Posts tonen met het label kwetsend. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kwetsend. Alle posts tonen

zaterdag 24 juni 2023

ONNODIG KWETSEN.

 Mijn vriendin zei dat ze een avondje is wezen stappen. Ik lig in die periode net met een zware longontsteking in het ziekenhuis.

 ’Wezen stappen? Met wie dan?’

‘Wat? …  Met wie dan?’

‘Nou, gewoon, met wie ben je dan wezen stappen?

‘Dat ga ik jou niet aan je neus hangen …’ Nee, ik vind het onnodig kwetsend zowel voor hem als voor jou. Ik denk dat het voor jou echt niet goed zou voelen als ik je over al mijn kleine verliefdheden zou gaan vertellen.’

‘Al je kleine verliefdheden? …….. zijn het er zo veel dan?’

‘Ik weet niet precies hoeveel, hoor, maar het gaat altijd wel weer snel over.  En het gebeurt alleen maar in mij hoofd, hè. Die ander weet nergens van. Ze zijn meestal van op mijn werk. Soms heb ik wel eens twee verschillende op een dag. Het gebeurt ook dat ik een maand lang één kleine verliefdheid heb. Heb jij dan nooit zoiets?’

‘Ehhh, om je de waarheid te zeggen …. Ja …… ik heb bijvoorbeeld zo’n kleine verliefdheid met …’

‘Nee stop! dat wil ik niet horen. Wat jij met een ander hebt of wil hebben of denkt te hebben, dat hoef ik niet te weten, hoef ik niet te horen.’

‘Van zo’n kleine verliefdheid heb jij meestal geen last hoor, schatje, nee, want ik doe meestal toch niks met zo’n kleine verliefdheid.’

‘Meestal doe je niks met zo’n kleine verliefdheid? …  meestal?’

‘Nou ja ik bedoel niet helemaal niks natuurlijk: ik haal wel eens een kop koffie voor hem, of geef hem een boterham van mij als hij trek heeft, ik lach vriendelijk naar hem als ik hem in de metro tegenkom. Met sommigen doe ik inderdaad helemaal niks: dan kijk ik stuurs voor me uit als hij naast me zit. Wat ik wil zeggen is dat jij heus niet bang hoeft te zijn dat je iets te kort komt, hoor. Want het is allemaal even vluchtig even luchtig; het is meestal zo weer over. Een heel enkele keer wordt die kleine verliefdheid wel eens wat heftiger …’

‘Ja, zo had ik laatst een tamelijk heftige kleine verliefdheid met Loreena,’

‘Hè dat had je nou niet moeten zeggen, wat zei  je nou? …… Loreena ……. wat, die stagiaire bij jou op de afdeling werk?  Wat heb jij daar mee gehad? Die is toch veel te jong voor jou?’

‘We zijn na het werk wat gaan drinken in die Irish pub tegenover ons werk. Aan de bar gezeten, gedronken, gepraat,  gelachen, gestreeld, ik heb Loreena toen even met de auto naar huis gebracht. We hebben gezoend. ‘And that‘s all!’

‘Zo’, dus jullie hebben gezoend? Getongzoend soms? Nee, dat zal wel niet hè?’

‘Nee, Loreena en ik hebben elkaar een zoen op de mond gegeven. Met gesloten mond. En maak je er nou alsjeblieft niet onnodig druk over, want dit stelt allemaal niks voor, Loreena heeft een heel leuk vriendje en ik heb een leuke vriendin en dat willen we allebei zou houden, toch?’

‘Oh, als bij mij een kleine verliefdheid eens wat heftiger wordt, dan kan het wel eens gebeuren, dat mijn fantasie een beetje op hol slaat …dan haal ik me allerlei spannende dingen in mijn hoofd … maar dat is op zich heel onschuldig.’

‘Okee, en met wie heb je nu die heftige kleine verliefdheid? ….. o nee dat mag ik niet weten, hè? ….. dat zou me toch alleen maar onnodig kwetsen????

woensdag 8 maart 2023

PESTEN

Pesten is nutteloos. Puur negatief. Tja, positief pesten bestaat natuurlijk niet … hoewel, plagen, dat zou je positief pesten kunnen noemen. Plagen  kan wel wat nut hebben.  Het is iets waar je tégen moet leren kunnen. Het heeft iets onschuldigs. ‘t Is meestal wel grappig; niet kwetsend en niet altijd naar dezelfde persoon toe. Voorbeeld: ‘Je veter zit los. Één april.’ Of: ‘Kijk, een vlek. Neusie trek!. ’en ‘Er zit iets op je lip, vlakbij je oor.’ Je leert zo ergens tegen kunnen in hert leven. 

Iemand kan op school, in de buurt, op zijn werk of op een club, het mikpunt  worden om zijn gedrag of uiterlijk. Van pesten is het de bedoeling dat het iemand sloopt en dat de pesters, er sadistisch genoegen aan beleven. Voor de pesters heeft pesten nut.  Zij slagen er in hun negatieve doel te bereiken.  Ze voelen machtig als ze hun slachtoffer raken. Voor de gepesten is het een ramp.

Één op de tien scholieren wordt vaak gepest. Drie op de tien zo af en toe.  Waar kan je aan zien dat kinderen gepest worden? Onder andere: vaak hoofdpijn en buikpijn, verandering in de vriendenkring, onrustig slapen, sterke emotionele reacties, thuis stiller als anders, kapotte kleren, blauwe plekken. Gepesten hebben er vaak hun hele leven lang  last van. Op latere leeftijd zijn zij vaker dan gemiddeld depressief.

Niet alleen voor het slachtoffer heeft pesten gevolgen. Daders van pesten komen vaker in de problemen door alcohol- en drugsverslaving, gewelddadig gedrag en ze kunnen eerder in het criminele circuit terecht komen.

Ik weet niet hoe het is afgelopen met degenen, die er zo’n lol in hebben gehad om mij in mijn prille jeugd te lopen zieken. Ik hoop heel slecht!  In de tweede klas van de kleuterschool, poep ik, onder schooltijd, in mijn broek. Ik mag naar huis om me te verschonen. Maar vanaf die dag loopt er op weg naar huis een clubje van vier pestkoppen achter me aan dat  in koor jent: ‘Jossie is poepbroek!’ Dat duurt zeker een half jaar. Met opgekropte woede loop ik naar huis.  Thuis zeg ik er niks over. Op een dag ben ik het zat. Ik draai me om en sla de aanvoerder van het clubje (Hans de Jong) zo hard ik kan op zijn bek. Hans heeft een bloedneus en zijn bril is geknakt. Nooit meer last van dat clubje gehad.

Meer last heb ik gehad van de onderwijzer van de vierde klas van de lagere school. Een katholieke school: de Sint Nicolaasschool. Ik was tien jaar oud en een heel verlegen. Hoe goed ik een spreekbeurt ook voorbereidde, als ik voor de klas stond blokkeerde ik. Als ik een vraag van de meester moest beantwoorden bloosde ik altijd. Deze meester (meester Lambertus) schepte er een satanisch genoegen in om mij voor de hele klas voor lul te zetten. Als woorden als ‘vuurrood’ en ‘zo rood als een kreeft’ in de les voorbij kwamen,  zei hij altijd met duivelse genoegen tegen de klas:’ Als jullie willen weten wat die woorden betekenen, moeten jullie nu allemaal even naar het hoofd van Jos Mastwijk kijken.

Ik krijg het er nu ik dit schrijf nog benauwd van. Ik was al tegen de twintig toen ik dat blozen en blokkeren pas kwijt raakte. Vòòr die tijd ben ik bij vlagen wel depressief geweest. Ik heb nooit uitgezocht of die sadistische onderwijzer er wat mee te maken had. Ik vermoed eigenlijk van wel.  Moge hij branden in de hel. 

      

 

woensdag 2 november 2022

KWETSEN

 Annie zegt dat ze een avondje is wezen stappen. Arie, haar man heeft dan toevallig net avonddienst.

’Wezen stappen? Met wie?’

‘Wat ‘met wie’?

‘Gewoon, met wie ben je wezen stappen?.

‘Dat ga ik jou niet vertellen. Nee, ik vind het onnodig kwetsend zowel voor hem als voor jou. Ik denk dat het voor jou niet echt oké zou zijn, als ik je over al mijn kleine verliefdheden zou gaan vertellen.’

‘Àl je kleine verliefdheden? Zijn het er dan zo veel dan?’ vraagt Arie.

‘Ik weet niet precies hoeveel, hoor, maar het gaat altijd wel weer snel over.  En het gebeurt alleen maar in mij hoofd, hè. Die ander heeft er geen idee van. Ze zijn meestal van op mijn werk. Soms heb ik wel eens twee verschillende op één dag. Het gebeurt óók dat ik er in een hele maand maar één. Heb jij dan nooit zoiets?’ vraagt Annie.

‘Ehhh, om je de waarheid te zeggen …. Ja … ik heb nu bijvoorbeeld zo’n affairetje  met …’

‘STOP! Dat wil ik niet horen. Wat jij met een ander hebt, wil hebben of denkt te hebben, dat hoef ik he-le-maal niet te weten. Van mijn dingetjes zal jij weinig last hebben, schatje, nee,  want ik doe er meestal toch niks mee,’ zegt Annie.

‘Mééstal doe je niks met zo’n verliefdheid?’ …. ’meestal…’

‘Nou ja ik bedoel niet helemaal niks, natuurlijk: ik haal wel eens een kopje koffie voor hem of geef hem een speculaasje, als hij trek heeft; ik lach vriendelijk naar hem als ik hem in de metro tegenkom. Met sommigen doe ik inderdaad helemaal niks: dan kijk ik stuurs voor me uit, als hij naast me zit. Wat ik wil zeggen is:  jij hoeft heus niet bang  te wezen dat je iets te kort komt, hoor. Want het is allemaal even vluchtig even luchtig; het is meestal zo weer voorbij. Een heel enkele keer wordt het wel eens wat heftiger …’ zegt Annie.

‘Ja, zo had ik laatst een tamelijk heftig en vluchtig contactje met Loreena,’

‘Hè ,dat had je nou niet moeten zeggen, wat zei  je nou? …… Loreena ……. wat? …, toch niet die stagiaire bij jou op je werk?  Heb jij daar wat mee gehad? Die is toch veel te jong voor jou!

‘We zijn na het werk wat gaan drinken in die Irish pub tegenover ons werk. Aan de bar gezeten, gedronken, gepraat,  gelachen, gestreeld. Ik breng Loreena even naar huis, achter op de fiets. We hebben gezoend. And that’s it!’

‘Zo dus jullie hebben gezoend? Getongd  soms? Nee, dat zal wel niet, hè?’ ‘Nee, Loreena en ik hebben afscheid genomen met een zoen op de mond. Met gesloten mond. En maak je er nou alsjeblieft niet onnodig druk om, want dit stelt gewoon allemaal niks voor. Loreena heeft een heel leuk vriendje en ik heb een leuk vrouwtje en dat willen we allebei zo houden, toch?’

‘Oh, als bij mij zo iets eens wat heftiger uitpakt, dan kan het wel eens gebeuren,’ zegt Annie, ’dat mijn fantasie op hol slaat … dan haal ik me allerlei spannende dingen in mijn hoofd … maar dat is op zich heel onschuldig.’

‘Okee, en met wie heb je nu dan dat heftige kleine verliefdheidje? … o nee, dat ga je niet zeggen, hè? …..  dat zou me toch alleen maar onnodig kwetsen.