Tranen.
Naarmate mijn vader ouder werd, vijfenzestig-plusser plusser bedoel ik, kwamen
zijn tranen steeds sneller. Had hij een
leuk cadeautje gekregen, een onverwacht uitstapje gemaakt of eens lekker met
zijn familie gegeten, dan stamelde hij zijn dank, in een onverstaanbaar taaltje,
waarbij hij zijn tranen vaak de vrije loop liet.
Nu de Rotterdamse voetbalclub Sparta alweer een aantal jaren
in de eredivisie speelt, ga ik regelmatig kijken op het Kasteel, het stadion
van Sparta in de wijk Spangen. Bij elke thuiswedstrijd sta ik te janken en dan
ben ik nog maar zestig. Voor aanvang van de wedstrijd wordt dan de Sparta-mars
gespeeld en zo’n kleine tienduizend Sparta-fans zingt dan uit volle borst mee.
Beluister de link: https://www.google.nl/?gws_rd=ssl#q=sparta+mars+tekst:
Rood-wit is onze glorie
Rood-wit zit ons in’t bloed
Bij neerlaag of victorie
Bij voor- of tegenspoed
Rood-wit gaat nooit verloren
En jaren nog hierna
Zullen wij laten horen SP-AR-TA
Zullen wij laten horen SP-AR-TA
Deez’ vlag zij is ons heilig
Reeds honderd jaren lang
Bij rood-wit zijn wij veilig
Zijn wij voor niemand bang
Wij zweren bij die kleuren
En zingen hoe ’t ook ga
Bij wat er ook gebeuren zal SP-AR-TA
Bij wat er ook gebeuren zal SP-AR-TA
Het gebeurt meestal halverwege het eerste couplet al, de
tranen stroomden en ik zong zoals mijn vader brabbelde … met dat vreemde
piepstemmetje. Maar waarom? Ik woon
vanaf mijn derde jaar, in Spangen, schuin tegenover het Sparta-Kasteel. Vanaf
mijn zevende ga ik onregelmatig met mijn vader mee, kijken. We staan dan op de
jongenstribune en eigenlijk heb ik alleen maar leuke herinneringen. Ook dan wordt
voor aanvang van de wedstrijd de Sparta
mars gespeeld en gezongen. Het is mij een raadsel, die tranen. Zou het zo zijn
dat ik veel emotioneler betrokken ben bij het Sparta uit mijn jeugd en dat de
tranen vloeien bij de oudere man, die ik nu ben omdat hij die betrokkenheid uit zijn
jeugd node mist?
Vanmiddag lees ik in het nieuwe nummer van Hard Gras (een
voetbalblad voor lezers) een verhaal van een lezer. Hij beschrijft dat hij
tijdens een autorit op het nieuws hoorde dat Abe Lenstra dood was. Een van de
grootste voetballers van Nederland. De grote drie: Cruijff, Lenstra, Wilkes. De
man hoort het bericht, zet zijn auto op de vluchtstrook en zit daar zo’n
twintig minuten te huilen. Hij huilt en ziet weergaloze acties van Abe Lenstra
voorbij komen als voetballer van Heerenveen en het Nederlands elftal. Ook ziet
hij het beeld dat Abe vrij snel na zijn voetbalcarrière wordt getroffen door een beroerte. Abe is
vanaf dat moment invalide en moet zich voortbewegen in een rolstoel.
De man die zit te huilen in zijn auto droogt zijn tranen en neemt zich voor om voorafgaand aan zijn veteranenwedstrijd van de komende zondag één minuut stilte te oerganiseren voor de legende die Abe is. De scheidsrechter is akkoord, de tegenstander is akkoord. Daar staan ze: die 22 oude mannen, een scheidsrechter en twee grensrechters … in de bloedverziekende hitte … een hitte waar je hoofdpijn van krijgt. Één minuut voor Abe … en ik moest huilen … niet zo héél erg hard,.. maar toch. zestig ben ik nu … ik ga echt mijn vader achterna.