In juli 2000 ben ik in Avignon (Frankrijk) voor het
theaterfestival. Deze zaterdagochtend ga ik een bakje koffie drinken met een croissantje
erbij op het Place d’Horloge. Gelijk wat foto’s ophalen. Op het rolletje zitten
nog kiekjes van Rotterdam; de rest heb ik hier genomen. Leuk om straks te laten
zien aan Claude en Antoine, bij wie ik een kamer huur.
Dadelijk zwemmen.
Eerst even de waanzinnig drukke Rue de la République door slingeren. Vandaag
valt er echt niet normaal te fietsen. Terwijl ik afstap van mijn fietsje valt
mijn oog op een overduidelijke rooie Hollandse kop. Een kop die ik zelfs ken.
Jazeker het is de kop van Anton. Anton Ernst. Ik roep: ‘Hey Anton’ en ja hoor,
we omhelzen elkaar en slaan met de handen op elkaars rug. Het is vijftien jaar
geleden dat we elkaar voor het laatst zagen, we werkten toen samen in de Schiedamse Stadsvernieuwing. Anton heeft inmiddels twee dochters bij zijn veel oudere vriendin, zeker vijftien jaar
ouder; leuke mensen, allebei. Ze hadden alleen nooit met elkaar moeten
trouwen, het leeftijdsverschil is echt
veel te groot. Anton en ik zijn Spartafans…spontaan gaan we samen midden op dat
plein daar het Spartalied zingen: ‘Zullen wij laten ho-oren: SP AR TA’. Zijn
dochters zijn 12 en 14; zien er leuk
uit….zijn ook aardig en slim…. leuke meiden.
De familie is op zoek naar een familievoorstelling: ‘om te
lachen en toch leuk’ in Avignon….of ik wat weet. Daar hoef ik niet lang over na
te denken: een muzikaal-komische act ‘à l’heure ou on s’embrasse’. Een van de
grappige liedjes uit die mini-musical heeft als titel ‘Het is geweldig om
acteur te zijn!’. In het bijbehorende dansje houden de acteurs zich niet in. Ze
genieten volop van de nabijheid van de
zeer fraaie danseresjes en schromen niet hun borsten, billen, dijen te strelen.
Heel hilarisch. Anton en familie gaan nu kaartjes halen voor die voorstelling.
We hebben elkaar zoveel te vertellen dat we morgenochtend afspreken op een van
de terrasje van het Place d’Horloge.
Nog niet eerder was het zwembadwater zo koud ... mijn piemel
is niet groter dan een piepklein pinkje ...zó koud ... en dat terwijl de zon hier vrijwel elke dag hoog aan de hemel staat
en de gemiddelde dagtemperatuur vierentwintig graden is. Toch maar gezwommen…..
en ook wat liggen lezen in een boekje over de historie van het theaterfestival.
Buikspieroefeningen gedaan, die worden een beetje te slap naar mijn zin.
Met Rachel, mijn goed gevormde huisgenote, vanavond naar de
Transfer Expres. Een zeer moderne theateract ... licht en geluid. Het hele station
van Avignon is elke avond tijdens het festival al uiterlijk omgetoverd in een
snoeppaleis door de lichtprojecties. De licht- en geluidact, waarvoor van een moderne
Franse trein gebruik wordt gemaakt, begint al bij de kaartverkoop ... de pikant
geklede conductrices ... kort rokje, jarretels, laag uitgesneden truitjes, strakke
jasjes, zij knippen onze kaarten kort
voor het vertrek ... iedere beweging van deze dames wordt vanaf een hoogwerker
gespot door felle schijnwerpers.
Als de trein nog maar kort onderweg is klinken al angstige
geluiden van een overval op de trein: geweerschoten, autoritair geschreeuw en
angstig gegil.
Rachel naast me kijkt ook beetje bangig ... ze drukt zich
tegen me aan: ’ik weet dat het nep is en toch vind ik het eng,’ zegt ze. Heftig
schokken wordt gevoeld ... vonken vuur schieten uit de rails, paniekerige
remklanken, alsof de trein ontspoort. Die illusie wordt gewekt.
Met behulp van fel licht kan de fictieve schade worden
vastgesteld; het valt reuze mee ... de trein kan door. Zonder al te grote
schade wordt na een reis van een uur station Avignon weer bereikt.
Na afloop ‘t is al nacht … ijsje eten met Rachel op deze
zwoele avond. Ze gaat er steeds blijer uitzien, als ze ijs eet, lacht en praat…
ze ontdooit ... vreemd genoeg heeft zij dat met ijs ... anderen hebben dat weer
met wijn … een lekkere, zachte, geruisloze wip tot slot van deze dag, op de zolder
van Claude en Antoine.
Eerder gepubliceerd in januari 2001
Geen opmerkingen:
Een reactie posten