vrijdag 30 juni 2023

SCHILLEN EN SNIJDEN

We ontmoetten elkaar op een weekend ‘macrobiotisch koken, gezond snijden en schillen met de dunschiller’. De cursus werd gegeven in een imposante oude boerderij in Groandondersennerbroek op een steenworp afstand van Daremmakkegrraïn (NH). Ik was door mijn collega Hans, de vriend van Liesbeth overgehaald om aan die cursus deel te nemen. Hij was laaiend enthousiast. Liesbeth ook trouwens. Mij leek het ook wel wat. Ik ging vooral voor het schil- en snijgedeelte van de cursus en dan met name voor het snijden. In het verleden had ik me maar al te vaak, met van alles en nog wat, lelijk in de vingers gesneden. Dus op dat gebied viel wel wat voor mij wel wat te leren.

De cursus was niet slecht. Beetje zitten schillen: goudrenetten,  kiwi’s, mango’s, aardappelen. Beetje zitten snijden: snijbiet, uien, aardbeien, en perziken. Leuk, lekker en leerzaam maar toch te veel ‘een makkie’ naar mijn zin.

Alle lof voor Hans trouwens, want die kreeg de allereerste dag, al meteen een flinke optater te verwerken. Zijn vriendin Liesbeth werd zomaar ineens straalverliefd op mij … ik wist niet wat me overkwam en het ergste was nog, dat ik haar niet kon weerstaan. Haar vriendelijke gezicht was nu niet bepaald wonderschoon te noemen: met haar kleine spleetoogjes (bijna geheel verborgen achter dikke brillenglazen), haar vettige bruine piekhaar, d’r beugel en een vijftal kleine inktzwarte wratjes (absoluut geen schoonheidspuistjes!).  Voor het overige was er trouwens op Liesbeths verschijning he-le-maal niets aan te merken. Integendeel zelfs.

En Hans zag die affaire voor zijn neus ontvlammen … en liet Liesbeth en mij  begaan . Hij zag ons elkaar strelen. Héél subtiel zoenen. Pas toen hij haar handen achter  in mijn broek zag verdwijnen ging hij wijselijk een ommetje maken. Geen onvertogen woord heb ik er ooit van Hans over gehoord! Liesbeth ook niet trouwens. Hulde Hans!

 

We zijn bij mij thuis. Liesbeth is er een kwartiertje. Ze kijkt een beetje rond terwijl ik een bakkie koffie zet. Mijn vriendin is naar haar werk; Liesbeth en ik hebben het rijk alleen. Ze blijft lang staan kijken bij aquarellen, die mijn vriendin gemaakt heeft. Ze vraagt niet van wie ze zijn. Ik hoor haar alleen mompelen ‘zó, mooi zeg!’.

Ik schenk  koffie voor ons in. Gevulde koek erbij. Heerlijk. Ik wil mijn arm over Liesbeths schouders leggen maar dat weert ze af. Ik moet ook toegeven, dat ik dat lomp doe:  geeuwen … me uitrekken  en dan een arm … over haar schouder laten zakken. Ik denk, dat ik dat als vrouw zijnde zelf ook niet gewild zou hebben.

‘Het Is nog zo vroeg en bovendien heb ik er nog helemaal mijn gevoel er niet bij,’ zegt Liesbeth met een pissig afgemeten bekkie alsof ze me al tien jaar kent en eigenlijk niet zo veel meer met me te maken wil hebben. Maar Liesbeth en ik kennen elkaar nog maar pas twee weken!

Het heeft ons gesmaakt, de koffie en de  gevulde koek. Mijn arm mag nu toch wel over haar schouder. Haar hand zit tussen mijn bovenbenen geklemd. We zoenen. De voordeur gaat open. Mijn vriendin stormt binnen. Ik schrik me wezenloos! We gaan snel verzitten.

’Was ik godverdomme nòg die klotemap vergeten,’ roept ze, ‘ik ben vanavond pas laat thuis hoor … kerngroep-vergadering. Eet niet mee!’

‘Vanavond alwèèr? Ik zit verdorie de laatste tijd constant in m’n uppie te schillen en te snijden,’ zeg ik geforceerd grappig. Geen reactie. Liesbeth staat op om zich voor te stellen maar ze is lucht voor m’n vriendin. Met de dossiermap onder haar arm stormt ze weer even snel weg als ze kwam.

‘Doei,’ sneert ze, ‘fijne dag samen, hè!’ Met een gigantische teringklap trekt ze de deur achter zich dicht.

donderdag 29 juni 2023

TRANEN

Tranen.

Naarmate mijn vader ouder werd, vijfenzestig-plusser plusser bedoel ik, kwamen zijn tranen steeds sneller. Had hij  een leuk cadeautje gekregen, een onverwacht uitstapje gemaakt of eens lekker met zijn familie gegeten, dan stamelde hij zijn dank, in een onverstaanbaar taaltje, waarbij hij zijn tranen vaak de vrije loop liet.

Nu de Rotterdamse voetbalclub Sparta alweer een aantal jaren in de eredivisie speelt, ga ik regelmatig kijken op het Kasteel, het stadion van Sparta in de wijk Spangen. Bij elke thuiswedstrijd sta ik te janken en dan ben ik nog maar zestig. Voor aanvang van de wedstrijd wordt dan de Sparta-mars gespeeld en zo’n kleine tienduizend Sparta-fans zingt dan uit volle borst mee. Beluister de link: https://www.google.nl/?gws_rd=ssl#q=sparta+mars+tekst:

 

Rood-wit is onze glorie

Rood-wit zit ons in’t bloed

Bij neerlaag of victorie

Bij voor- of tegenspoed

Rood-wit gaat nooit verloren

En jaren nog hierna

Zullen wij laten horen SP-AR-TA

Zullen wij laten horen SP-AR-TA

 

Deez’ vlag zij is ons heilig

Reeds honderd jaren lang

Bij rood-wit zijn wij veilig

Zijn wij voor niemand bang

Wij zweren bij die kleuren

En zingen hoe ’t ook ga

Bij wat er ook gebeuren zal SP-AR-TA

Bij wat er ook gebeuren zal SP-AR-TA

 

Het gebeurt meestal halverwege het eerste couplet al, de tranen stroomden en ik zong zoals mijn vader brabbelde … met dat vreemde piepstemmetje. Maar waarom?  Ik woon vanaf mijn derde jaar, in Spangen, schuin tegenover het Sparta-Kasteel. Vanaf mijn zevende ga ik onregelmatig met mijn vader mee, kijken. We staan dan op de jongenstribune en eigenlijk heb ik alleen maar leuke herinneringen. Ook dan wordt  voor aanvang van de wedstrijd de Sparta mars gespeeld en gezongen. Het is mij een raadsel, die tranen. Zou het zo zijn dat ik veel emotioneler betrokken ben bij het Sparta uit mijn jeugd en dat de tranen vloeien bij de oudere man, die ik nu ben omdat hij die betrokkenheid uit zijn jeugd node mist?

Vanmiddag lees ik in het nieuwe nummer van Hard Gras (een voetbalblad voor lezers) een verhaal van een lezer. Hij beschrijft dat hij tijdens een autorit op het nieuws hoorde dat Abe Lenstra dood was. Een van de grootste voetballers van Nederland. De grote drie: Cruijff, Lenstra, Wilkes. De man hoort het bericht, zet zijn auto op de vluchtstrook en zit daar zo’n twintig minuten te huilen. Hij huilt en ziet weergaloze acties van Abe Lenstra voorbij komen als voetballer van Heerenveen en het Nederlands elftal. Ook ziet hij het beeld dat Abe vrij snel na zijn voetbalcarrière  wordt getroffen door een beroerte. Abe is vanaf dat moment invalide en moet zich voortbewegen in een rolstoel.

De man die zit te huilen in zijn auto droogt zijn tranen en neemt zich voor  om voorafgaand aan zijn veteranenwedstrijd van de komende zondag één minuut stilte te oerganiseren voor de legende die Abe is. De scheidsrechter is akkoord, de tegenstander is akkoord. Daar staan ze: die 22 oude mannen, een scheidsrechter en twee grensrechters … in de bloedverziekende hitte … een hitte waar je hoofdpijn van krijgt. Één minuut voor Abe … en ik moest huilen … niet zo héél erg hard,.. maar toch. zestig  ben ik nu … ik ga echt mijn vader achterna. 

woensdag 28 juni 2023

TWEE DAMES

In de trein van Bergen op Zoom naar Den Haag op zaterdag 24 juni zitten twee bejaarde dames bij te komen van een dagje uit.

Truus: Ik was nog nooit in Vlissingen geweest ….heerlijk.  Die boulevard ….het is de mooiste boulevard die ik ooit heb gezien. Jij vond er niet zo veel aan hè, Mies?

Mies:  Jawèl, ik geeft je helemaal gelijk maar ik hebt toch het meest genoten van het  gewoon in de trein zitten van Schiedam naar Vlissingen. Lekker naar buiten kijken. Een lekkere rustige trein met weinig gezeik om je heen.

Truus: Die boulevard vond ik toch wel ……..

Mies: Het werd onderhand wel es tijd ook om eens ergens anders heen te gaan: we benne zeker al honderd keer in Delft geweest en twintig keer in Leiden. Vlissingen mag dan leuk zijn voor de afwisseling maar voor mij hoeft het meer.

Truus: Ik was toch wel helemaal weg van die boulevard daar. Weet je waar ik zo van genoten heb. Niet vandaag hoor ….. eerder dit jaar. Van Hoek van Holland. Ik hou zo van de zee. Dat zouden we best nog een keertje kunnen doen. De metro komt tegenwoordig zowat op het strand.

Mies: Ja, dat moeten we samen echt een keertje  doen.

 

Er wordt omgeroepen dat er overgestapt kan worden op de trein naar Woerden

 

Mies: Ooo, Woerden daar benne we toch ook al es geweest?

Truus: Even denken ….. o ja daar was dat leuke poppenmuseum, ja, enig. Hé, kijk dat meisje gaat de wc in.

Mies: Ze zal wel motten plassen, dat mot jij toch ook wel es?

Truus: Ja, gek is dat hè, ik zie eigenlijk altijd alleen maar mannen, die trein wc ingaan ….. nou ja, dat zal wel aan mij liggen.

Mies: Ga je zondag nog wat leuks doen?

Truus: Nee. Mijn dochter gaat voor me koken, dat is wel leuk.

Mies: Zo, jij boft.

Truus: Ze maakt vandaag babi pangang met rijst. Straks als we weer in Schiedam zijn kan ik een pannetje bij haar ophalen. Dan warm ik het morgen op en geniet van een lekker maaltje. … ja toch, niet dan?

Mies: Ja! Babi pangang, zalig. Ik  hebt toevallig nog een joekel van een  witlof leggen, over van gisteren. Die peuzelt ik morgen lekker op met een paar gekookte aardappeltjes en wat jus erbij. Als ik dalijk thuis ben haal ik gelijk een kant en klaar speklappie uit de vriezer. Dat is morgen ontdooit. Doet ik er ook gewoon bij. Zó ongelooflijk lekker zo’n maaltje. Daar kunnen ze me midden in de nacht voor wakker maken.

Truus: Hé kijk nou, daar gaan drie jongens tegelijk de wc in. Dat meisje zit er toch nog?

Mies: Welnee, die meid is al lang en breed klaar, joh …. Zeker een half uur terug hebt ik haar al uit dat stinkhok zien kommen.

 

Hier, op Rotterdam Blaak, stap ik uit. De dames reizen door naar Schiedam.

 

dinsdag 27 juni 2023

EEN BEETJE REIZEN.

Ik ga het de maanden juli t/m september wat rustiger aan doen met vrijwilligerswerk. Conversatie ga ik in oktober weer beginnen. Daarnaast heb ik ook nog twee uurtjes per week een maatje, Ruud, met hem ga ik nog even door tot augustus.

Ik ben van plan om in juli en augustus kris kras een beetje door ons mooie landje te gaan reizen en te schrijven over wat ik meemaak.  Ik zet mijn belevenissen in verhalen op Facebook zodat mijn (vele) volgers met me mee kunnen genieten.  

In oktober ga ik tien dagen naar Porto, de havenstad van Portugal, het Portugese Rotterdam wordt het wel eens genoemd … het is een vrij grote havenstad. Ik kwam op het idee om naar Porto (Portugal) te gaan door een ‘conversatie-leerling’ van me: Luiz. Hij is een Portugees uit Porto. Daar gaat hij straks de hele maand september op vakantie naar toe. Het lijkt me leuk om samen met hem daar een paar dagen te zijn. Luiz ziet dat ook wel zitten. Hij gaat hij me Porto laten zien, voelen en proeven. Hij zegt dat zijn weekenden al volgepropt zitten met familiebezoek. Luiz en ik moeten het samen dus doen op de doordeweekse dagen.  Ik zal me één weekend zelf moeten te vermaken. Van 4 t/m 9 september ben ik daar. ’t Is tien dagen en als het me heel erg bevalt kan ik altijd nog wat dagen bijboeken.  Ik begin maar kalm aan, want ik ben de laatste acht jaar, in de nasleep van mijn echtscheiding,  nooit meer dan vier dagen achter elkaar van huis geweest.  Dus waarschijnlijk zijn deze tien dagen wel het ‘matje’.

Ik ben van plan om de vakantie vanmiddag te boeken bij D-reizen  in Capelle aan den IJssel. Als ik daar binnenhuppel, zitten er drie dames suf op hun beeldscherm te kijken.

‘Goedemiddag meneer, wat kan ik voor u doen?’ zo wordt er een wakker.

‘Ik wil een reisje boeken.’ 

 ‘Waar wilt u naar toe, meneer?’

‘Naar Porto mevrouw, maar ik moet zo ontzettend plassen, zou ik hier even van de toilet gebruik mogen maken.’

‘Neen, dat kan hier niet.’

 ‘Oh, waar gaat u zelf dan naar de wc?’

‘De toilet hier is alleen voor het personeel.’

‘U hoeft heus niet bang te zijn dat ik de toilet vies maak. Ik zal hem keurig achterlaten.’ Ondertussen doe ik het zowat in mijn broek.

De cheffin komt er bij: ’Meneer, de regel hier is: geen klanten naar de toilet.’

‘Wat ontiegelijk  klantonvriendelijk, dames … het reisje naar Porto dat ik hier wilde boeken, ter waarde van 2.000 euro kunt u op uw buik schrijven ,’ zei ik, terwijl ik weg liep en de eerste druppeltjes al mijn boxershort in drupten. Noodgedwongen, onrustig om mij heen kijkend, doe ik in een naburig stil zijstraatje, een grote plas.

Vanmiddag heb ik deze mini-vakantie naar Porto telefonisch geboekt bij Reisorganisatie TUI, voorheen Kras. Vliegen, hotel, logies en ontbijt, een fietsexcursie, allerlei verzekeringen en belastingen: alles bij elkaar 1.600 euro  die tien dagen.

En al die vakantiedagen bespaar ik thuis mooi op gas, elektrisch en water!     


maandag 26 juni 2023

MET SONJA NAAR KATENDRECHT.

 

Met Sonja naar Katendrecht.

Hoe je totaal de verkeerde kant op kan wandelen en toch een erg leuke middag bij elkaar kan lopen.  ’t Was Sonja d’r dag niet. Ze had erg haar best gedaan in de voorbereiding maar uiteindelijk liep het gewoon anders. 

We zien het zwemparadijs Rijnhaven in aanleg.  Lopen in de richting van de oude hoerenbuurt in Katendrecht, langs de irritante, onbetaalbare yuppenwoningen, met de onhebbelijk voorover hangende stokrozen. In het voormalige pandje van de ouders van Sonja (groenten en chocolaterieën) is sinds de coronacrisis, een goed lopende Pameijer-bakkerij gevestigd. We gaan er even naar binnen, genieten van de ‘heerlijke gebakken broodgeur’ en krijgen van de vriendelijke hoofdbakker Feyenoordkoekjes mee. 

We lopen in de richting van de Maas. Langs Theater Walhalla, en het in ontwikkeling zijnde Landverhuizersmuseum. Daar wordt de historie neergezet van Nederlanders die een nieuw leven gingen opbouwen  in Canada, Australië en Nieuw Zeeland.  

Dan komen we in de buurt van de Rechthuislaan, waar het Verhalenhuis Belvedère gevestigd is. Een monumentaal pand dat van de sloop gered is en nu het centrum is van cultuur-historische activiteiten. Een vrijwilligster vertelt ons meer over de historie. Onze Elizabeth veert enthousiast op want zij heeft een boek gelezen waar de vrijwilligster over vertelt. We kijken onze ogen uit in deze aangenaam koele ruimte met een veelheid aan historische bezienswaardigheden. Ook de drankjes zijn meer dan goed binnen te houden.  Persoonlijk wil ik graag een pilsje maar dat mag, uit geloofsoverwegingen, helaas niet geschonken worden door de Somalische moslim, die achter de bar staat. Ik moet dus aansluiten in de andere rij voor mijn flesje bier.

Ik heb in dit pand al twee keer  enkele van mijn verhalen voorgelezen. Vanmiddag lees ik er ook een aan onze groep voor.  Ik lees ‘Baat het niet dan schaadt het niet.’ Over mijn beginnende huisarts.  De wandelgroep gaat echt helemaal uit haar dak.

Het is tijd om op huis aan te gaan. Als we de Hoerenloper over zijn, besluiten we nog wat te gaan drinken. Alleen Dieneke gaat niet mee , zij gaat liever naar huis. Kiezen we verdorie een café uit met een abominabele bediening. ‘Slow-hand, pokerface Mac’ haalt alles uit de kast om ons een rotgevoel te geven: Trudie bestelt een normale koffie en krijgt een medium; Sonja d’r koffie is lauw; Ans wil een stukje taart eerlijk delen met Marijke en die lul deelt het taartje in één kwart- en één driekwartstuk. Ik bestel een biertje en hij zegt héél cool, met zijn uitgestreken smoel:’ ‘t Is hier een coffeecompany’’  

Sonja’s normaal zo lieve, vrolijke gezichtje staat op onweer en als ze de wc-deur óók nauwelijks open krijgt, loopt ze linea recta naar dat ijskonijn achter de bar. Heel assertief wrijft ze hem in hoe walgelijk hij onze groep behandelt. Hij zal er nog van horen want Sonja schrijft een review ’op poten’ naar zijn baas.

De metro terug is stampvol en stikbenauwd. Alles gaat verder goed. Behalve dan dat Rob tergend langzaam achter de groep aan sloft. Er komt nog steeds stoom uit Sonja’s oortjes.


zondag 25 juni 2023

VERKOUDEN.

 Tsja, is het zulk prachtig weer word ik ziek. Gisteren was ik dat ook al maar vandaag voel ik me echt klote. Mijn temperatuur vandaag is 39,5 en gisteren  39. Het stelt allemaal niet zo veel voor: ik heb alleen maar hoofdpijn, kriebelhoest  en last van benauwdheid. Kougolven trekken over mijn rug; af en toe is mijn lijf één groot kippenvel. Ik snuit me een ongeluk. Dat schijnt een goed teken te zijn. Mijn moeder zei altijd al: ’Dan komt de verkoudheid goed los.’

Dit is de eerste verkoudheid, waarbij ik geen ouderwetse boerenzakdoek gebruik maar uitsluitend de papieren van het merk  Tempo. Het scheelt nogal, zo’n boerenzakdoek of zo’n papieren Tempootje. In zo’n rode boerenzakdoek snoot ik gemiddeld tien keer meer, voordat ik er een pot thee van trok …. nee, nee, grapje ….. voordat ik hem in de wasmand deed. In zo’n Tempo-pakje zitten tien papieren zakdoekjes, die je elk maar één keer kunt gebruiken en … zo  is mijn ervaring tenminste, dan zit het meeste snot nog aan je vingers ook. Ik ben wel blij dat mijn snot tot op heden helder is. Misschien komt het nog, maar persoonlijk vind ik de taaiere groenige snotkwakjes er vooral voor anderen onsmakelijk uitzien. In die boerenzakdoeken is dat simpel weg te proppen maar zo’n Tempootje blijft ongegeneerd aan je vingers kleven.

Vanmorgen ben ik op de sportschool, ja want zo ben ik nou ook wel weer, de sportschool gaat gewoon door, verkouden of niet. Ik ben aan het spinnen en ja, hoor, ik  moet niesen. Aan weerskanten van mij spinnen dames. Bijzonder fraaie afgetrainde sportdames. Dan kies ik ervoor om gewoon recht op mijn fiets te blijven zitten en te niesen. Ik heb alleen mijn hand om voor mijn mond te houden, ben te laat om mijn handdoek te pakken. Het is echter een buitengewone nies, die zowel naar links als naar rechts krachtig wegsprietst. Geheel in stereo laten de fraaie sportdames mij weten dat ik een gore ouwe viezerik ben. Dat vind ik wel een erg hard oordeel maar een beet je gelijk hebben ze toch wel. Ik excuseer me bij de dames. Ze pakken mij mijn handdoek af en vegen daarmee hun armen en gezicht schoon.  ‘Niet meer doen hè, ouwe?’

Van kriebelhoestjes krijg ik het een beetje benauwd. Het zijn van die korte hoestjes heel vlug achter elkaar, die van vrij hoog in de longen komen. Is er wat aan te doen? Gelukkig wel. Kruidvat heeft Daro Droge Hoestsiroop. Een dikke suikersiroop creëert een beschermend filmlaagje in je keel .

Daarnaast verkoopt een grote snoepzaak in de buurt een verrukkelijke honingdrop, die de kriebelhoest tot een minimum beperkt. Met die drop, de hoestsiroop en een rode boerenzakdoek (Zeeman) kom ik deze verkoudheid wel door.

zaterdag 24 juni 2023

ONNODIG KWETSEN.

 Mijn vriendin zei dat ze een avondje is wezen stappen. Ik lig in die periode net met een zware longontsteking in het ziekenhuis.

 ’Wezen stappen? Met wie dan?’

‘Wat? …  Met wie dan?’

‘Nou, gewoon, met wie ben je dan wezen stappen?

‘Dat ga ik jou niet aan je neus hangen …’ Nee, ik vind het onnodig kwetsend zowel voor hem als voor jou. Ik denk dat het voor jou echt niet goed zou voelen als ik je over al mijn kleine verliefdheden zou gaan vertellen.’

‘Al je kleine verliefdheden? …….. zijn het er zo veel dan?’

‘Ik weet niet precies hoeveel, hoor, maar het gaat altijd wel weer snel over.  En het gebeurt alleen maar in mij hoofd, hè. Die ander weet nergens van. Ze zijn meestal van op mijn werk. Soms heb ik wel eens twee verschillende op een dag. Het gebeurt ook dat ik een maand lang één kleine verliefdheid heb. Heb jij dan nooit zoiets?’

‘Ehhh, om je de waarheid te zeggen …. Ja …… ik heb bijvoorbeeld zo’n kleine verliefdheid met …’

‘Nee stop! dat wil ik niet horen. Wat jij met een ander hebt of wil hebben of denkt te hebben, dat hoef ik niet te weten, hoef ik niet te horen.’

‘Van zo’n kleine verliefdheid heb jij meestal geen last hoor, schatje, nee, want ik doe meestal toch niks met zo’n kleine verliefdheid.’

‘Meestal doe je niks met zo’n kleine verliefdheid? …  meestal?’

‘Nou ja ik bedoel niet helemaal niks natuurlijk: ik haal wel eens een kop koffie voor hem, of geef hem een boterham van mij als hij trek heeft, ik lach vriendelijk naar hem als ik hem in de metro tegenkom. Met sommigen doe ik inderdaad helemaal niks: dan kijk ik stuurs voor me uit als hij naast me zit. Wat ik wil zeggen is dat jij heus niet bang hoeft te zijn dat je iets te kort komt, hoor. Want het is allemaal even vluchtig even luchtig; het is meestal zo weer over. Een heel enkele keer wordt die kleine verliefdheid wel eens wat heftiger …’

‘Ja, zo had ik laatst een tamelijk heftige kleine verliefdheid met Loreena,’

‘Hè dat had je nou niet moeten zeggen, wat zei  je nou? …… Loreena ……. wat, die stagiaire bij jou op de afdeling werk?  Wat heb jij daar mee gehad? Die is toch veel te jong voor jou?’

‘We zijn na het werk wat gaan drinken in die Irish pub tegenover ons werk. Aan de bar gezeten, gedronken, gepraat,  gelachen, gestreeld, ik heb Loreena toen even met de auto naar huis gebracht. We hebben gezoend. ‘And that‘s all!’

‘Zo’, dus jullie hebben gezoend? Getongzoend soms? Nee, dat zal wel niet hè?’

‘Nee, Loreena en ik hebben elkaar een zoen op de mond gegeven. Met gesloten mond. En maak je er nou alsjeblieft niet onnodig druk over, want dit stelt allemaal niks voor, Loreena heeft een heel leuk vriendje en ik heb een leuke vriendin en dat willen we allebei zou houden, toch?’

‘Oh, als bij mij een kleine verliefdheid eens wat heftiger wordt, dan kan het wel eens gebeuren, dat mijn fantasie een beetje op hol slaat …dan haal ik me allerlei spannende dingen in mijn hoofd … maar dat is op zich heel onschuldig.’

‘Okee, en met wie heb je nu die heftige kleine verliefdheid? ….. o nee dat mag ik niet weten, hè? ….. dat zou me toch alleen maar onnodig kwetsen????