Het Rundfunkachtige optreden heeft zo’n hoog tempo, hoger dan we ooit hebben gezien. De grapdichtheid ligt hoog. De grenzen van het betamelijke worden veelvuldig overschreden maar het publiek blijft vrolijk lachen neen, sterker nog, het publiek gaat steeds hàrder lachen, hoe harder de grap hoe uitbundiger.
Na een wild dansje van de twee cabaretiers, op spijkerharde
techno-beat klanken, met oogverblindend flitsend licht, is er een oorverdovende
stilte voor de eerste snelle act.
Een gevangene ligt in zijn dodencel. De cipier kijkt door
het schuifje van de celdeur op hem neer: morgen wordt de ter dood veroordeelde geëxecuteerd.
De cipier deelt de gevangene mede, dat de elektrische stoel defect is. Als een
kind zo blij is die veroordeelde. Er is iets
mis met de bedrading, waardoor het executieproces langer duurt en ook veel pijnlijker
is. Dan zegt de cipier grijnzend dat desalniettemin de executie morgen gewoon
door zal gaan.
Het duo rent/danst dan weer rond. Luid klinkt opzwepende
muziek, zijn er lichtflitsen en dan is er in een klap weer die rust en stilte.
Twee heren staan op zo’n twee meter afstand van elkaar bij
de bushalte. Ze kijken elkaar af en toe schichtig aan; aarzelend raken ze toch
nog ‘in gesprek’.
Heer 1: Het
valt vandaag tegen, nietwaar?
Heer 2: Inderdaad.
Het is kouder dan gister om deze tijd.
Heer 1: Zeker.
Ik heb me er goed op gekleed.
Heer 2: Heel
verstandig. U loopt vast geen kouwtje op.
Heer 1:
Geen handschoenen, U? Brrrr.
Heer 2: Geen
handschoenen, ik. MAAR wèl een muts, hè!
Heer 1: Had
ik nu mijn muts maar op, potverdrie.
Heer 2: Tsja,
het is heden waarlijk mutsenweer.
Heer 1: De
wind waait guur, hier, zo over mijn schedel.
Heer 2: Als
ik u niet ontrief, meneer, mag ik dan even bij u voelen?
Heer 1: Geen
sprake van, zeg! Met uw koude hand zeker?.
Heer 2: Neen,
neen, gelijk hebt u. Mijn handen zijn zeker koud
Heer 1: Vertel
me eens, beste man, waar blijft onze bus?
Heer 2: Geen flauw, meneer, geen flauw.
Ik wacht hier op geen bus.
Heer 1: En
nu voor de draad ermee, kerel: wat voert u in uw schild?
Heer 2: Schep
een luchtje, meneer. Ik woon hier achter.
Oerendharde muziek, wild rondrennende artiesten. Lichtflitsen,
een minuutje maar. Dan ‘tableau’. Klaar voor een volgende act.
Defecte computer. Toetsenbord wordt gebracht. Het bord doet
niks meer. Alle toetsen en snoertjes worden gecontroleerd: niks geks opgemerkt.
Tot slot van de controle houdt technicus het toetsenbord op zijn kop en schudt
het stevig heen en weer. Tot zijn verbijstering druipen er klodders sperma uit.
Hij geeft het bord een zwiep, achter de coulissen.
Donderend, flitsende electrorock. De troep wordt opgedweild
en ze dansen en springen weer over het podium.
De as van hun
gecremeerde vriend blijkt in een vibrator te zitten. Ze gaan zijn as verstrooien
in het theater en wel over rij vier. Opgewonden gelach, gegiechel en oehhh-geroep.
Gefopt! De rijstkorrels in de vibrator worden over het
publiek verstrooid.
The End
Geen opmerkingen:
Een reactie posten