vrijdag 7 juli 2023

SLAAPPILLEN.

Om half twee vannacht ga ik naar bed. Ik zet de wekker op acht uur.  Binnen tien minuten slaap ik. Mede dankzij mijn slaappillen. Die slik ik al dertien jaar. Lorazepam. Dertien jaar geleden bleef ik zomaar ineens drie nachten achter elkaar wakker. Geen minuut sliep ik. Ik stond na nacht drie te wankelen op mijn benen. De dokter schreef me Lorazepam voor.  Dat hielp gelijk goed. Ben langzamerhand gaan afbouwen en sinds vijf jaar slaap ik als een roos op één milligram.  Die ene milligram afbouwen lukt me nog steeds niet. Ik heb het twee jaar terug eens met een halve milligram geprobeerd, toen lag ik meteen weer de hele nacht wakker. Ik néém dat risico niet meer en blijf gewoon slikken.

De wekker had ik op acht uur gezet maar om half acht ben ik al klaar wakker. Ik zet de wekker af en ga mijn bed uit. Douchen, aankleden, haar föhnen, muesli eten, poeppoedertje oplossen en opdrinken , en de vitaminepillen slikken ……… oooo, neeeee!!  Jezus Christ, wat heb ik nou in ’s hemelsnaam gedaan!? In plaats van de vitaminepillen heb ik mijn pillen voor de nacht geslikt, inclusief mijn slaappil.

Het is vandaag donderdag. Ik moet naar het Huis van de Wijk. Dan geef ik om kwart over tien Mehmet Yildrum en om half twaalf Luis Cunha  Nederlandse les.

Het is nu pas kwart over acht. Nog beduusd van mijn stomme fout, neem ik een kopje thee, een beschuitje met jam en ga in mijn luie stoel zitten  

… de thee en het beschuitje staan nog onaangeroerd  voor me op de salontafel ... ik zie dat het vijf voor half elf is. Ik had al in het Huis van de Wijk moeten zijn voor Mehmet, schiet mijn jas aan, denk net op tijd aan mijn sleutels en zwalk van vier hoog naar beneden. Het voelt of ik dronken ben. Mijn buurvrouw staat beneden. Ze wil me iets zeggen maar ik weer haar af: ’geen tijd nou,’ zeg ik met dubbele tong.  Ik heb de trottoirs over de volle breedte nodig om bij het buurthuis te komen. Daar krijg ik te horen dat Mehmet al vertrokken is. Het is inmiddels vijf over half elf. Ik vertel daar waarom ik zo laat ben en dat ik dus niet dronken ben, als ze dat misschien zouden denken.

Ineke de receptioniste, was voor haar pensionering apothekersassistente,  beaamt wat ik zeg. Ze kan het verschil zien tussen dronken van de pillen of van de drank. ‘Ga naar huis …. naar bed, slapen …,’ zeggen de buurthuiswerkers.  Maar ik ben eigenwijs en blijf in het leslokaaltje wachten op Luis, die om half twaalf komt. Zo af en toe komt één van de beroepskrachten om een hoekje kijken of ik nog op mijn stoel zit.

Het vreemde van de les is aan Luis is, dat ik onwillekeurig een uur lang Engels zit te lallen tegen hem  en hij keurig Nederlands spreekt met mij.

Die hele donderdag kom ik maar niet in mijn gewone doen.

     

 

donderdag 6 juli 2023

KNUFFELPAUZES.

Ik kom uit bioscoop Lantaren Venster. Over de Otto Reuchlinweg, met zijn torenhoge woonblokken, loop ik in één rechte lijn naar het metrostation Wilhelminakade. Ik heb net de film ‘Plan 75’ gezien. Een film uit het ernstig vergrijsde Japan. Om iets te doen aan die extreme vergrijzing  moedigt de regering 75-plussers aan euthanasie te laten plegen. Als cadeautje krijgen ze een leuke premie en plezierige laatste levensdagen. Plan 75 is fictie, maar de film is herkenbaar en realistisch.

Enkele honderden meters vòòr mij loopt een tweetal richting. Een man en een vrouw neem ik aan. Precies kan ik het nog niet zien. Daarvoor is de afstand tussen ons te groot. Het stel wisselt het lopen van enkele tientallen meters af met een knuffelpauze. Ik nader hen dus gestaag.  De man is lang, zo’n 1.85 schat ik. Hij is grijs, draagt een rood windjack, een broek die te lang is voor een korte broek en kort voor een lange broek. De dame is anderhalve kop kleiner, heeft haar bruine haar in een paardenstaart. Ze blijven elkaar consequent na een stukje wandelen innig liefkozen. Naarmate ik dichterbij kom zie ik het kleurrijk gedessineerde spijkerjasje  van de vrouw; de fraai gebronsde benen van het stel. Als ik zo’n dertig meter achter ze loop, gaan zij met de roltrap naar beneden het metrostation in.

De roltrap brengt me bij de 140 meter lange voetgangerstunnel; staand op de lopende band in de tunnel, laat ik me meevoeren naar de toegangspoortjes van de perrons. Het dartele duo staat zo’n honderd meter vòòr me. Niet aflatend omhelzen ze elkaar liefdevol, dan zetten ze weer een paar stappen en dan drukt zij zich stevig tegen hem aan, zo lijkt het.

Ze checkt in bij poortje naar Beurs, waar ik ook heen moet. Ze kijkt nog een paar keer om, ze zwaaien uitbundig. Dan keert hij om en ik sta oog in oog met hem. Een oude man, een mooie oude man, 75 schat ik.

‘Zoooo,’ zeg ik, niet gespeend van enige jaloezie, ‘jij hebt het goed voor elkaar, man!’

‘Ze is mijn kleindochter,’ zegt hij heel nuchter.     

Ik daal af naar het perron. De metro staat al klaar. Ik kan nog net naar binnen glippen. In de drukke metro sta ik vlak voor haar: ’Ik zei tegen je opa, dat hij het mooi voor elkaar heeft … ik dacht dat jij zijn vriendin was … jullie konden onderweg niet van elkaar afblijven, zag ik … je opa zei gelijk hoe het zat’.

‘Ik hou zo veel van hem … hij is zo lief voor me ik zal hem heel lang niet zien, dat vind ik zo erg.’ Ze huilt; ik troost haar door over haar bovenarm te strelen. ‘Ik ga een stage doen van een half jaar.’ ‘Waar?’ ‘In Ecuador,’ zegt ze snikkend, ‘in de gehandicaptenzorg.’ ‘Misschien kan je via zoom nog wat contact hebben’. ‘Neen, dan voel ik hem niet’.

Station Beurs. Ik moet er uit. Zij nog niet. We hebben even oogcontact. Ik knijp  zachtjes in haar arm: ’Succes in Ecuador.’    

woensdag 5 juli 2023

BEHEERS.

Boven alles straalt het  gezicht van Hans ongeduld uit. Ik kan het me wel een beetje voorstellen, want Cora, mijn vriendin zit nu al bijna tien minuten te peinzen en te piekeren. Ze heeft een woord,  waarmee ze al haar letters kwijt kan en waarmee ze vijftig punten extra kan verdienen. Alleen kan ze dat woord nog nergens kwijt op het scrabblebord.

Ik weet dat ze langdurig kan jeremiëren in dat soort situaties. We hebben er ooit wel eens over gedacht om een maximale denktijd in te stellen. Zeg: vijf minuten. Heb je, na het verstrijken van die tijd nog geen woord neergelegd, dan krijg je tien punten in mindering. Daar is het uiteindelijk nooit van gekomen.

Uit pure frustratie gooit mijn vriend Hans nog maar eens een flinke hand borrelnootjes  achter in zijn  keel.  Zijn vriendin Cobie  streelt hem over zijn extreem behaarde onderarm om hem wat te kalmeren. Zij weet precies hoe hij is; voor je er erg in hebt ligt het op de plavuizen, dat scrabblebord en de lettertjes.

‘Zeg Jee, heb je misschien nog een jonge borrel voor Hans?’

‘Off course,’ zegt Jee, om interessant te doen en schenkt Hans een ijskoude Henkes in.

Cora, die minieme stukjes van een pindapepsel zit te af te knabbelen, roept plots verrukt: ’Yeah!’

Ze legt horizontaal, met drie maal de woordwaarde, het woord ‘beheers’ neer, waarvan de letter ‘b’ aansluit op het verticale ‘loot’.

‘Godverdomme!’ ‘Klote,’ ‘kut’, luid gevloek aan de speeltafel.

Dat ene woordje levert Cora ‘drie maal de woordwaarde’ op: negen en zeventig punten. Heel even kijkt ze triomfantelijk in het rond, pakt zeven nieuwe letters en neemt een slokje van haar appelsapje. Sinds de overgang drinkt ze geen alcohol meer. Jee des te meer; maar dit terzijde.

Terwijl Cora bezig was haar mooie woord te bedenken, hebben de anderen ruimschoots de tijd gehad, om de letters op hun plankje te ordenen.  Hans had net nog de meeste punten. Nu moet hij Cora voor zich dulden. Ze staat acht punten op hem voor. Hij wrijft met duim en wijsvinger over zijn kin, zucht eens diep, neemt een slokje van zijn borrel en legt de letter ‘e’ neer voor de ‘b’ van het verticaal gelegde woord ‘beschaafd’.

‘Eb,’ zegt Hans, ‘tsja, één schamel puntje, maar straks ga ik ‘vloed’ neerleggen dat scoort beter, ’grapt hij.

Het spelletje kakt een beetje in. Reden voor Jee om een cd’je  van Jack Johnson op te zetten:  ‘Bruisende muziek! Ik zweer het!’

In ‘no-time’ staan de twee voormalige flower – power koppels ouderwets te swingen … er wordt gelachen en gezongen. Ze dansen zoals vroeger, in de sixties, met grootse armbewegingen, alleen niet meer zo losjes in de heupen. Met z’n vieren springen en swingen ze. Ze zijn niet langer koppeltjes. Op de vrolijke surf-sound gaan ze uit hun dak. Ze dansen steeds intiemer. Hun oude bezwete lijven smelten haast samen. Het is een opwindend doch beschaafd, erotisch tafereel … totdat Jee hem op een gegeven moment niet meer in  zijn broek kan houden.    

dinsdag 4 juli 2023

DE HONDENFLUITER.

De hondenfluiter.

Hij zit met zijn rug naar de zee. Alleen. Op een blauwe, linnen strandstoel, ligt hij in zijn korte oranje zwembroek op het natte stuk strand vlakbij de zee. Het is warm. Zesentwintig graden.  De wind is een ietsje aan de harde kant. Hij had zijn windscherm mee moeten nemen van huis.

Op het stuk strand, waar hij zijn strandstoel neerzet, denkt hij zo min mogelijk last te hebben van de wind. Ook hoopt hij op deze plek luidruchtige gezinnen en voetballende jongelui te vermijden. Vanuit zijn ligstoel ziet hij de krioelende mensenmassa op het droge deel van het strand.

Op het natte strand laten veel hondenbezitters hun huisdier los. Dat gunt hij die beesten van harte. Hij houdt zielsveel van honden. ‘Een goeie hond is beter dan een verre vriend,’ is zijn lijfspreuk.

In zijn werkzame leven was hij de Mariniers: Brigadier Eerste Klas van de Hondenbrigade. Hij was verantwoordelijk voor de training van de honden, die demonstranten, ‘tuig’ noemde hij dat, moesten afschrikken of aanvallen. 

Zelf heeft hij geen hond meer, sinds hij in het centrum van Rotterdam woont. Een hond moet kunnen rennen en in Rotterdam moet een hond altijd aan de lijn! De lol was er voor hem helemáál af, toen hij de stront van zijn hond eigenhandig met een boterhammenzakje moest gaan opruimen.

Vanaf het strand komen twee dames zijn kant op. Ze hebben samen maar liefst twaalf honden aangelijnd. Een zwarte poedel, twee bordercollies, drie yorkshire terriërs, een pitbullterriër, twee Ierse setters en tenslotte drie tip top verzorgde Afghaanse windhonden. Een Afghaanse teefje is duidelijk nog maar net terug van een bezoek aan de schoonheidsspecialiste.

Elke hond wil als eerste losgemaakt worden. Blaffend en grommend botsen ze tegen elkaar op, springen over elkaar heen. De riemen raken ‘in de klit’ en de pitbullterrieër gaat zich meer en meer agressief gedragen tegen de opgedirkte Afghaanse windhond. De dames raken een beetje de kluts kwijt.  

Hij kan het niet langer aanzien, stapt van zijn strandstoel en loopt relaxed naar het bijna hilarische schouwspel van mens en dier. Op één meter van de worstelende kluwen blijft hij  staan. Een paar secondes lijkt hij zich te focussen. Dan fluit hij op zijn vingers: eerst hard, dan zacht en nog eens hard. Vervolgens zegt hij kalm, resoluut en duidelijk: ’Af’  en loopt weer in de richting van zijn strandstoel. De honden zijn nu rustig. Ze hijgen nog na van die voorgaande hectische minuten. De dames laten nu probleemloos de honden lost. De meeste honden  stuiven noordwaarts. Alleen het  Afgaanse teefje en de pittbullterrieër rennen naar het zuiden.

Dan klinken opeens rauwe kreten, vals geblaf en angstig gegil: de pitbull, die vechtjas, valt het Afgaanse teefje aan.

Hij staat op uit zijn strandstoel en fluit twee keer op zijn vingers, eerst zacht en dan snerpend  hard. De pibullterriër komt snel op hem afgelopen en legt zich gedwee aan zijn voeten.

Het teefje heeft de aanval overleefd. Op het nippertje. Zorgzaam verlenen de dames en de andere tien honden, de eerste hulp

maandag 3 juli 2023

TALENTEN.

Ze heeft me nog niet teruggeschreven. Vlak voordat ik ons huis verliet, dat daarna ons huis nooit mee zou zijn, mailde ik haar:

‘Dag Carole,

Ik vond het altijd fijn om heel dicht bij jou te zijn.

Love,

Jee’

Ik had het berichtje nog maar net verstuurd of ik had er al weer spijt van. Ik had eronder moeten zetten:

‘Love forever,

Jee.’

Want nooit, nooit, nooit, nooit zal ik haar vergeten. Ook al gedroeg ik mij als een hork en ook al was zij soms een arrogante frigide trut, ze was altijd mijn muze èn mijn maximaal bereikbare vrouw.

Een vrouw van het zelfde kaliber als Carole, zowel qua (emotionele) intelligentie  als qua creativiteit zal nooit meer mijn zijde kiezen.  Misschien is dat maar goed ook. Een huwelijk waarin de vrouw in alle opzichten talentrijker is dan de man is misschien wel tot mislukken gedoemd. Althans. Zo ging dat tussen mij en Carole. Vooral door toedoen van mij.

Toen we elkaar in 1970 leerden kennen voelde ik het al. Dat het toch niet waar kon wezen!? Hoe kon zo’n supergirl nou verliefd worden op zo’n lulletje als ik. Echt, zo voelde ik het toen. Ze had slimme vrienden en vriendinnen met wie ze met speels gemak discussieerde. Maar in hun omgeving voelde ik me te stom om voor de duvel te dansen.  Ik wist, hoewel ik een arbeiderskind was, helemaal  niks van Marx , Engels of het socialisme en na een opmerking daarover van  één van haar vrienden stond ik al met mijn mond vol tanden. Toen vond ze dat nog geen probleem, want ik was een mooie jongen, was lief, vriendelijk.  Een lekker speelpoppetje.  Alleen jammer dat ik van voetballen hield. Kamme voorstellen.

‘Waarom huil je’, vroeg ze aan me.

‘Ik weet het niet’, zei ik. Maar ik wist best wel waarom.

‘Dit gaat niet lukken,’ wist ik toen al.

Zij had zo veel talenten. Kon zo mooi tekenen en schilderen. Het eerste wat ze deed was een werkelijk grandioos portret van mij schilderen. O, wat was ik trots. Iedereen die het nu nog wil zien zou ik het willen laten zien, omdat het zooooo prachtig is èn omdat ik er zelf zo geweldig mooi op sta. Dat schilderij hangt nu nog steeds bij mij thuis. Gratis te bezichtigen. Onder het genot van een kopje thee.

Ze was muzikaal, ze zong, was een mooie alt, speelde blokfluit, gitaar en viool.  Ze danste in de buitencategorie, niet volgens de stijve dansschoolregeltjes maar lekker impulsief en waanzinnig opwindend.

Bijzonder was ook haar gave om even een film of een boek samen te vatten. Schrijven kon ze ook al. Geen verhaaltje over een raar knalgeel mannetje in een vijver. Dat vond ze  maar flauwekul. Dat liet ze wijselijk aan anderen over (aan mij bijvoorbeeld). Schrijven deed ze vooral  tegen hen die hun sociale plichten verzaakten. Die nagelde ze verbaal meedogenloos aan de schandpaal.

Toen ik haar in Utrecht ontmoette, die vrijdag de 13e (!!) februari 1970 ‘studeerde’ ik aan de academie voor expressie door woord en gebaar. Zeg maar een soort toneelschool. Ik volgde daar een opleiding drama docent. Een bange leerling was ik daar, die eigenlijk op theatergebied helemaal niks durfde. Ideeënloos was ik ook. Ik was een ‘glamourboy’ (alleen mijn schouders hadden net een tikkie breder mogen zijn) en een angstige theaterschoolleerling. Dáár kickte Carole toentertijd op!? Ze kon die dag natuurlijk niet alles ineens zien van me.

Ik had geen enkel talent.

Tsja, ik kon een beetje voetballen, vooral keepen, maar dat interesseerde Carole geen bal.

Het vrijen en zoenen was toen nog lekker. Vond ik tenminste! 

zondag 2 juli 2023

LEVEN IN ANGST.

 Als mijnheer Duchamps die ochtend, zonder bericht,  niet op school verschijnt, is dat geen reden om alarm te slaan. Hij is nooit ziek, dus het meest voor de hand liggende is, dat de brug open staat. Alleen …. hij blijft de hele dag weg en ook de volgende dag komt hij niet opdagen.

Niemand op school weet eigenlijk iets van het privéleven van de heer Duchamps … ‘Duus’ wordt hij genoemd .. een ongelooflijk lieve, zachtaardige leraar (wiskunde). Is hij getrouwd? Heeft hij kinderen? We kunnen het ons haast niet voorstellen. Hij is bepaald niet moeders mooiste.

Nooit zien we hem op de fiets of in de auto… hij komt altijd te voet naar school … hij woont vast in de buurt.  Met zijn karakteristieke ‘Piet Por -  stappen’, duikt hij nu eens in de ene, dan weer in de andere zijstraat op. Nooit neemt hij dezelfde weg.

Ik zit aan de eettafel mijn huiswerk te maken. Mijn moeder leest de krant. Opeens vraagt ze: ‘dat is toch een leraar van jouw school?’

‘Wie?’

‘Ja, ene Duchamps, die naam komt me toch zó bekend voor.

‘Da’s mijn leraar wiskunde.’

‘O ja, die fragile, boomlange man. Heel vriendelijk. Ik weet het weer. Je zakt voor je toelatings-examen en ik ga dan op school praten. Vertel daar, dat je best slim bent, alleen erg nerveus. Die nervositeit doet je de das om ….tsja, Duchamp ….. bij hem doe je je herexamen en …. je slaagt alsnog. Aardige man.’ zegt ze.

‘Hij is al twee dagen niet op school geweest, is hij dood of zo?’ vraag ik een beetje provocerend.

‘Zeg, houd jij eens even op … bijdehandje … over je leraar staat niks in de krant, alleen over zijn zoontje Antoine, van zeven. Die wordt nu al drie dagen vermist. Wat moeten die ouders in een vreselijke angst leven. Wat een kwelling!’

Ik heb helemaal geen zin om me druk te maken om dat ventje. Dat knulletje komt heus wel weer boven water.

‘Houd je een beetje in snotneus.’

Het duurt dan nog tien dagen eer Antoine D. levenloos wordt aangetroffen op nog geen vijfhonderd meter van de school. Misbruikt en gewurgd.  Heel slinks heeft de moordenaar het jochie begraven in het Euromast-Park … in dicht struikgewas.

De aanwezigheid van vrijwel alle leerlingen en leraren van de school is een grote steun voor Duus. Een geknakt man staat daar achter het kleine witte kistje. De vrouw aan zijn zijde, klein, stevig en kordaat ogend (zijn vrouw?) moet Duus er met al haar kracht van weerhouden dat hij zich op het kistje werpt.

Pas vier maanden later komt bij de politie een tip binnen, die leidt tot de aanhouding van Lucas H., kappersbediende van kapsalon ‘Gedekt houden?’ De kapsalon is op een steenworp afstand van de vindplaats van de kleine Antoine.

Een inmiddels al wat oudere ex-klant herinnert zich die kapper. Die klant, toen nog zeer jeugdig, wordt tijdens een knipbeurt aangerand door Lucas H. Dat komt later via de rechtbankverslagen naar buiten. Veertien jaar celstraf krijgt Lucas H., die vlot bekende.

Duus komt niet meer terug op school. Hij heeft levenslang.

zaterdag 1 juli 2023

KOKEN

Er zijn mensen, die het zwaarder hebben dan ik maar ik moet toch zeker wel vier keer per week koken voor ons tweeën, mij en mijn vriendin Babs. Zij heeft een hekel aan koken … ze vindt dat een ongemakkelijke activiteit, dus begint ze er niet aan.  Toch zorgt ze wèl drie keer per week voor warm eten voor ons beiden. Dat eten koopt ze dan bij onze slager. Die slager verkoopt verrukkelijke  maaltijden,’fingerlicking  good’, variërend van macaroni, Surinaamse schotel, asperges met ham, tot andijvie met spekjes.

Nu vindt Babs alles lekker wat ik kook maar ik kan toch niet iedere week met hetzelfde komen aanzetten. Hoewel ….elke zaterdagavond eten we steevast brood met gebakken ei en spek maar dat kan je toch eigenlijk geen koken meer noemen.

Ik probeer met koken te variëren en waar ik óók voor zorg is dat de maaltijden gezond zijn. Bij elke maaltijd, zorg ik er voor, dat er iets vers en rauw bij geserveerd wordt,  ... heel simpel: sla, tomaat, komkommer…. of in geval van nood wat augurken.

Het is allemaal niet zo ingewikkeld wat ik opdien. Op vrijdag bijvoorbeeld mag ik graag wortelen eten. Het traditionele vrijdag-menu van mijn moeder: peentjes met gekookte kabeljauw of vissticks en boterjus met  ‘gewoon’ gekookte aardappelen. Dat laatste doe ik trouwens nauwelijks meer; bij welke groente dan ook, eet ik bij voorkeur gebakken aardappeltjes en die vissticks heb ik vervangen door verse gebakken vis: schol of forel ….een héél enkele keer koop ik voor de vrijdag wel eens slavino’s van Kapitein Iglo.

Wat ik, sinds ik met Babs ben, het meest gemaakt heb is chili con carne. Zij koopt dat trouwens ook wel eens bij haar slager ... peperduur … ik maak het voor een kwart van de prijs. Vele lezers zullen het ‘chili con carne recept’ wel kennen maar omdat het zo lekker is en ik iederéén dit lekkers van harte gun, geef ik hier mijn recept prijs.

Doe twee gesnipperde uien en twee teentjes geperste knoflook in een koekenpan met verhitte olijfolie. Bak de uien en de knoflook en voeg er circa 3 ons rundergehakt aan toe (doe er ook wat peper en zout bij) en bak dat gehakt tot het rul is. Snij dan drie tomaten, een rode paprika en chili pepper in partjes en voeg die bij de mix in de koekenpan. Draai tot slot de pot met bruine bonen open en doe de inhoud daarvan in de koekenpan. Laat het geheel dan nog twintig minuten zachtjes doorkoken voor een heerlijke Chili-schotel.

Het is nu bijna etenstijd, als ik dit zit te tikken en, wat eigenlijk vrij logisch is, het water loopt me uit de mond. Ja, dit is echt smullen geblazen.

Vanavond, donderdagavond, is een bijzondere avond. Dan eten Babs en ik altijd allebei iets anders. Ik neem dan meestal bij de Jumbo een kant-en-klaar maaltijd en Babs eet een boterham met een dun plakje kaas. Zij eet de hele donderdag trouwens zowat niks: ’s morgens een boterham, ’s middags een boterham en ’s avonds dus ook weer. Dat komt omdat ze op een lijnclub zit en op vrijdagochtend moet ze daar op de weegschaal gaan staan … en door op donderdag veel minder te eten èn niet te snoepen, hoopt ze, dat de weegschaal, minder pondjes aan zal geven. Wie weet gebeurt dat wonder deze vrijdag.