Tenslotte slaag ik er nog net in om te blijven staan. Ik houd me stevig vast aan de lantaarnpaal waar ik zojuist hard tegenaan geknald ben. Dat heb ik soms, dat ik de hele wereld om me heen vergeet. Zoals nu dus. Ik loop gewoon te denken of ik die mooie bos rode rozen zou kopen voor mijn vriendin of dat ik haar een net zo leuke maar veel kolossalere bos witte gladiolen zou geven. Zo maar, ze was niet jarig of zo. Ik vind dat je niet perse alléén bij verjaardagen bloemen moet geven. Zo geef ik haar ook bloemen op de dag dat we elkaar hebben leren kennen. Dat is bij ons 6 juni. Dus elke 6e van de maand geef ik haar een bloemetje. Maar daar zijn we na zeventien keer mee gestopt. Ja, je moet met zoiets niet eindeloos doorgaan.
Zou ik alleen aan bloemen hebben gedacht, dan zou ik niet
tegen die paal zijn gekleund. Er is nog iets ... en daardoor ben ik de laatste tijd
een beetje euforisch .. dat is Sparta. Mijn favoriete voetbalclub doet het dit
jaar (weer) heel goed in de eredivisie van het Nederlandse voetbal en laat dàt
me nou net het tweede zetje tegen die lantaarnpaal aan geven. Het rood van de
rozen, het wit van de gladiolen, het
rood en wit, de kleuren van Sparta ... ik loop met mijn hoofd in de wolken. Ik
telde als het ware de sterren, herhaalde de goals, de mooie saves en toen BENG! Ik weet zeker dat ik een paar
seconden buiten westen ben. Er staan gelijk een paar behulpzame mensen om me
heen. ‘Gaat het meneer?’ ‘U liep met uw
stevige pas recht op die paal af, ik denk,
dat kan niet goed gaan, met zo’n snelheid.’( En dat allemaal met een zachte ‘g’.
Wat lief.) ‘Ik bel 112 voor u’. ‘Neen,’ zeg ik ’dat is niet nodig.’ Dan zie ik
pas dat er bloed van mijn hoofd op mijn witte coltrui sijpelt. Gutsen doet het
niet. Met een paar papieren zakdoekjes is het ergste weg. Ik maak aanstalten om
de paal los te laten. De omstanders ondersteunen me nog even, vragen of het wel
weer gaat en als ik dat beaam, gaat ieder weer zijns weegs.
Zondag aanstaande speelt Sparta om 14.30 uur op het Kasteel
tegen Go Ahead Eagles. De huidige nummer zes tegen de huidige nummer zeven. Ik
heb er een goed gevoel over. Zondagavond staan we er nòg beter voor. Het moet
niet veel gekker worden, toch? Straks gaan we Europa in? Jaren terug, in 1959, ik ben dan acht, wordt
Sparta voor het laatst kampioen van Nederland. Gek werd ik, dat straatschoffie
uit Spangen.
Mijn bloemetje voor de 6e juni is definitief
passé, maar dat landskampioenschap pakken we heus nog een keer mee.
Tsja, daar loop ik dan over te mijmeren, met mijn kop in de
wolken: BENG!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten