woensdag 30 september 2015

NIEUW HUIS

Ik ben nou in de fase dat ik mijn nieuwe huis wil laten zien aan mijn familie, vrienden en kennissen. In het tamelijk onsamenhangende zooitje waarin ik nu woon ga ik ze allen mondjesmaat uitnodigen.

Mijn vriend Kawus was hier al, werkte hier ookl veel en heeft ook een hapje meegegeten. Voor hem had ik de oer-hollandse maaltijd spruiten, aardappelen en een speklapje klaargemaakt; natuurlijk met een heerlijke salade met tomaat en olijven, olijfolie, peper en zout.

De tweede die ik hier uitnodigde was vriend Tom. Hem trakteerde ik op een overheerlijke witlofsalade; het is een gerecht voor een warme zomerse dag en dat was het ook, toen Tom er was. Bij de witlof- salade, bestaande uit stukjes rauwe witlof, appel, banaan, noten overgoten met sinaasappelsap, wordt aardappelpuree geserveerd en een medium gebakken tartaartje.

Voor de derde gast mijn oudste zoon Freek heb ik niet gekookt. Hij was de hele dag bij mij op bezoek en verrichtte allerlei hand- en spandiensten zoals het schonen van de PC en het installeren van de geluidsinstallatie. Als dank daarvoor tracteerde ik hem op een Chinees etentje.

Vervolgens kwam Ralf, mijn jongste zoon, samen met zijn zoon Bent, mijn kleinzoon dus, eens kijken hoe hun vader en opa nu woont. Ze kwamen op de koffie en ik had behalve voor die koffie ook nog voor wat heerlijke chocoladecroissants gezorgd. Koffie is natuurlijk geen drinken voor Bent, een joch van 18 maanden. Hij had zijn eigen yogidrink meegenomen. Bent vond het een geweldig huis. Omdat ik het huis niet heb volgestouwd met meubels blijft er veel ruimte over om heen en weer te rennen en dat deed hij ook naar hartenlust: van voor naar achter van links naar rechts. Bent vermaakte zich trouwens uitstekend met de meest simpele activiteiten. Hij begon met één voor één een aantal boeken uit de boekenkast te trekken. Hij overhandigde ze netjes aan mij. Vervolgens ontdekte hij een chinees theepotje en haalde daar de deksel vanaf om die er even later weer op te zetten. Vader Ralf zei telkens weer bestraffend: ‘Neen Bent, mag niet Bent’ maar daar trok die kleine zich niks van aan: hij herhaalde zijn theepot-actie nog zeker tien keer. Daarna ontdekte Bent de bak met knijpers. Eén voor één werden de knijpers naast elkaar op het zeil in de woonkamer gelegd en bij elke knijper die hij neerlegde keek hij mij even ondeugend lachend aan. Ik vond het helemaal geen probleem sterker ik vond het wel een grappige actie van hem.
Die chocoladecroissant was aan Bent niet besteed. Des te liever at hij een banaan en een kiwi. Voordat Ralf en Bent na twee bezoekuurtjes weer in de auto stapten, hebben we met z’n drietjes nog muurvoetbal gedaan. We hadden er alle drie lol in; het is ook heel aantrekkelijk spelletje dat muurvoetbal: je tikt de bal tegen de muur en je hoeft nooit ver te lopen om de bal weer op te halen. Het is ook de perfecte omgeving om geduldig op je techniek te trainen. Bent was vandaag extra aan het oefenen om, als een keeper, de bal uit zijn handen te schieten.

Mijn ex is was zondag aan de beurt om te komen kijken , wat ik van het huisje gemaakt; ze heeft er (geheel terecht) niet zo veel woorden aan vuil gemaakt. Ook zij heeft bij me gegeten: een macaronietje  met een lekker prutje.


Voor de maandag had ik Adam en Magda uitgenodigd. Ze waren bijna lyrisch over mijn huis.  Adam en Magda komen uit Polen en  samen met hen doe ik ‘Samenspraak’, een soort Nederlandse les: wekelijks twee uur nederlands praten met elkaar zodat zij meer vaardigheid in het spreken van de Nederlandse taal krijgen. Ze hebben heerlijk meegegeten. Ik heb Mexicaanse bonenschotel voor ze gemaakt. Met name Adam heeft er van genoten vooral van de super gezonde bleekselderij, die hij nog nooit eerder had gegeten.  

maandag 28 september 2015

VERVELEND

Met zeshonderd euro moet ik een hele maand zien door te komen. Ter illustratie: mijn huur is zeshonderdtwintig euro! Dit is een van de ‘leuke’gevolgen van de echtscheiding. Gelukkig heb ik nog wat spaarcentjes.
Normaal gesproken zou ik maandelijks de helft moeten krijgen van mijn eigen pensioen (de andere helft gaat naar mijn ex-vrouw) en dan zou ik de helft moeten krijgen van het pensioen van haar. Nu is het dus zo dat ik de hele maand september moet zien uit te zingen met de helft van mijn eigen pensioen. Die helft van haar krijg ik deze maand niet omdat er ergens een handtekeningetje ontbreekt …althans dat zeggen ze bij het pensioenfonds, de PFZW. Ze moeten al zeker twee maanden weten dat dat handtekeningetje ontbreekt maar pas op allerlaatste moment komen ze er bij mij om zeuren, als het te laat is voor een normale septemberbetaling. Er wordt geen cent betaald zonder die handtekening. ‘Zit u maar rustig een maandje op zwart zaad.’ Schijnen ze bij de PFZW te denken.  
Zaterdag jl heb ik dat formulier gekregen waar ik die ontbrekende handtekening moest zetten. ‘U kunt het formulier terugsturen in de bijgesloten antwoordenveloppe’, schreef de PFZW. Na flink zoeken in alle hoeken van de enveloppe bleek in de PFZW-enveloppe geen antwoordenveloppe te zitten. Moest ik gaan bellen met de PFZW om te informeren naar welk adres ik mijn dure handtekening kon sturen. Ik kon het zowaar sturen naar een gratis antwoordnummer van de PFZW. Wat een service!
Ik heb vanmorgen gelijk maar even die brief op de post gedaan. Dan heb ik in ieder geval het gevoel van zekerheid dat ze me in de maand oktober mijn geld niet kunnen onthouden.

Wat ik niet gezien had was dat mijn buurvrouw bezig was met ramen zemen. Dat betekent dat ik het eerste half uur nog niet bij de brievenbus zou zijn. Ze heeft altijd veel te vertellen.
Deze keer had ze gezien dat een vrouwtje met een hoofddoek, ze noemt haar voor het gemak een Marokkaans vrouwtje, haar auto ietwat ongelukkig had geparkeerd. Die Marokkaanse is zo’n moeder die denkt dat haar kinderen hun voetjes niet meer kunnen gebruiken: schooldag in schooldag uit brengt ze haar drie kinderen met de auto naar school. Maar nu had ze haar auto zo ongelukkig geparkeerd dat een passerend automobilist (met weer wat brengkinderen er in) bij het langsrijden haar auto schampte.  Ruzie dus met een grote opstopping tot gevolg. De geschampte automobilist stond uit alle hoeken en gaten haar schampschade te fotograferen. Het Marokkaanse vrouwtje ging snel  proberen haar auto netjes in een vrijgekomen parkeerplaats te parkeren.  Maar dat ging haar niet zo makkelijk af. Tot drie keer toe raakte ze daarbij een achter haar geparkeerd staande  Mercedes … heel zachtjes, dat wel. Ook dat werd fijntjes gefotografeerd. Die Marokkaanse werd gek. Ze vluchtte uit haar auto de school in. Inmiddels was de politie (twee man en een vrouw sterk) gealarmeerd. Met drukke armgebaren maakte de geschampte automobilist de grove misdaad van de Marokkaanse aan de politiemensen duidelijk. Ook de eigenaar van de Mercedes, een bewoner van  ‘mijn’ flatgebouw, ging door de knieën om de minieme beschadigingen aan zijn voertuig te kunnen waarnemen en melden aan de politie. De voor deze straat immense file staat er nog steeds. Het is inmiddels wel een kinderloze file. Alleen de mamma’s en de papa’s zitten nog in de auto’s. hun kinderen zijn al lang en breed op school.

‘Wat een vreselijk vervelend verhaal,’ zeg ik met een diepe zucht tegen mijn buurvrouw, ’kom ik ga nu eerst maar eens even mijn brieven posten.’

zondag 27 september 2015

KRALINGEN POP 2015

Gisteravond zou in het Kralingse Bos het Kralingen Pop-evenement 2015 gehouden worden. Zou …. Het is dus niet doorgegaan. Vermeende sponsors wisten op het laatst van niets. Er waren door de gemeente slechts vergunningen afgegeven voor optredens tot negen uur zaterdagavond, terwijl de laatste optredens tot elf uur zouden duren. Tot vrijdag jl. was het luttele aantal van zeshonderd kaarten verkocht voor het spektakel.

Toen ik een paar weken geleden hoorde van het initiatief ‘Kralingen Pop 2015’ ging er een vuurtje in me branden. Ik was twintig toen het eerste, enige echte en tot nu toe ook laatste,  popfestival Kralingen werd gehouden.  Het was werkelijk grandioos. Veel topbands van dat moment waren present. Mijn vriendin en ik genoten met volle teugen van onder andere Pink Floyd, Soft Machine,  Jefferson Airplane (met zangeres Grace Slick), Country Joe and the Fish, Mungo Jerry, CCC inc. Het was toen ook nog eens bijzonder relaxed weer.
Onvergetelijk vond ik … en ik kan niet nalaten het er keer op keer weer over te hebben:  het super-optreden van Pink Floyd, bij het aanbreken van de dageraad … onvergetelijk …onvergetelijk …  ze speelden ‘Set control for the sun’ en tijdens dat nummer kwam de zon heel langzaam op. Kippenvel.

Het vuurtje, dat spontaan in me ging branden toen ik hoorde van de 2015 versie van het Rotterdam Popfestival doofde al snel. Mij bekroop het gevoel dat het nooit zo mooi zou kunnen  worden als het toen was. Hoe goed het misschien ook zou worden het zou nooit kunnen tippen aan 1970. De enige twee bands, die nu in 2015 op het programma staan en in 1970 ook werkelijk optraden waren de toen nog tamelijk onbekende Mungo Jerry en de Nederlandse band CCC Incorporated.
Mungo Jerry bracht enkele bijzonder aanstekelijk liedjes (meezingers) ten gehore en speelde met het publiek door honderden plastic bordjes het publiek in te scheren. Verder trad dus de Nederlandse Country  annex blue grass band CCC Incorporated op; een van de meest succesvolle bands op het festival van toen.  Behalve Mungo Jerry en CCC had de organisatie Tribute bands gecontracteerd, die Pink Floyd, Jefferson Airplane en de Soft Machine heel goed kunnen nadoen en die dus die legendarische bands moesten doen vergeten. Wel heel naïef van de organisatie om te denken dat er publiek zou zijn dat daar in zou tuinen.
Mijn aanvankelijke enthousiasme kreeg ook nog eens een deuk toen ik me mijn bezoek weer herinnerde aan een optreden in Tilburg van een van mijn meest geliefde bands: Fisher-Z. Die band was in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw behoorlijk populair in Nederland. Een New Wave band. Ze hebben in de tachtiger jaren ook nog eens opgetreden in het Rotterdamse Euromastpark. Een fijn (gratis) optreden was dat. Veel bezoekers. Maar wat een afgang was dat optreden in 2002 in Tilburg. De vele hoge tonen in de songs van Fisher-Z die zanger John Watts voorheen moeiteloos kon zingen waren hem nu constant te hoog. Dit getob van John Watts gevoegd bij de wanprestatie van de overige bandleden maakten van de revival van Fisher –Z een grote teleurstelling. Ik ging er enthousiast naar toe met mijn vrouw en twee zonen. We waren na afloop alle vier behoorlijk down want we hielden zo van de pittige energieke sound van die band maar dat was die avond ver te zoeken. Ik had er helemaal de pest in. Wou dat ik niet gegaan was.
Dus ik dacht: ik trap niet in dat namaak Kralingen Pop. Wil niet weer zo teleurgesteld worden. Houd de herinnering aan 1970 lekker vast. Dat was zo mooi, dat wordt toch nooit meer overtroffen. Zelfs niet geëvenaard.

Het beste dat kon gebeuren is gebeurd. Kralingen Pop 2015 is afgeblazen.

zaterdag 26 september 2015

VROEG

Het is nog vroeg als ik dit schrijf. Tien voor negen. Voor het schrijven van een stukje als dit is het tamelijk vroeg. Normaal schrijf ik ‘s avonds. Soms over dingen die ik in de loop van dag heb meegemaakt en soms over zomaar wat.

Het begin van deze zaterdag is schitterend! Strak blauwe lucht en zó helder dat ik vanaf mijn balkon de Rotterdamse wolkenkrabbers, een klein stukje boven de grote bomen van het Kralingse Bos zie uitsteken.
Ik blijf niet te lang staan genieten op het balkon want het is daar nog maar net zes graden Celsius en dat is een beetje te koud voor in mijn pyjama. De balkondeur en het woonkamerraam laat ik wel open staan; kan het huis eens lekker luchten.
Over mijn balkondeur heb ik mijn dekbed gegooid. Het dekbed vond dat geen goed idee, in die kou,  want het wilde gelijk weer terug op mijn, nog een beetje warme,  bed .
Daar op het balkon (ik woon op de 4e verdieping) is ook al goed te horen dat er flink wat gemotoriseerd verkeer aktief is. Het lijkt wel of er golven geluid mijn kant op komen. Het is niet echt oorverdovend; het is gewoon een beetje hinderlijk aanwezig, de ene keer erger dan de andere keer. Het is maar net hoe de wind staat, denk ik.
De vogels zijn ook al vroeg op. Vooral de eksters zijn duidelijk aanwezig. Ik zie ze alleen niet. Waarschijnlijk zitten ze in het struikgewas of in de bomen waarschuwend te krassen en te knarsen, want leuk of lief klinken die vogels niet. Eksters zijn wel krachtige, moedige vogels: ik heb twee eksters eens een kat, die te dicht bij hun nest met jongen kwam, op de vlucht zien jagen. Meestal zijn hier ook veel meeuwen maar gek genoeg zie ik nu nog geen een. Ze dachten misschien: lekker weertje vandaag, we blijven lekker bij het strand … tja, je weet niet hoe die beesten redeneren … als ze redeneren.

Aan de andere kant van mijn huis is het vandaag superrustig. Op werkdagen is het tussen acht en negen uur  op werkdagen altijd een drukte van jewelste. Ouders komen dan met de auto hun kinderen naar de school, bij mij aan de overkant,  brengen. Er staat dan een heuse file in de straat en soms ontstaan er wel eens gevaarlijke situaties wanneer autorijdende ouders plotseling te hard optrekken en vergeten dat er nog andere kinderen naar school moeten … de weg moeten oversteken. Niet alle kinderen komen met de auto er worden er ook nog wel een paar gebracht op de fiets of in de bakfiets. Zelfs komen nog enkele kinderen lopend naar school; alleen of aan de hand van hun ouders.

Dat gedoe met die auto’s enzo heb ik zelf nooit meegemaakt. Mijn ouders hadden geen fiets of een bakfiets laat staan een auto. Mijn vader was al lang en breed op zijn werk als ik naar school moest en mijn moeder kon me niet wegbrengen omdat ze thuis voor mijn kleine broertje en mijn twee kleine zusjes moest zorgen. Mijn eerste schooldagen wezen een paar buurmeisjes me de weg naar school en de acht jaren daarna ben ik alleen of samen met vriendjes  die kilometer naar school gelopen. Was geen enkel probleem.
Ik vraag me wel eens af of die auto-ouders misschien vergeten zijn dat er beentjes en voetjes aan hun kinderen zitten?

Kinderen hoor ik vanochtend niet. Die zullen wel uitslapen, voor de tv zitten, spelen met de Nintendo, met lego of zitten lezen. Buiten hoor of zie ik ze in ieder geval niet.
Wel hoor ik op een afstand, luid geschreeuw van volwassen mannen. Het klinkt niet als ruzie meer als elkaar opjutten, aanmoedigen. Af en toe hoor ik een schrel gefluit … en dan gaat me een lichtje op. Het is zaterdagochtend. Er wordt gefoebeld. Daarginder, in oostelijk richting,  zijn achter die bomen foebelvelden. Mannen foebelen daar. Zij leven zich lekker uit.

Hun spel wordt soms onderbroken door de man met de fluit.

vrijdag 25 september 2015

CONCENTRATIE

Zolang ik bezig ben met een stukje als dit, wat ik nu aan het schrijven ben dus, heb ik er geen last van maar als ik er mee klaar ben, dan slaat het kwaad steeds weer toe: concentratieproblemen. Ik heb er merkwaardig veel last van de laatste tijd. Het zal wel te maken hebben met mijn medicijnen. Haldol, lithium en temesta beïnvloeden allemaal de rijvaardigheid: dan zullen ze ook wel mijn normale gedrag buiten de auto of wat voor vervoermiddel dan ook beïnvloeden.

Ik zit achter mijn pc en merk ‘Hé, ik heb dorst’ en besluit: ‘Kom, ik ga melk drinken’. Ik sta op en loop in de richting van de keuken, waar de koelkast staat, met de melk er in. Halverwege de pc en de koelkast denk ik ineens: ’hé, wat ben ik nou eigenlijk aan het doen?’ Ik zie en weet dan wel dat ik in de richting van de keuken loop maar ik heb geen idee meer waarom ik dat doe. Voor de zekerheid loop ik nog wel door en ik kijk even rond in de keuken. Het gaat me niet dagen wat ik daar kom doen. Dan maar weer terug naar mijn pc. Ik ga zitten achter mijn pc en ga weer aan het werk. Binnen enkele seconden merk ik toch weer dat ik dorst heb …en nu vergeet ik het niet meer: ik sta op vanachter mijn pc en ik ga recht op mijn doel af: de melk in de koelkast.

Een ander voorbeeld.
Het is al laat. Ik heb de samenvattingen bekeken van de bekervoetbalwedstrijden. Het is tijd voor tanden poetsen, zalfjes op mijn hoofd smeren, pillen slikken, pyjama aan doen, een stukje lezen en naar bed gaan.
Het gaat gelijk al fout want in plaats van naar de badkamer, loop ik naar de meterkast, die precies één deur verder is. Dit is trouwens een foutje dat ik al tientalle keren gemaakt heb. Steeds weer stap ik die verdomde meterkast in. Maar nu ben ik binnen in de badkamer. Tanden poetsen met de elektrische tandenborstel. Ik til de borstel uit het opladertje en pak de tube om de tandpasta op het borsteltje te spuiten. Blijkt dat ik niet de tube tandpasta maar de tube moddervette crème heb gepakt, die ik op mijn geïrriteerde voorhoofd moet smeren. Net voordat ik de crème op het borsteltje spuit kom ik er achter en verwissel snel de zalf voor de tandpasta.

Vanmiddag ging ik boodschappen doen; op vrijdag is hier altijd markt. Ik parkeer mijn  fiets zo dicht mogelijk bij de markt. Ik koop wat groenten, fruit en olijven. Het is hier allemaal behoorlijk duur voor een markt. Ik koop ook nog twee bossen gladiolen en een bosje fresia’s. Dat geeft mijn huis weer een beetje meer kleur en sfeer. Dan heb ik wat ik hebben wil en ga weer op huis aan. Als ik bijna bij de portiekingang van mijn flat ben realiseer ik me dat ik mijn fiets bij de markt heb  laten staan. Tsja, nu ik hier toch al ben breng ik de boodschappen maar naar boven en ruim ze op. Daarna ga ik mijn fiets wel halen. Zoiets als dit is me gelukkig nog niet zo vaak overkomen.


Misschien zijn het wel helemaal geen concentratieproblemen maar is het gewoon dementie … of misschien wel alle drie.

donderdag 24 september 2015

GRATIS OV

Over drie weken mag ik gratis met de tram, bus en metro. Dan ben ik 65 jaar en drie maanden. Ik had al eens aangeklopt bij de Rotterdamse Elektrische Tram (RET) toen ik één dag vijfenzestig was maar toen stuurde die loketbeambte van de RET me met een satanisch glimlachje weg: ‘Kom over drie maanden nog maar eens terug, ouwe.’ Nee, dat zei hij niet echt. Daar zou hij voor ontslagen kunnen worden. Hij zei het niet echt maar hij straalde wel zoiets uit.
Ik denk trouwens niet, dat ik er veel mèèr gebruik van zal gaan maken, als het openbaar vervoer hier in Rotterdam gratis voor me wordt.  Ik ben namelijk een fietser en alleen als het erg slecht weer is pak ik wel eens de metro of zo en daarbij denk ik dan nooit aan de kosten daarvan.
Ik fiets omdat ik fietsen fijn vind. Lekker in de (helaas soms wel vuile)  buitenlucht. De beweging en inspanning houden me in goede conditie en ontspannen me. In het openbaar vervoer zit je maar of sta je maar. Door het rotweer van de laatste tijd ben ik nogal eens met de metro gegaan en het viel me toen op dat het zo vreselijk druk was. Een paar keer was er geen behoorlijke zitplaats te vinden en moest ik de hele rit tussen Station Oosterflank en Station Blaak blijven staan. O ja er was toch wel een zitplaats. Zo’n zitplaats, die dwars in het treinstel staat, met de rugleuning tegen de zijwand. Ik moest dan ingeklemd zitten tussen twee mensen. Daar heb ik een hekel aan. Ik heb er geen hekel aan om tussen twee mensen in te zitten, hoor maar wel aan met mijn rug tegen die zijwand te zitten. Daar kan ik absoluut niet tegen … achteruit rijden kan ik ook niet tegen. Van opzij en achteruit rijden in de metro wordt ik kotsmisselijk soms ga ik ook hyperventileren, dus kies ik er maar voor te blijven staan als er geen zitplaatsen vooruit meer zijn.
Met dat regenachtige weer is het ook stervensbenauwd in zo’n treinstel. Ik ben nogal groot (1,85m) en van al die stinkende, vochtige, verdampende lucht, die van al die kleren afkomt, heb ik het een paar keer bijzonder benauwd gekregen. Gelukkig is het een stevige paal waar je je als staande metroreiziger aan vast kan klampen. Anders was ik zeker tegen de vlakte gegaan.
Toen ik een aantal jaren geleden wat regelmatiger gebruik maakte van het openbaar vervoer viel het me op dat vooral jongeren veel naar muziek zaten te luisteren met een koptelefoon op hun hoofd en dat die muziek uit die koptelefoons in de hele coupé hoorbaar was. Dat is nu niet meer zo heftig. Wat me de laatste tijd  in de metro opvalt is het onbeschaamde harde praten over leuke of slechte leraren, goede of waardeloze sporters, bange of stiekeme collega’s, lieve of valse honden, slechte of frisse adem, dure of goedkope winkels, lekkere of vieze gevulde koeken en zoete of stoute kindjes. Wat me dan opvalt, als mensen het daar met elkaar over hebben, is, dat ze niet alleen elkaar zo af en toe aankijken maar ook … en soms ook veel meer, kijken naar wat het effect van hun gekakel is op hun medepassagiers.

Maar het is niet allemaal negatief wat de klok slaat, want een fraai en vaak vertoond ritueel in de metro vind ik,  hoe vooral donkere jongens elkaar begroeten en gedag zeggen: gebalde vuist tegen elkaar, dan zeggen ze iets voor mij onverstaanbaars tegen elkaar: ‘ ????? ????? ???? … … yeah okay man!’ (meestal in het Engels, waarom weet ik ook niet) en vervolgens wordt die gebalde vuist tegen de eigen borst gedrukt, zo  ter hoogte van het hart. Leuk en mooi ook!

woensdag 23 september 2015

RUST

Ik heb de balkondeur en het raam in de woonkamer wagenwijd opengezet. Er stroomt frisse lucht het huis in. Ik zit achter de pc in de slaapkamer in een sweater, met mijn capuchon op. Het was een goeie nacht, zoals eigenlijk wel alle nachten van de laatste tijd. Ik slaap nu zeven à acht uur per nacht en sinds ik nog maar een half slaappilletje (lorazepam) slik, heb ik ook geen last meer van een laf, duf soort koppijn. Half oktober gaat er nog een kwart pilletje vanaf en in november het laatste stukje en dan is het maar te hopen dat ik ‘helemaal zonder’ de slaap kan vatten. De laatste keer dat ik van een kwart op ‘helemaal niks’ overging kreeg ik weer slapeloze nachten. Twee slapeloze nachten. Toen kon ik weer van voor af aan beginnen met twee pilletjes temesta (dat is een andere naam voor als lorazepam).

Mijn slapeloze nachten zijn niet spannend of eng. Ik lig eigenlijk alleen maar te wachten tot de slaap mij oppikt. Denk nergens aan. Pieker niet. Een enkele keer krijg ik een idee om in slaap te vallen. Dan doe ik het licht aan, pak bijvoorbeeld een boek en ga lezen. Meestal vallen dan binnen vijf minuten mijn ogen dicht en zakt mijn kin op mijn borst. Boven mijn boek val ik dus zowat in slaap. Ik leg het boek weg, doe het licht uit en ga weer liggen. Wakker liggen. Precies zoals eerder in de nacht. Zonder gedachten. Niks. Alleen maar eindeloos wakker. Ook wordt ik niet ongeduldig ofzo. Wel komt af en toe de gedachte bij me op dat het niet goed is om zo lang niet te slapen maar ik ben dan niet zo fantasierijk om me voor te stellen wat er zoal kan gebeuren of wat ik zoal zou kunnen gaan doen.
Vijftien jaar geleden had ik ook een paar slapeloze nachten en toen kreeg ik op een van die nachten ‘bezoek’ van een stem, die me probeerde te verleiden naar het balkon te lopen en er vanaf te springen (Ik woonde toen op de vijftiende etage). ‘Het is niet gevaarlijk,’ zei de stem, ‘als je springt, zal je merken dat je kan vliegen … het geeft je een heerlijk vederlicht gevoel… toe maar … probeer het nou maar …’ Ik ging aarzelend uit bed en liep wankelend uit mijn slaapkamer, door het halletje naar de keuken, die aan het balkon lag. Ik wilde dit eigenlijk helemaal niet maar de stem klonk zo verleidelijk … en ook vals, hoorde ik steeds meer. Ik deed de balkondeur open en zomaar ineens, helemaal niet bedacht, begon ik wild met mijn armen rondom mijn hoofd te boksen en achter mekaar hard  ‘nee’ te roepen. Ik trok de balkondeur met een klap dicht en liep vlug terug naar mijn slaapkamer. Kroop mijn bed weer in en trok mijn dekbed helemaal over me heen. De stem was weg. Die had ik weg gebokst. Zoiets als dit is één keer gebeurd. De andere nachten lag ik maar gewoon wakker te liggen.


Het is een rare ervaring zo’n slapeloze nacht. Ik vraag me wel eens af waar ik het geduld vandaan haal om acht uur achter elkaar te liggen wachten op de slaap, die alsmaar niet komt. Ik denk dat ik het geduld toch haal uit ‘de rust’ en ik denk dat het ook klopt wat mijn moeder vaak tegen me zei als ik het nog te vroeg vond om naar bed te gaan: ‘Ga nou maar lekker jongen: slaap je niet dan rust je toch.’