Posts tonen met het label Zielsveel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Zielsveel. Alle posts tonen

dinsdag 4 juli 2023

DE HONDENFLUITER.

De hondenfluiter.

Hij zit met zijn rug naar de zee. Alleen. Op een blauwe, linnen strandstoel, ligt hij in zijn korte oranje zwembroek op het natte stuk strand vlakbij de zee. Het is warm. Zesentwintig graden.  De wind is een ietsje aan de harde kant. Hij had zijn windscherm mee moeten nemen van huis.

Op het stuk strand, waar hij zijn strandstoel neerzet, denkt hij zo min mogelijk last te hebben van de wind. Ook hoopt hij op deze plek luidruchtige gezinnen en voetballende jongelui te vermijden. Vanuit zijn ligstoel ziet hij de krioelende mensenmassa op het droge deel van het strand.

Op het natte strand laten veel hondenbezitters hun huisdier los. Dat gunt hij die beesten van harte. Hij houdt zielsveel van honden. ‘Een goeie hond is beter dan een verre vriend,’ is zijn lijfspreuk.

In zijn werkzame leven was hij de Mariniers: Brigadier Eerste Klas van de Hondenbrigade. Hij was verantwoordelijk voor de training van de honden, die demonstranten, ‘tuig’ noemde hij dat, moesten afschrikken of aanvallen. 

Zelf heeft hij geen hond meer, sinds hij in het centrum van Rotterdam woont. Een hond moet kunnen rennen en in Rotterdam moet een hond altijd aan de lijn! De lol was er voor hem helemáál af, toen hij de stront van zijn hond eigenhandig met een boterhammenzakje moest gaan opruimen.

Vanaf het strand komen twee dames zijn kant op. Ze hebben samen maar liefst twaalf honden aangelijnd. Een zwarte poedel, twee bordercollies, drie yorkshire terriërs, een pitbullterriër, twee Ierse setters en tenslotte drie tip top verzorgde Afghaanse windhonden. Een Afghaanse teefje is duidelijk nog maar net terug van een bezoek aan de schoonheidsspecialiste.

Elke hond wil als eerste losgemaakt worden. Blaffend en grommend botsen ze tegen elkaar op, springen over elkaar heen. De riemen raken ‘in de klit’ en de pitbullterrieër gaat zich meer en meer agressief gedragen tegen de opgedirkte Afghaanse windhond. De dames raken een beetje de kluts kwijt.  

Hij kan het niet langer aanzien, stapt van zijn strandstoel en loopt relaxed naar het bijna hilarische schouwspel van mens en dier. Op één meter van de worstelende kluwen blijft hij  staan. Een paar secondes lijkt hij zich te focussen. Dan fluit hij op zijn vingers: eerst hard, dan zacht en nog eens hard. Vervolgens zegt hij kalm, resoluut en duidelijk: ’Af’  en loopt weer in de richting van zijn strandstoel. De honden zijn nu rustig. Ze hijgen nog na van die voorgaande hectische minuten. De dames laten nu probleemloos de honden lost. De meeste honden  stuiven noordwaarts. Alleen het  Afgaanse teefje en de pittbullterrieër rennen naar het zuiden.

Dan klinken opeens rauwe kreten, vals geblaf en angstig gegil: de pitbull, die vechtjas, valt het Afgaanse teefje aan.

Hij staat op uit zijn strandstoel en fluit twee keer op zijn vingers, eerst zacht en dan snerpend  hard. De pibullterriër komt snel op hem afgelopen en legt zich gedwee aan zijn voeten.

Het teefje heeft de aanval overleefd. Op het nippertje. Zorgzaam verlenen de dames en de andere tien honden, de eerste hulp

donderdag 13 april 2023

LIEFDE ZONDER LUST.

 Liefde zonder lust.

Puur op het niveau van: ik vind je leuk, aardig, heel aardig, daar zitten de meeste mensen min of meer waar ik mee om ga. De groep mensen, die ik liefheb, is niet zo groot.  Vàn die groep, is er één die ik liefheb mèt lust. De anderen heb ik, min of meer,  lief zònder lust.

Zonder lust kan ik natuurlijk ook van mannen houden: vader, opa’s, broers en vrienden. Vrijwel meteen gaan nu mijn gedachten naar mijn vader. Mijn vader heb ik helaas nooit kunnen liefhebben. Hij mij ook niet. Als hij dat wel gedaan zou hebben, dan heeft hij dat altijd heel goed voor me verborgen kunnen houden. Niet dat we elkaar haatten, dat beslist niet ... maar er wàs gewoon nooit wat. Niks. Leeg. Jammer.

Ik hield zielsveel van meester Trooi. De meester, van de derde klas van de lagere school. Nog steeds houd ik van die man. Voor hem deed ik altijd goed mijn best, haalde mooie cijfers. Door Meester Trooi voelde ik me trots. Hij zei bijvoorbeeld: 'Als je zo doorgaat Jee, heb ik straks niet genoeg punten meer!' .

Hij stelde mij met mijn inzet en goede prestaties  ten voorbeeld aan de klas.  Ook liet hij me klasgenoten helpen die niet zo goed mee konden. Zoals die jongens uit Chili, de een, Fernando, uit Santiago, was tien jaar en de ander Filippo, kwam uit San Antonio en die  was al bijna twaalf. Ouder dus dan de normale derdeklasser, want die is negen. Ik mocht de gebroeders Nederlandse les geven; ze spraken uitsluitend Spaans. Koud twee dagen waren ze in Holland. Hun vaders kenden elkaar niet vanuit Chili. De vader van Fernando was een verdienstelijk gitarist, maar daar was in Santiago geen droog brood mee verdienen. Filippo zijn vader bakte zoete broodjes  in San Antonio en die raakte hij daar aan de straatstenen nog niet kwijt. Dus konden ze hun geluk niet op toen ze bij de Koninklijke Augurken Fabriek (Anno 1854) in Almelo konden komen werken. 

Spelenderwijs bouwde ik samen met die Spaanse boys aan de verrijking van hun Nederlandse woordenschat: al na twee dagen hoor ik ze probleemloos zeggen: goal, corner, voetbal, klootzak, penalty, free kick, godverdomme  …

Meester Trooi straalt echt uit dat hij lol heeft in zijn werk met ons. Hij komt lachend, handen wrijvend de klas in en vertelt ons dan welke leuke lessen hij ons die dag gaat geven.

Vertellen over de bijbel. Zelfs al is het een flutverhaal, bij meester Trooi zitten we met rooie oortjes te luisteren.  Hij hangt dan een plaat voor het schoolbord. Op die plaat zien we het paradijs.  God staat er naakt op, met baard maar zonder onderlichaam. Wij konden toen dus niet checken of God een man of een vrouw was. Adam en Eva, hadden net op een ‘toevallig’  zoekgeraakte plaat, waarschijnlijk lekkere seks gehad en dat was precies  wat hen door God verboden was.  Op de volgende plaat verbant God het geheel ontklede duo uit het ‘mooiweer’ paradijs,  naar het land der koude kikkers: Nederland. Een gebied, waar het vaak regent, waait, kil is en de zon weinig schijnt. Jaaaaa, God weet heel goed naar welke gebieden hij ondeugende, ongehoorzame  mensen moet verbannen.

Meester Trooi weet precies hoe hij een groep negen jarigen moet boeien: voorlezen uit een spannend en leerzaam boek: Fulco de Minstreel. Geschreven door C.J. Kievit. Het boek werd uitgebracht in 1892! In 1959 wordt dit verhaal me voorgelezen. Tot op de dag van vandaag, vierenzestig  jaar later fascineert het me nog steeds.  Absoluut de verdienste van de onvergetelijke voorleesmeester van de derde klas van de lagere school.

Meester Trooi ik houd van U!