Een ouwe man in een invalidenwagentje, Scheepsma, zit onderaan een pittige heuvel en kijkt naar boven. Hij moet naar Ambachtsveen, hier drie kilometer vandaan. De man moet naar een pedicure. In dat dorp aan de andere kant zit er een. Hij heeft last van zijn tenen. Hamertenen, vreest hij. Verdomd lastig, hamertenen. Het zijn maar drie tenen, de drie middelste tenen, die een beetje omhoog staan. Oppassen met schoenen kopen! Ze moeten bij de neus wat meer ruimte hebben. Klemmen moet voorkomen worden. Met blaren is hij nog verder van huis. Hij moet er niet aan denken. Hamertenen met blaren. Godzijdank heeft hij ze maar aan één voet. Moet ie een paar schoenen kopen voor één voet mèt en één voet zonder hamertenen. Dat zal nog niet meevallen, ja bij de orthopeed. Maar daar betaalt hij zich blauw.
Schimmelnagels heeft hij al jaren. Aan beide voeten. Doet
nauwelijks pijn. Heeft wel een schurftige aanblik, die geel-groen-grijze nagels.
Vooral die aan de grote tenen zijn zo dominant. Helemaal als je blootsvoets loopt
of op sandalen zonder sokken aan. Nou ja. Het is een mooie dag vandaag. Desalniettemin
heeft de invalide toch gewoon sokken aan in zijn sandalen. Hij schaamt zich voor
die schimmelnagels. Jarenlang dag in dag
uit doet ie er al azijn op zonder resultaat. Pillen zijn beter, heeft hij gehoord.
Vandaar die pedicuur. Dat zit hij te denken als hij daar, toch een tikkeltje
wanhopig, onderaan die heuvel, naar boven zit te kijken. Als Scheepsma geweten
had, dat hij deze heuvel op zou moeten, had hij wel een pedicure-aan-huis
gegoogled.
Van boven de behoorlijk
steile heuvel komt iets zijn kant op. Helemaal duidelijk is het nog niet. Zijn
ogen zijn ook niet meer wat het geweest is. Ho, dit stukje gaat niet over ogen maar over
tenen. Het lijkt wel een fiets. Jazeker, het is een fiets. Een gestalte op een
fiets. Ja, heuveltje af, op een fiets, dat gaat razendsnel. Hier ook. In een
vloek en een zucht zijn ze beneden. Ja! ‘Ze’. Want er zitten er twee op die
fiets. Nee, het is geen tandem, het is een doodnormale fiets met een
bagagedrager, twee wielen en een bel. De
een trapt niet, de ander zit achterop. De fietsers zijn luchtig gekleed. ’t Is lekker
weer. Sportief. Korte broeken en hemdjes met blote armen. Ze zien Scheepsma in zijn invalidenwagen
staan. Minderen vaart. De gehandicapte is
machteloos, dat is meteen zonneklaar voor hen. De invalide krijgt hem zelf niet
omhoog, die invalidenwagen. De fietsers bieden aan om hem de heuvel op te
helpen. Daar heeft Scheepsma wel oren naar. Nu wil het toeval dat deze fietsers
tevens de pedicuren zijn van Ambachtsveen. Toch heel bijzonder: zo’n
pedicuur-stelletje. Bij hen is de gehandicapte aan het goeie adres: ’voor al uw
hamertenen: pedicuur Van Rehnen’. De pedicuur heeft stevige kuiten en
spierballen; nou niet echt noodzakelijk voor een pedicuur, maar goed. Hij stelt
voor zelf de invalidenwagen naar boven te rijden. De invalide kan bij de vrouw
achterop. Het duurt nog wel even voordat ze een gangetje hebben. In een mum van
tijd hebben ze de invalidenwagen ingehaald. Scheepsma kan tevreden zijn. Er wordt aan zijn problemen
gewerkt. Nog even en ze zijn daar boven op die heuvel. Hij houdt zich goed aan de pedicure vast. Op zijn handen en zijn wang voelt hij haar
warme huid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten