Woensdag 28 december trouwt mijn zoon Freek (44) met Sarah (??). In het Rotterdamse stadhuis. Ik ben al vroeg op. Half zeven. Un peu nerveux. Voor het eerst sinds maanden draag ik weer iets anders dan zwart. Ik twijfel of ik helemaal in het zwart zou gaan. Besluit toch maar een wit coltruitje aan te doen. Voor de rest ben ik in het zwart. Later zie ik mijn kleinzoontjes, (de kinderen van mijn jongste zoon Ralf en zijn vrouw) helemaal in het zwart gekleed. Had ik het ook wel kunnen doen, eigenlijk.
Om half twaalf. In een klein gezelschap trouwen ze. Freek zijn moeder, Winny (mijn ex) en ik,
zijn vader, zijn er vanzelfsprekend ook bij. De grote vrolijke bruiloft met
heel veel gasten staat al op de agenda: 2 september 2023. Natuurlijk zijn er vandaag
getuigen: voor Freek zijn dat zijn trouwe vriend Thijs (vanaf de lagere school
al) en Ralf, Freek zijn broer. Sarah, de
bruid, heeft haar zus en een hoogzwangere vriendin gevraagd om te getuigen.
Langzamerhand komen de genodigden het stadhuis binnen druppelen.
De ouders van de bruid, de getuigen, Winny en zelfs twee zussen van mij (Manda
(op de fiets helemaal uit Ommoord!) en
Lidy) zij willen dit graag meemaken.
Als de club compleet is gaan we naar de trouwzaal. Het
bruidspaar voorop. Wat een mooi stel! Speels en toch stijlvol gekleed. De
ambtenaar van de burgerlijke stand (hij heeft een lange jurk aan) maakt grapjes,
waarvan ik er maar één onthouden heb: zijn functie is Buitengewoon Ambtenaar
van de Burgerlijke Stand. In het stadhuis noemen ze zo iemand een BABS. BABS,
zo’n naam voor een man in een lange
jurk, dan word je niet serieus genomen. De BABS geeft ook nog een serieus
advies voor het echtpaar: zeg bij
onenigheid altijd tegen elkaar: ’je hebt gelijk.’
Als alle handtekeningen gezet zijn, verhuizen we naar ‘de
felicitatieruimte’. Er wordt omhelst, gezoend en gefotografeerd. Dan gaan we
naar de Markthal om te lunchen.
Ik ben gespannen. Dat komt omdat ik vandaag mijn schoondochter
Ilona (Ralf zijn vrouw), voor het eerst in zeven jaar zie. Ik weet niet hoe met
haar om te gaan. Die twee kleine jongens zijn mijn kleinzonen. Hun heb ik de
laatste zeven jaar één keer gezien. Het opa-zijn ben ik inmiddels verleerd. Van
de oudste, Bent, ben ik de eerste twee jaar van zijn leven nog oppas opa geweest. Ik vraag me af of hij nog
weet wie ik ben. Voor de jongste, Markus, ben ik een onbekende man. De kinderen
begroeten me als ze komen en zeggen me gedag, als ze gaan.
Winny, mijn ex, komt tijdens het eten naast me zitten. Dat vind
ik fijn, ontspannend. We zitten te lunchen
in ‘21-Pinchos’. Tapas eten we. Heel veel en heel lekkere kleine hapjes: vis, kip,
spek, stokbrood, frites en nog veel meer.
Om half vier is ‘het trouwgebeuren’ voorbij. Ik hoor van
Freek dat hij en zijn kersverse echtgenote vandaag en de komende dagen nog
leuke dingen gaan doen: heel hoog overnachten in een hotel ergens in Rotterdam,
een dagje Gent en nog meer maar dat verklapt Freek me niet.
Ik zeg de nog aanwezigen gedag. Ga naar huis. Loop van de Markthal
naar het metrostation en neem de metro, die er gelukkig al snel aankomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten