ALVAST FIJNE DAGEN
Het is de koudste ochtend van het jaar tot nu toe. In het Grand Café van het buurthuis is het behaaglijk. Vandaag is het kerstmarkt. Allerhande, al dan niet kerst gerelateerde waar, wordt ter verkoop aangeboden: waxinelichtjes, kerstkaarsen, kandelaars, coltruien, sjaals, kerstkransjes en sieraden.
Het koor, met een hoog wit ‘pruimen op sap’- gehalte, zingt met verve
belegen kerstliederen. De toehoorders
zijn razend enthousiast. Zo ook ik. In het gezellige Grand Café is het lekker
warm en behoorlijk druk. Vrijwilligers zijn
er genoeg om de boel in goede banen te leiden. Zelf koop ik kettinkjes en
armbandjes. Deels voor eigen gebruik,
dat vind ik leuk, kleurrijke armbandjes en kettinkjes. Deels om met de kerst cadeau
te doen. Voor onder andere mijn jongste broer Marco, een mongool, heb ik wat
gekocht. Niemand mag doorvertellen wat ik hem geef.
Hier beland ik gelijk op het cruciale punt van dit stukje. Mag
dat? Een mongool? Uit ervaring weet ik dat vele lezers er aanstoot aan zullen
nemen, dat ik mijn broer Marco, een mongool noem. Dat woord ‘mongool’ mag ik eigenlijk
niet gebruiken. Volgens de ‘Down-politie’ moet ik zeggen: mijn broer Marco
heeft het Syndroom van Down. Als ik het
zo zeg ben ik, volgens de ‘Down-politie’, goed bezig. Daarop zeg ik vervolgens:
‘Fuck you!’ Mijn broertje is nu 52 jaar en al die 52 jaren hebben we thuis over
onze broer gesproken als het mongooltje
en toen hij ouder werd noemden we hem een mongool. Heeft Marco het Syndroom van
Down?? Mijn vader, mijn moeder, sommigen van mijn broers en zussen kunnen en
willen die benaming niet eens
uitspreken.
Marco komt Nieuwjaarsdag bij mij op bezoek. Hij wordt met
een taxi opgehaald uit Zwammerdam. Dat is wel zo makkelijk, want daar woont hij
toevallig ook. Hij woont ‘begeleid’. Zelfstandig wonen kan hij niet, die lieve
man. Het is eigenlijk nog net een jong knulletje. Een lieve jongen. Gevoelig.
Hij is doof, matig-ziend en altijd maar verkouden aan al die openingen in zijn
hoofd.
Behalve Marco, komen ook mijn vriendin Andrea, mijn zus en haar vrouw … ja dat leest u goed,
háár vrouw, bij mij op bezoek. Dat maakt het een stuk makkelijker voor mij om
die dag door te komen. Met oliebollen, appelflappen en bier vermaken Marco en
ik ons wel. Maar het is gezelliger, leuker om met z’n vieren spelletjes doen, bij
lekker weer te wandelen en te babbelen. Nou ja, babbelen? Ik versta eerlijk
gezegd geen woord van wat Marco zegt. Maar mijn zus en schoonzus kunnen hem wel
een beetje volgen en dat is al weer een heel end meer dan ik.
Awel: op nieuwjaarsdag
maken we het gezellig voor Marco en voor onszelf ook natuurlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten