Ik hoor het klokje tikken boven mijn hoofd. ‘t Is niet bruikbaar als wekker. Daar gebruik ik nu mijn mobiel voor. Eigenlijk ben ik altijd ruim vòòr het alarm wakker. Vandaag ben ik voor het eerst gewekt door mijn smartphone. Ik ben beetje laat naar bed gegaan. Voor het slapen neem ik nog een borreltje. ‘t Is half twee en ik moet er om half acht al weer uit, omdat ik die ochtend om negen uur ‘conversatie’ heb.
Voor wie het nog niet weet: bij conversatie praat ik, in het
buurthuis, één op één, een uurtje met een immigrant, die de Nederlandse taal al
een klein beetje machtig is. Het doel daarvan is dat die immigrant langzamerhand
beter Nederlands gaat praten.
’t Is net half acht geweest en ik heb net mijn zwarte
thermoshirt en –broek aangetrokken. Ik ben in mijn zwarte periode. Zwart is goed
tegen de kou. Het is hier stervenskoud vanochtend. Doe twee zwarte t-shirts aan, met lange mouwen.
Vlug vlug, mijn denimbroek, twee vesten,
sokken en schoenen. De temperatuur hier in huis is veertien graden. Doe ook de
capuchon van mijn hoodie op. Koude rillingen lopen over mijn rug. Ik zal toch
niet ziek worden? Uit inflatieoverwegingen laat ik de thermostaat ’s nacht en
’s ochtends op 13 graden staan. Ik ben heel erg krenterig bezig, hoor. Soms
hoor ik me tegen mezelf zeggen: ’Schei toch uit met dat obsessieve gedoe man, zet die thermostaat lekker op tweeëntwintig graden, zoals in al
die vorige winters. Heerlijk temperatuurtje in alle ruimtes. Toen douchte ik
nog elke dag maar nu vind ik twee keer per week, vijf minuten, eigenlijk al te
veel kou. Scheelt me behoorlijk in mijn gas. Ik heb er tot nu toe nog niemand over
gehoord dat ik zou stinken. Dus …
Vorig jaar heb ik al achter alle radiatoren van dat aluminiumfolie
geplakt (wat een klote-werk is dat, zeg!). De bedoeling daarvan is, dat de
warmte van achter de radiatoren het huis in wordt gekaatst.
Voor het eerst sinds ik hier woon, zet ik alleen de radiator
in de woonkamer aan. Voor de balkon- en
voordeur leg ik boa’s om de tocht te stoppen. De deuren van alle vier de vertrekken
houd ik dicht. Het gevolg daarvan is wel dat in de woonkamer, slaapkamer en de
keuken bij wijze van spreken bloemen op de ramen staan.
Verder heb ik ook nog de kieren van de voor en achterdeur afgeplakt
met een tape om de koude luchtstroom te stoppen.
Nog even dit: Overdag en ’s avonds staat bij mij de
thermostaat op zeventien. Ik zit dan te lezen of tv te kijken, met een plaid
over mijn benen, een muts op, een elektrische slof voor mijn voeten en een
warme kop thee. Dan is het prima uit te houden.
Bijna negen uur. Ik moet nu echt naar het buurthuis voor
conversatie. Mag die Syrische meneer natuurlijk niet op me laten wachten. Ik verheug me er nu al op:
straks in het buurthuis … hèèrlijk temperatuurtje!