Zo af en toe vind in het leuk en ook spannend om een wandeling in het pikkedonker te maken. Soms hier vlakbij rond de Prinsenplas, soms ook door het Kralingse bos. Er gebeurt altijd wel iets bijzonders. De laatste keer dat ik er was, twee weken terug, was er niks speciaal. Ja, okee, een man die zijn hond uitliet. Als het nou een vrouw was geweest. Een vrouw doet dat vrijwel nooit, s’avonds laat of in de nacht, haar hond uitlaten in het Kralingse Bos. Maar vanavond ga ik weer op pad. Een rondje Kralingse Bos. Voor de zekerheid verstop ik een honkbalknuppel onder mijn winterjas voor het geval ik word lastig gevallen door een homo. …. Nee hoor, flauwe kul ik heb helemaal niks tegen homo’s, mijn beste vriend is er een … en eh misschien … ik weet het nog niet zeker, ben ik er zelf ook wel een. Maar dit terzijde. Op naar het Kralingse Bos. Wie weet ‘what happens’.
Al snel valt me op dat het nooit ergens echt pikdonker is.
In de verte aan de overkant van de plas, zie ik de lichten van huizen in
Kralingen. Dichterbij de ogenpijnigende
lichtmasten van de sportverenigingen. Om de twintig meter is er een
lantaarnpaal geplaatst. Met gemak zie ik de silhouetten van de ontbladerde
bomen en hun spiegelbeeld in de licht bevroren plassen.
Verderop, in de Kralingse Plas zijn furieuze meerkoetjes nog
in de weer met het verdedigen van hun territorium. Het zijn de enige dieren die
ik hoor. Ze houden even hun kop dicht als er een helikopter overvliegt van
Kralingen in de richting van Zestienhoven.
Ongeveer iedere vijf
minuten rijdt er een fietser voorbij. Ik loop op het fietspad. Soms nadert mij
een hardloper. Overdag als ik op de fiets ben, moedig ik mij tegemoetkomende
joggers aan:’Come on, man’, ‘come on, girl’ of ‘zet ‘m op’, ’een beetje
harder,hé’. Altijd leuke reacties,
lachen, duim omhoog, ‘okee!’. Maar vanavond: reacties nul komma nul, hooguit
wat onbestemd gegrom van die drie veel te zware sporters. Vandaar misschien.
Ik loop ook voorbij de plek waar in 2022 een Poolse jongeman
rond de kerst doodgevroren is in zijn tentje. Een dergelijke tragedie wil de
gemeente kennelijk voorkomen. Ik moest een paar keer opzij springen voor een op
het fietspad surveillerende politiewagen. Mij lieten ze gewoon door wandelen.
Ik zie vanaf mijn
route de oogverblindende beveiligingsverlichting van de in aanbouw zijnde
peperdure woningen op het terrein van de voormalige hoveniersschool: ‘wonen,
vlakbij het groen en het centrum’… als
je vijftienhonderd euro per maand of meer kan neertellen tenminste.
Een groep druk pratende en lachende jonge mannen, een stuk
of vijf, komt op me af. Even gaat het door me heen, dat wanneer ze kwaad zouden
willen, ze me zo plat hebben. Met deze duisternis ontgaat me lange tijd de blik
op hun gezichten. Pas op het allerlaatste moment zie ik ze me, om beurten,
vriendelijk toeknikken.
Ik heb vanavond geluk gehad: toen ik om half tien van huis
ging was het min twee … bij thuiskomst om half twaalf was het ineens plus drie.
Desalniettemin waren mijn grote tenen bevroren. Maar ja, dat zouden ze overdag
ook geweest zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten