Op en rondom de trap van de entree van het Rotterdamse stadhuis krioelt het van de feestelijk geklede mensen. Als ik me niet vergis zijn het Antilianen. Een drietal witte musici staat te spelen op het bordes van het stadhuis: trompet, saxofoon en trombone. De muzikanten zijn allen gekleed in grijze kostuums. Hun colbertjes glinsteren in de zon. Alle drie hebben ze een gedistingeerd sikje.
Van de aanwezigen loopt de helft met een fototoestel. Klaar
om plaatjes te schieten. De gebeurtenis waarvoor iedereen hier is, moet wel met
rasse schreden naderen. Op het fietspad staat een aantal Oldtimers (Fords en
Spykers). Ik zíé die drukte wel, wanneer ik er langsloop maar vind het niet de
moeite waard om er bij stil te blijven staan.
Ik moet geld hebben. Dus loop ik linea recta naar het
Stadhuisplein. Daar is een muur met wat geldautomaten. Ik moet de fietsenmaker betalen.
Geen idee wat ik hem schuldig ben maar ik neem voor de zekerheid zeventig euro
op.
Dan hoor ik opeens opgewonden geluiden opstijgen aan de
overkant, ter hoogte van het stadhuis. Een gigantische witte Mercedes, die
zeker plaats biedt aan twaalf personen, rijdt het trottoir op voor het
stadhuis. Er wordt door de omstanders enthousiast gejuicht en geapplaudisseerd.
De musici blazen, zo lijkt het, met iets meer elan op hun instrumenten.
Een corpulente zwarte man van rond de vijftig stapt uit dat voormalige witte pooiervoertuig.
Wederom klinkt een klaterend applaus en vrolijke muziek. Meneer kijkt rond, steekt
zijn armen in de lucht en zwaait naar de aanwezigen. Alsof hij een soort
kampioen is in het een of ander, die door een uitzinnige menigte toegejuicht
wordt. Dan komt de caramelkleurige bruid uit die aso-benzine-slurper. De vrouw
is zeker twee koppen groter dan de bruidegom, uitermate volumineus en dat beslist
niet alleen omdat ze hoogzwanger is. Haar lange, mouwloze, kaki kleurige
bruidsjurk is in de auto hoog opgekropen.
Het eerste wat haar te doen staat, na dat ze is uitgestapt is de jurk wat
naar beneden sjorren. Ondertussen lijken de omstanders zo mogelijk nòg
opgewondener voor háár dan voor hèm. Ook de musici doen er nog een schepje
bovenop. ‘Oh when the saints, go marching in,’
blazen ze vrolijk maar toch professioneel.
Als een zangeres na een succesvol optreden buigt de bruid
naar de omstanders. Ze zwaait met haar armen in de lucht. De slappe
vleespartijen aan de bovenarmen doen
zonder tegen te sputteren mee. De belangstellenden verdringen elkaar voor een
goed plaatsje om het allermooiste plaatje te kunnen schieten van dit blijkbaar
zo populaire koppel, het stralende middelpunt van de drukte hier op het bordes
van het stadhuis.
Terwijl de drukte
zich langzaam verplaatst naar de trouwzaal in het stadhuis, ga ik
mijn gerepareerde fietsje ophalen.
Vóór de fietsenwinkel, maakt een man, grijze baard, rode schoenen, zwarte muts en een lange donkerblauwe
regenjas, zijn fiets vast aan een parkeerbeugel. Als ik langs hem loop, knikt
hij beleefd in mijn richting en zegt: ‘Goedemiddag dames,’…….
’Huh?’ is het enige dat ik kan uitbrengen.
De schade bij de fietsenmaker valt mee. Twintig euro voor
een nieuwe binnenband, drie nieuwe spaken en wat kloddertjes kettingvet.
(Morgen Kleurrijk (2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten