Hij hoort de bel waarschijnlijk niet eens. Wie dan, in godsnaam?
De Servische familie Satanovic kan ik vragen, hoewel ik een vreselijke rothekel
heb aan Serviërs vanwege hun uitroeiactiviteiten van de Bosniërs zo rond 1995. Op
mijn verjaardag 13 juli 1995, zijn honderden Bosniërs afgeslacht door Sadistische
Servische (SS) militairen. Onvergetelijk voor mij. Maar ik moet stoppen met
generaliserende geschrijf, want de Servische buurvrouw Irina is een
schattebout. Ze is, zo vroeg op de zaterdag, al helemaal wakker en doet die
bergingsdeur voor me open. Daar zien we het bewijs van de mij angst aanjagende aftakeling
hangen in mijn bergingsdeur: de sleutelbos. Een geluk bij een ongeluk. Hartstikke
bedankt Irina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten