Posts tonen met het label pedicure. Alle posts tonen
Posts tonen met het label pedicure. Alle posts tonen

zondag 11 december 2022

IN EEN VLOEK EN EEN ZUCHT.

Een ouwe man in een invalidenwagentje, Scheepsma,  zit onderaan een pittige heuvel en kijkt naar boven. Hij moet naar Ambachtsveen, hier drie kilometer vandaan.  De man moet naar een pedicure. In dat dorp aan de andere kant zit er een. Hij heeft last van zijn tenen. Hamertenen, vreest hij. Verdomd lastig, hamertenen. Het zijn maar drie tenen, de drie middelste tenen, die een beetje omhoog staan. Oppassen met schoenen kopen! Ze moeten bij de neus wat meer ruimte hebben. Klemmen moet voorkomen worden. Met blaren is hij nog verder van huis. Hij moet er niet aan denken. Hamertenen met blaren. Godzijdank heeft hij ze maar aan één voet. Moet ie een paar schoenen kopen voor één voet mèt en één voet zonder hamertenen. Dat zal nog niet meevallen, ja bij de orthopeed. Maar daar betaalt hij zich blauw.

Schimmelnagels heeft hij al jaren. Aan beide voeten. Doet nauwelijks pijn. Heeft wel een schurftige aanblik, die geel-groen-grijze nagels. Vooral die aan de grote tenen zijn zo dominant. Helemaal als je blootsvoets loopt of op sandalen zonder sokken aan. Nou ja. Het is een mooie dag vandaag. Desalniettemin heeft de invalide toch gewoon sokken aan in zijn sandalen. Hij schaamt zich voor die schimmelnagels. Jarenlang  dag in dag uit doet ie er al azijn op zonder resultaat. Pillen zijn beter, heeft hij gehoord.  Vandaar die pedicuur. Dat zit hij  te denken als hij daar, toch een tikkeltje wanhopig, onderaan die heuvel, naar boven zit te kijken. Als Scheepsma geweten had, dat hij deze heuvel op zou moeten, had hij wel een pedicure-aan-huis gegoogled.

Van boven de  behoorlijk steile heuvel komt iets zijn kant op. Helemaal duidelijk is het nog niet. Zijn ogen zijn ook niet meer wat het geweest is.  Ho, dit stukje gaat niet over ogen maar over tenen. Het lijkt wel een fiets. Jazeker, het is een fiets. Een gestalte op een fiets. Ja, heuveltje af, op een fiets, dat gaat razendsnel. Hier ook. In een vloek en een zucht zijn ze beneden. Ja! ‘Ze’. Want er zitten er twee op die fiets. Nee, het is geen tandem, het is een doodnormale fiets met een bagagedrager, twee wielen en een bel.  De een trapt niet, de ander zit achterop. De fietsers zijn luchtig gekleed. ’t Is lekker weer. Sportief. Korte broeken en hemdjes met blote armen.  Ze zien Scheepsma in zijn invalidenwagen staan. Minderen vaart.  De gehandicapte is machteloos, dat is meteen zonneklaar voor hen. De invalide krijgt hem zelf niet omhoog, die invalidenwagen. De fietsers bieden aan om hem de heuvel op te helpen. Daar heeft Scheepsma wel oren naar. Nu wil het toeval dat deze fietsers tevens de pedicuren zijn van Ambachtsveen. Toch heel bijzonder: zo’n pedicuur-stelletje. Bij hen is de gehandicapte aan het goeie adres: ’voor al uw hamertenen: pedicuur Van Rehnen’. De pedicuur heeft stevige kuiten en spierballen; nou niet echt noodzakelijk voor een pedicuur, maar goed. Hij stelt voor zelf de invalidenwagen naar boven te rijden. De invalide kan bij de vrouw achterop. Het duurt nog wel even voordat ze een gangetje hebben. In een mum van tijd hebben ze de invalidenwagen ingehaald. Scheepsma  kan tevreden zijn. Er wordt aan zijn problemen gewerkt. Nog even en ze zijn daar boven op die heuvel. Hij  houdt zich goed aan de pedicure  vast. Op zijn handen en zijn wang voelt hij haar warme huid.

vrijdag 2 september 2022

HELEMAAL VERGETEN

 

Als ik de wachtkamer van mijn huisarts binnenstap, zitten er  al drie patiënten op hun beurt te wachten. Een oudere man (een advocaat?), een mevrouw met een boodschappenwagentje (een pedicure?) en een bezwete sportman met een uitbundige bierbuik (een hardloper?). ‘Goedemorgen,’ zeg ik beleefd.  ‘Goedemorgen’ zeggen de anderen in koor.

‘Wie is de laatste?’ vraag ik.

‘U,’ antwoordt de advocaat, die lollig probeert  te zijn.

‘Achter wie  ben ik aan de beurt, probeer ik chagrijnig opnieuw.

‘Achter mij’ zegt de advocaat grinnikend.

‘Lul', denk ik.

Er wordt verder niks gezegd. Ik weet natuurlijk niet of ze wel wat zeiden voordat ik binnenkwam. Ik zit recht tegenover de pedicure, ik schat haar een jaar of dertig.  Ze heeft een boodschappenwagentje bij zich. Daar zit een klein hondje in. Als ik me niet vergis is het een Australische Silky terriër. Ik weet het dus niet helemaal zeker, omdat alleen dat grappige koppie boven het boodschappenwagentje uitsteekt. (Wel weet ik zeker dat het geen Duitse herder is.)

‘Mevrouw’, vraag ik, ‘wat mankeert dat kleine leuke hondje van u?‘

‘Niks!’ zegt ze op een geïrriteerd toontje, ‘ik ben hier niet voor Charlotje maar voor mezelf. Ik ga u echt niet aan neus hangen waarvoor ìk hier ben.

‘Nee, dat hoeft u ook helemaal niet te doen. Het is maar een grapje, sorry hoor, mevrouw.’

In de lectuurmand zie ik een Voetbal International liggen. Voor de rest allemaal vrouwen- en roddelblaadjes. Daar houd ik niet van. Voordat ik dat artikel ga lezen over die voetballer van 100 miljoen, kijk ik nog even vriendelijk naar het baasje van dat hondje.  Ze draait met een ruk haar hoofd weg. Nog steeds gepikeerd. Ik hoor Charlotje een beetje grommen.

Schuin tegenover me zit een gehavende hardloper, een veertiger. Met een van pijn vertrokken gezicht zit hij daar van top tot teen bezweet. Een grote sporthanddoek om zijn nek. Hij is op zijn knieën gevallen. Die zijn tot bloedens toe geschaafd.

‘Mevrouw de  Goede,’ roept de dokter. De pedicure en haar hondje stappen naar de  spreekkamer.  Blijkbaar heeft mijn huisarts er geen probleem mee dat huisdieren meekomen naar zijn spreekuur.

‘Lelijke val ggemaakt, hè?’

‘Ja die trottoirs van tegenwoordig dat is zo’n zooitje, alle tegels liggen schots en scheef. Ik struikel er over . Ik val op mijn knieën maar dat is het ergste nog niet. Ik kom lelijk op mijn rechterschouder terecht. Die heb ik al eens een keertje gebroken. Ik vrees het ergste. Verrek van de pijn.’ Met zijn linkerhand probeert hij de pijn weg te masseren.

De dokter is klaar met de pedicure. ‘Volgende keer Charlotte wel thuis laten mevrouw de Goede.’ De corpulente hardloper is nu aan de beurt. Dat schiet op. De advocaat is de volgende en dan ben ik. Alleen ben ik helemaal vergeten waarvoor ik hier eigenlijk ben.

Om de stilte te doorbreken zeg zomaar even wat tegen die advocaat: ik ben vanmorgen in de groentewinkel. Vòòr mij is een man aan de beurt. Die bestelt 5 kilo Alzheimers.. De groenteman zet 5 kilo aardappels voor hem op de toonbank en vraagt aan de man: ‘Was u verder misschien nog iets vergeten?’